Clicky



 

Hagga� 1


Hagga� zegt dat de tempel herbouwd moet worden
1 Toen Darius twee jaar koning van Perzi� (Het koninkrijk Juda was veroverd door Babyloni�. Babyloni� was op zijn beurt veroverd door Perzi�. Koning Darius van Perzi� was zo dus ook de koning van Juda geworden.) was, op de eerste dag van de zesde maand, zei de Heer tegen Hagga� dat Hij een boodschap had voor Zerubbabel, de zoon van Sealti�l, en voor Jozua, de zoon van Jozadak. Zerubbabel (Onder leiding van Zerubbabel was een groep Judee�rs uit Babel teruggegaan naar Juda. Lees Ezra 2:1 en 2.) was de bestuurder van Juda en Jozua was de hogepriester.
2 Hagga� moest tegen hen zeggen: "Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Dit volk zegt: 'Het is nog niet de tijd om de tempel van de Heer te herbouwen.' (Dat zeiden ze omdat alles tegen zat. Er was honger, er was tegenwerking, er kwam geen geld meer uit Perzi�.)
3 Maar de Heer zegt:
4 Is het dan wel de tijd voor j�llie om in mooie huizen te wonen, terwijl m�jn huis, mijn tempel, in puin ligt?
5 Ik, de Heer van de hemelse legers, zeg: Denk na over wat er gebeurt.
6 Jullie zaaien veel, maar oogsten weinig. Jullie hebben wel te eten, maar nooit echt genoeg. Jullie hebben wel te drinken, maar hebben nog steeds dorst. Jullie hebben wel kleren aan, maar niet genoeg om het warm te hebben. Jullie verdienen wel geld, maar het is nooit genoeg doordat alles zo duur is.
7 Nu zeg Ik, de Heer van de hemelse legers: Denk daar eens over na!
8 Ga de bergen in, haal hout en bouw mijn tempel. D��r zal Ik blij mee zijn en jullie zullen Mij prijzen, zegt de Heer.
9 Jullie verwachten grote oogsten, maar kijk, er is niet veel. En het beetje dat jullie thuisbrengen, blaas Ik weg. Waarom doe Ik dat? Omdat m�jn huis in puin ligt en jullie alleen maar hard werken aan jullie eigen huizen.
10 Daarom valt er geen dauw en geen regen op het land en zijn de oogsten slecht.
11 Want Ik heb droogte laten komen over het land en de bergen, over het graan, de druiven, de olijfbomen en alle andere vruchten, over mensen en dieren en al het werk dat zij doen."

Er wordt een begin gemaakt met de herbouw van de tempel
12 Zerubbabel (de zoon van Sealti�l), hogepriester Jozua (de zoon van Jozadak) en alle anderen die van het volk waren overgebleven, gehoorzaamden aan wat Hagga� namens God tegen hen zei. Ze hadden ontzag voor hun Heer God.
13 En Hagga�, de boodschapper van de Heer, zei namens de Heer tegen het volk: "De Heer zegt: Ik ben met jullie."
14 En de Heer moedigde Zerubbabel, hogepriester Jozua en alle anderen die van het volk waren overgebleven aan, om de tempel te herbouwen. Toen gingen ze weer verder bouwen aan de tempel van hun God, de Heer van de hemelse legers.


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands