Clicky



 

Leviticus 7


Regels voor het eten van schuld-offers
1 De Heer zei tegen Mozes: "Dit zijn de wetten voor het schuld-offer. Het is heel erg heilig.
2 Het offerdier voor het schuld-offer moet geslacht worden op de plaats waar ook altijd het brand-offer geslacht wordt. Het bloed moet rondom tegen de zijkanten van het altaar geworpen worden.
3 Het vlees mag opgegeten worden, maar al het vet van het dier is voor Mij: de staart, het vet dat op de darmen zit,
4 de twee nieren met het vet dat daaraan zit en het vet rond de lever.
5 De priester moet dit vet op het altaar verbranden. Het is een schuld-offer.
6 Alle mannen uit de priesterfamilies mogen van het vlees eten, op een heilige plaats. Het is heel erg heilig.
7 Voor de schuld-offers geldt hetzelfde als voor de vergevings-offers: het vlees van het offerdier is voor de priester die het dier voor iemand heeft geslacht en geofferd.
8 Ook de huid mag hij hebben.
9 En ook elk meel-offer dat in de oven, in een pan of op een bakplaat is gebakken, is voor de priester die het offer brengt.
10 Elk meel-offer, met of zonder olijf-olie, is voor de priesters."

Regels voor het eten van dank-offers
11 De Heer zei tegen Mozes: "Dit zijn de wetten voor het dank-offer.
12 Als iemand aan Mij een dier wil offeren als dank-offer, dan moet hij er ongegiste koeken bij doen van deeg dat gemengd is met olijf-olie, of ongegiste dunne koeken die met olijf-olie bestreken zijn, of koeken van geroosterd fijn meel dat gemengd is met olijf-olie.
13 Bij dit offer hoort een offer van brood van gegist deeg.
14 Van elk dank-offer moet een deel aan Mij gegeven worden door het naar Mij omhoog te houden en heen en weer te bewegen. Daarna is het voor de priester die het bloed van het offerdier uitgegoten heeft.
15 Het vlees van het dier moet op dezelfde dag opgegeten worden. Er mag niets van overblijven tot de volgende ochtend."

Regels voor het eten van belofte-offers
16 De Heer zei tegen Mozes: "Als iemand het offer bedoelt als belofte-offer (hij heeft dit offer aan de Heer beloofd) of als vrijwillig offer (gewoon omdat hij dat graag wil geven), dan mag hij op de dag dat hij het dier heeft geofferd, van het vlees eten. De volgende dag mag hij nog opeten wat er de vorige dag van overbleef.
17 Maar als er op de derde dag nog steeds vlees over is, moet dat die dag worden verbrand.
18 Als hij er op de derde dag toch van eet, ben Ik niet blij met het offer dat hij Mij heeft gegeven. Ik vind niet dat die man iets goeds gedaan heeft, maar Ik vind het iets walgelijks. Iemand die er op de derde dag toch nog van eet, is schuldig."

Andere regels over de offers
19 De Heer zei tegen Mozes: "Als een stuk vlees iets onreins heeft aangeraakt, mag het niet meer opgegeten worden. Het moet worden verbrand. Maar de rest van het vlees mag gegeten worden door iedereen die rein is.
20 Maar als iemand onrein is als hij vlees eet van mijn dank-offer, moet hij worden gedood.
21 En als iemand iets onreins heeft aangeraakt, bijvoorbeeld een onrein mens of onrein dier, en daarna eet van het vlees van mijn dank-offer, dan moet hij worden gedood."
22 De Heer zei tegen Mozes:
23 "Zeg tegen de Isra�lieten: Jullie mogen helemaal geen vet van koeien, schapen of geiten eten.
24 Vet van een stuk vee dat is doodgegaan of dat door een wild dier is gedood, mag je voor allerlei dingen gebruiken, maar je mag het niet eten.
25 Iedereen die vet eet van het vee waarvan vuur-offers voor de Heer gebracht worden, moet worden gedood.
26 Ook mogen jullie in het hele land geen vlees eten waar het bloed nog in zit. Niet van vogels en niet van vee.
27 Iedereen die vlees eet waar het bloed nog in zit, moet worden gedood."
28 De Heer zei tegen Mozes:
29 "Zeg tegen de Isra�lieten: Als iemand Mij een dank-offer komt brengen, moet hij een deel van het offer zelf aan Mij geven.
30 Hij moet zelf zijn vuur-offer offeren. Hij moet zelf het vet en het borststuk brengen. Het borststuk moet hij naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Het is een beweeg-offer.
31 Daarna moet de priester het vet op het altaar verbranden. Maar het borststuk is voor de priesters.
32 Ook de rechter schouder is voor de priester.
33 De priester die het bloed van het dank-offer en het vet offert, krijgt de rechter schouder.
34 Van alle dank-offers die de Isra�lieten brengen, geef Ik het borststuk en de rechter schouder aan de priesters. Dat is een eeuwige wet voor de Isra�lieten.
35 Vanaf de dag dat Ik A�ron en zijn zonen tot priesters heb gezalfd, is dit deel van mijn vuur-offers voor hen.
36 Op de dag dat Ik hen uit de Isra�lieten uitkoos, heb Ik het bevel gegeven om dat deel aan hen te geven. Het is een eeuwige wet voor hen en voor al hun families n� hen."
37 Dit zijn de wetten voor het brand-offer, het meel-offer, het vergevings-offer, het schuld-offer, het inwijdings-offer en het dank-offer. De Heer gaf Mozes deze wetten op de berg Sina�.
38 De Heer beval in de Sina�-woestijn aan de Isra�lieten om z� hun offers aan Hem te brengen.


Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk

WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





copyright 2013 | Stichting BasisBijbel
De bijbel in makkelijk Nederlands