Clicky



 

Ezechi�l 9


De mannen die Jeruzalem gaan straffen
1 Toen hoorde ik de Heer luid roepen: "Kom hier, bewakers van de stad! Kom allemaal hier, met je wapen in de hand! Jullie gaan de stad verwoesten!"
2 Toen kwamen er zes mannen uit de richting van de Bovenpoort. Dat is de poort aan de noordkant. Ze hadden allemaal een wapen in de hand, een wapen van vernietiging. Tussen hen in liep een man in linnen kleren. Hij had een pen, inkt en een boekrol bij zich. Ze kwamen dichterbij en gingen bij het koperen altaar staan.
3 Toen steeg de stralende aanwezigheid van God op van zijn troon boven de hemelse wezens en ging naar de ingang van de tempel. Hij riep de man in de linnen kleren die het schrijfgerei bij zich had.
4 De Heer zei tegen hem: "Ga de hele stad Jeruzalem door. Maak een teken op het voorhoofd van alle mensen die het verschrikkelijk vinden wat er allemaal in deze stad gebeurt."
5 Tegen de zes andere mannen hoorde ik Hem zeggen: "Ga achter hem aan de stad door. Dood zonder genade alle bewoners.
6 Oude mensen, jongens en meisjes, kleine kinderen en vrouwen. Maar jullie mogen niemand doden die het teken op zijn voorhoofd heeft. Begin hier, bij mijn tempel." Toen begonnen ze bij de 70 leiders die bij het tempelhuis stonden.
7 En Hij zei tegen hen: "Bederf de tempel door de lijken op de pleinen van de tempel te gooien. Ga dan de stad in en dood iedereen."
8 Ze gingen weg om iedereen te doden. Alleen ik bleef achter. Toen liet ik mij op de grond vallen en riep tegen de Heer: "Heer! Gaat U nu iedereen doden die overgebleven was? Bent U z� boos op Jeruzalem?"
9 Hij antwoordde mij: "Het koninkrijk Isra�l en het koninkrijk Juda zijn heel erg slecht. Overal in het hele land hebben ze onschuldige mensen gedood. Want nergens wordt nog eerlijk rechtgesproken. Ze denken: 'De Heer heeft het land verlaten. De Heer ziet niets.'
10 Daarom zal Ik het hun niet vergeven. Ik zal geen genade met hen hebben. Ze krijgen hun verdiende straf voor wat ze hebben gedaan."
11 De man in de linnen kleren die het schrijfgerei had, kwam terug. Hij zei: "Ik heb gedaan wat U mij had bevolen."


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands