3 januari
Het verval van de mens in zondigheid
Het verslag over Seth, Kaïn en hun nakomelingen bevat een aanwijzing dat zich twee verschillende bevolkingsgroepen hebben ontwikkeld. De mensen die van Seth afstamden – Henoch bijvoorbeeld – waren kennelijk mensen die in Gods ogen een rechtschapen leven leidden. Aan de andere kant waren er de nakomelingen van Kaïn, getypeerd door Lamech de moordenaar, die blijkbaar in zondigheid vervielen. Daarom kan er algemeen worden aangenomen dat de Sethieten vrome mensen waren en dat de Kaïnieten goddeloze mensen waren, al waren er ongetwijfeld in beide families individuele uitzonderingen te vinden. Maar op dit punt lijkt het verslag aan te geven dat de “zonen van God”, waarmee misschien de Sethieten bedoeld worden, of in elk geval de mensen met een Godvrezend erfgoed, nu begonnen te huwen met de “dochters van mensen”; niet omdat zij vrome vrouwen waren maar omdat zij lichamelijk aantrekkelijk waren. Het duidelijke gevolg is dat een dergelijk mengsel van vrome en goddeloze mensen leidt tot een uitwissing van morele verschillen en van de rechtschapen leefstijl. De situatie wordt zelfs zo slecht dat boosaardige mannen, die bekend staan als de Nefilim (reuzen), helden voor het volk zijn geworden.
Slechts tien generaties zijn verstreken sinds Adam als eerste naar Gods gelijkenis werd geschapen, en zij hebben allen in zekere mate gezondigd door ongehoorzaam te zijn aan Gods morele wet. In elke generatie vond een afwijzing plaats van Gods soevereiniteit en liefde. Omdat een steeds groter deel van de mensheid zich nu naar een zondig leven lijkt te keren, voelt God Zich geneigd om Zijn schepping te vernietigen. En toch is er een handvol mensen, waaronder Noach, die nog steeds een vroom leven onder God leidt en daarom stelt God de vernietiging van de wereld 120 jaar uit.
Gen. 6:1,2
UITHUWELIJKING LEIDT TOT VERVAL. Het aantal mensen op aarde groeide gestadig. In die tijd lieten zonen van God het oog vallen op dochters van mensen. Onder de indruk van hun schoonheid, namen zij hen tot vrouw.
Gen. 6:3
DE MENS KRIJGT EEN GRATIEPERIODE. Toen zei de HERE: "Ik kan mijn Geest niet langer in de mens laten wonen, nu hij zich zo heeft misdragen. Ik geef hem nog 120 jaar om van zijn boze weg terug te keren."
Gen. 6:4
DE BOOSAARDIGEN ALS HELDEN GEZIEN. In die tijd waren er reuzen op aarde. In de ogen van de mensen waren het beroemdheden, mannen van naam, geweldenaars!
Gen. 6:5-8
GOD BEDROEFD OVER DE MENSHEID. Maar de HERE bekeek met afkeer het zondige gedrag van de mensen. Van al hun voornemens zag Hij dat de opzet boos was. Daarom had Hij er verdriet van dat Hij hen had geschapen. Zijn onderdanen ontspoorden en Hij was er intens verdrietig over. Hij zei: "Ik zal ze uitroeien. Niet alleen de mensen, maar ook alle dieren, kruipende dieren en de vogels. Ik had ze nooit moeten maken." Maar in Noach had de HERE een welbehagen.
Noach en de zondvloed
Vanwege het verval van het menselijk ras heeft God met tegenzin besloten om de mens op aarde te vernietigen. En toch is er nog een restant van rechtschapen mannen en vrouwen, de familie van Noach, en God is hen genadig. God waarschuwt Noach dat Hij spoedig een vloed over de aarde zal laten stromen die alle levende schepselen zal vernietigen. Hij draagt Noach op om een ark, een schip, te bouwen, waarin hij en zijn familie samen met een paar van elk levend wezen gered zullen worden van deze vernietiging. Ondanks de spot van omstanders waarmee Noach en zijn zonen ongetwijfeld te maken hebben, geloven zij God en gaan zij trouw door met de bouw van de ark. Wanneer het begint te regenen en de bronnen water beginnen te spuien, treedt Noachs familie met de verschillende dieren de ark binnen en bereiden zij zich voor op de meest catastrofale gebeurtenis in de geschiedenis van de aarde – de grote zondvloed.
De zondvloed vindt ongeveer 1656 jaar na de schepping plaats en duurt bijna een jaar. Na 40 dagen en nachten van onophoudelijke regen staat het water bijna zeven meter boven de hoogste bergtoppen, voordat het op de 150e dag begint te zakken. Op de 224e dag zijn de bergen weer zichtbaar. Veertig dagen later wordt een raaf uitgezonden in een mislukte poging om droog land te vinden. Daarna, kennelijk zeven dagen later, zal elke week een duif worden uitgezonden, drie weken lang. In de tweede week komt de duif terug met een olijftak, die Noach laat zien dat er weer leven op aarde is, en in de derde week komt de duif helemaal niet meer terug. Toch blijft Noach met de zijnen in de ark tot de grond volledig is opgedroogd. Eindelijk kunnen Noach en zijn familie, na 370 dagen te hebben doorgebracht in dit ongewone, met mensen en dieren gevulde vaartuig, een nieuw leven binnenstappen dat gevuld is met de belofte van Gods zegen.
Gen. 6:9,10
NOACH RECHTSCHAPEN BEVONDEN. Hier volgt de geschiedenis van Noach, de enige rechtvaardige en oprechte man op aarde. Hij deed echt zijn best te leven zoals God het wilde. Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafeth.
Gen. 6:11-16
INSTRUCTIES VOOR DE ARK. In de loop van de tijd werden de mensen steeds slechter en gewelddadiger in de ogen van God. Met al die slechtheid en verdorvenheid voor ogen zei Hij tegen Noach: "Ik heb besloten de hele mensheid uit te roeien, want zij is de schuld van alle geweld en slechtheid. Ja, Ik zal de bewoners van de aarde vernietigen. Bouw een ark van acaciahout en bestrijk het hout met pek om het waterdicht te maken. Verdeel hem in dekken en onderkomens. Maak hem 135 meter lang, 22,5 meter breed en 13,5 meter hoog. Maak er een lichtsleuf in, die 45 centimeter onder het dak rond het hele schip loopt en verdeel het schip in drie dekken, een beneden-, midden- en bovendek. In de zijkant van het schip moet u de ingang maken.
Gen. 6:17-21
PLAN VOOR DE REDDING VAN NOACH. Ik zal namelijk een enorme watervloed over de aarde laten gaan, die alle levende wezens zal doden. Iedereen en alles zal sterven. Maar Ik beloof u dat u in het schip veilig zult zijn met uw vrouw, uw zonen en hun vrouwen. Voordat de vloed komt, moet u van elk dier een mannetje en een vrouwtje aan boord nemen, zodat die de vloed overleven. Van elke vogel, van elk soort vee, elk kruipend of ander dier moet een paar aan boord zijn. Zorg verder voor al het voedsel dat uw familie en de dieren nodig hebben."
Gen. 6:22
NOACH BOUWT DE ARK. Noach volgde alle aanwijzingen van God op.
Gen. 7:1-5
GODS LAATSTE INSTRUCTIES. De dag brak aan waarop de HERE tegen Noach zei: "Ga met uw familie aan boord van de ark, want u bent de enige rechtvaardige tussen al die anderen, die de aarde bewonen. Neem ook de dieren aan boord; van elke soort één paar, uitgezonderd de dieren, die Ik heb bestemd tot voedsel en offer. Van die dieren moet u zeven paar aan boord nemen, evenals van de vogels. Op die manier zullen ze na de grote watervloed hun soort in stand houden. Over een week zal het gaan regenen. Veertig dagen en nachten achter elkaar. Alle levende wezens, die Ik heb gemaakt en die op het droge leven, zullen sterven." Noach volgde al de bevelen van de HERE op.
Gen. 7:6-10
VOORBEREIDINGEN IN DE LAATSTE WEEK. Hij was 600 jaar oud toen de vloed over de aarde kwam en hij ging met zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen in de ark om aan de vloed te ontkomen. Alle dieren, zowel zij, die bestemd waren als offerdieren en eetbare dieren, als de andere soorten, kwamen in paren naar de ark: mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het Noach had gezegd.
Gen. 7:11,12 (ca. 3000-2500 v.C.?)
BEGIN VAN DE WATERVLOED. Een week later, toen Noach 600 jaar oud was, op de zeventiende dag van de tweede maand, stroomde de regen uit de hemel neer en braken de ondergrondse watermassa's open. En dat gedurende 40 dagen en nachten!
Gen. 7:13-16
NOACHS FAMILIE TREEDT DE ARK BINNEN. Maar Noach was die dag met zijn vrouw, hun zonen Sem, Cham en Jafeth en hun vrouwen aan boord van de ark gegaan. Bij hen in de ark zaten alle diersoorten, zowel wilde dieren als vee, kruipende dieren en vogels. Ze kwamen twee aan twee, mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het had bevolen. Toen sloot de HERE God de toegang tot de ark.
Gen. 7:17-23
VERNIETIGING ONDER WATER. Veertig dagen lang raasde de enorme watervloed over de aarde, bedekte alles en nam de ark hoog op zijn golven mee. Het water steeg en steeg, maar de ark bleef veilig drijven. Tenslotte bedekte het water ook de hoogste bergen. Het stond zeven meter boven de hoogste bergtoppen.
En alle levende wezens op aarde verdronken: vogels, vee, wilde en kruipende dieren en alle mensen; alles wat ademde en op het land leefde. God vernietigde alles, uitgezonderd Noach en zijn familie die in de ark waren.
Gen. 7:24-8:4 - De toppen van Ararat
HET WATER ZAKT IN 150 DAGEN. De watervloed bedekte de aarde 150 dagen lang. Maar God had Noach en de dieren in de ark niet vergeten! Hij stuurde de wind over het water en langzaam begon het water te zakken. De ondergrondse wateren keerden weer terug naar hun normale loop en de zware regens hielden op. Het water zakte totdat (150 dagen na het begin van de regens) de ark op de toppen van de Ararat bleef rusten.
Gen. 8:5
BERGEN ZICHTBAAR OP 224e DAG. Drie maanden later kwamen ook de andere bergtoppen boven het zakkende water uit.
Gen. 8:6,7
RAAF UITGEZONDEN OP 264e DAG. Na nog eens 40 dagen opende Noach het venster, dat hij in de ark had gemaakt en liet een raaf los. Deze vloog heen en weer, net zolang tot de aarde weer droog was.
Gen. 8:8,9
DUIF UITGEZONDEN OP 271e DAG. Daarna liet Noach een duif los om te kijken of de aarde al droog was, maar de duif vond nergens een plek om neer te strijken en vloog terug naar de ark. Het water stond nog te hoog. Noach stak zijn hand uit en zette de duif weer terug in de ark.
Gen. 8:10,11
TAK TERUGGEBRACHT OP 278e DAG. Een week later probeerde Noach het nog eens. De duif vloog weg om tegen de avond terug te keren met een olijfblad in haar snavel. Zo wist Noach dat het water bijna weg was.
Gen. 8:12
DUIF VERDWIJNT OP 285e DAG. Na een week liet hij de duif nog een keer los en nu kwam zij niet meer terug.
Gen. 8:13
OPPERVLAK DROOG OP 314e DAG. 29 Dagen later opende Noach de deur van de ark en zag dat het water zich had teruggetrokken.
Gen. 8:14-19
NOACH NAAR BUITEN GEROEPEN NA 370 DAGEN. Er gingen nog eens acht weken voorbij voordat de aarde helemaal droog was.
Toen zei God tegen Noach: "U mag de ark verlaten. Laat alle dieren, de vogels, het vee en alle kruipende dieren los, dan kunnen zij zich weer voortplanten en de aarde vullen."
Noach, zijn vrouw, hun zonen en hun vrouwen verlieten het schip. De dieren en de vogels deden hetzelfde. In paren en groepen kwamen zij uit de ark.
Gen. 8:20
NOACH OFFERT DIEREN. Toen bouwde Noach een altaar en offerde een aantal dieren en vogels, die de HERE had aangewezen als offerdieren.
Gen. 8:21,22
GOD MAAKT EEN BELOFTE. De HERE had een welgevallen aan Noachs offer en zei bij Zichzelf: "Ik zal nooit meer zoiets doen. Nooit zal Ik de aarde meer zo zwaar vervloeken en alle levende wezens vernietigen. Ook al is de mens vanaf zijn vroegste jeugd geneigd het slechte te doen en zondigt hij nog zoveel.
Zolang de aarde blijft bestaan,
zullen zaaitijd en oogsttijd,
koude en warmte,
winter en zomer,
dag en nacht niet ophouden."
Gen. 9:1,2
HERLEVING VAN DE MENSHEID. God zegende Noach en zijn zonen en zei hun dat zij veel kinderen zouden voortbrengen, zodat de aarde weer werd bevolkt. "Alle wilde dieren, de vogels en de vissen zullen bang voor u zijn", vertelde God Noach, "want Ik heb ze in uw macht gegeven.
Gen. 9:3,4
VOEDINGSINSTRUCTIES. Voortaan zullen zij een deel van uw voedsel zijn, net zoals het koren en de groenten. Maar één ding mag u nooit doen: vlees eten voordat het bloed eruit is weggelopen.
Gen. 9:5-7
WET VAN LEVEN VOOR LEVEN. En ook moord is verboden. Dieren die mensen doden, moeten worden gedood, net zoals mensen die het bloed van andere mensen vergieten.
Want als u het bloed van een mens vergiet,
doodt u iemand die het evenbeeld van God is.
Ja, zorg dat u veel kinderen krijgt en bevolk de aarde."
Gen. 9:8-11
GODS VERBOND. Toen zei God tegen Noach en zijn zonen: Ik beloof u en uw kinderen en alle dieren, die bij u in het schip waren (de vogels, het vee en de wilde dieren) plechtig dat Ik de aarde nooit meer zal verwoesten met een grote watervloed.
Gen. 9:12-17
REGENBOOG ALS TEKEN VAN HET VERBOND. Als teken van dat verbond tussen Mij en alle levende wezens die na u op aarde zullen wonen, plaats Ik de regenboog in de wolken. Als Ik de wolken langs de hemel laat glijden, zal de regenboog verschijnen en Mij aan mijn belofte herinneren: nooit meer een watervloed, die alle leven vernietigt.
Als de regenboog aan de hemel staat, zal Ik hem zien en denken aan het eeuwigdurende verbond tussen Mij en alle levende wezens op aarde."
De menselijke toestand blijft zondig
Wat God met de zondvloed bereikte was het verdwijnen van een bedorven en zondig menselijk ras. Ook andere tradities uit de oudheid, zoals het Babylonische “Epos van Gilgamesj”, bevestigen de vroege overeenstemming over een dergelijk uitzonderlijke watervloed. De zondvloed biedt niet alleen een historische context, maar is ook een symbool van de verwoestende kracht van de zonde en de genade van God tegenover die mensen die in Hem willen geloven en zo een rechtschapen leven willen leiden.
Maar zelfs onder het rechtschapen restant van Noachs familie is de menselijke toestand zodanig verslechterd dat de zonde spoedig weer terug te vinden is in de levens van zelfs die mensen die van de vloed werden gered. Om de onveranderde gevallen toestand van de mens te documenteren, verhaalt het boek Genesis over een voorval waarin Noach zichzelf buiten bewustzijn drinkt en Cham een enorme oneerbiedigheid toont ten opzichte van zijn vader, die niet alleen dronken maar ook naakt is.
Wanneer Noach verneemt hoe oneerbiedig Cham is geweest, spreekt hij een vloek uit over Chams zoon, Kanaän – een vloek die vermoedelijk bedoeld is als een voorspelling van de dienstbaarheid van Chams nakomelingen. Terwijl de Bijbelse tekst zich ontvouwt zal het duidelijk worden dat de nakomelingen van Kanaän, die bekend staan als de Kanaänieten, dezelfde etnische afkomst hebben als de mensen die bekend staan als de Israëlieten, en inderdaad soms dienaren zullen zijn van de nakomelingen van Sem en Jafeth.
Gen. 9:18,19
NOACHS ZONEN. De drie zonen van Noach heetten Sem, Cham en Jafeth (Cham is de voorvader van de Kanaänieten). Uit deze drie zonen van Noach zijn alle volken op aarde ontstaan.
Gen. 9:20-23
CHAMS ONEERBIEDIGHEID JEGENS NOACH. Noach werd boer, plantte een wijngaard en maakte wijn. Op een dag was hij dronken en lag naakt in zijn tent. Cham, de voorvader van de Kanaänieten, bemerkte dat en vertelde het zijn broers. Toen zij dat hoorden, pakten Sem en Jafeth een mantel, liepen achteruit hun vaders tent in en bedekten zijn naakte lichaam met de mantel. Zij keken de andere kant op terwijl zij dat deden.
Gen. 9:24-27
VLOEK OP CHAMS NAGESLACHT. Toen Noach uit zijn roes ontwaakte en hoorde wat er was gebeurd en wat Cham had verteld, vervloekte hij alle nakomelingen van Cham:
"Er zal voortaan een vloek op de Kanaänieten rusten,
zij zullen de slaven zijn van de nakomelingen van Sem en Jafeth!"
Hij vervolgde:
"Gezegend zij de HERE, de God van Sem.
Mogen de Kanaänieten de slaven van Sem zijn.
God zegende Jafeth en late hem bij zijn broer Sem inwonen.
Laat de Kanaänieten ook zijn slaven zijn."
Gen. 9:28,29
NOACH STERFT. Na de grote watervloed leefde Noach nog 350 jaar. Hij werd 950 jaar oud en toen stierf hij.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- januari
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen