10 september
Bildad
Job 8:1-7
GOD IS RECHTVAARDIG. Toen zei de Suhiet Bildad tegen Job:
"Hoe lang ga je zo nog door, Job,
en blaas je woorden uit als een stormwind?
Wil je zeggen dat God onrechtvaardig is?
Als jouw kinderen tegen Hem gezondigd hebben,
heeft Hij hen terecht gestraft.
Maar als je God oprecht zoekt
en de Almachtige om genade smeekt,
als jij rein en oprecht bent, zal Hij opstaan,
opnieuw voor je zorgen
en jou je eigen plaats en woning teruggeven.
dan zal het begin maar klein en gering schijnen,
maar je toekomst zal welvaart zijn.
Job 8:8-10
BEROEP OP GELEERDHEID.
Kijk eens naar de geschiedenis;
leer toch van wat eerder heeft plaatsgehad.
Wij werden gisteren geboren en weten haast niets,
onze tijd op aarde glijdt als een schaduw voorbij.
Van de wijsheid van vroegere generaties kun je veel leren.
Luister naar hun ervaringen.
Job 8:11-19
ZEKERHEID WORDT IN GOD GEVONDEN.
Papyrus zal zonder moeras niet kunnen groeien,
net zomin als riet zonder water.
Als het groen op het veld staat,
verdort het sneller dan gras,
nog voordat het gemaaid is.
Zo gaat het ook met hen die God vergeten;
de hoop van de goddeloze wordt teniet gedaan.
Een mens zonder God vertrouwt op een spinneweb.
Alles waarop hij steunt, stort onder hem ineen.
Als hij veilig denkt te zijn in zijn huis, blijft het niet staan.
In het zonlicht lijkt hij krachtig en vruchtbaar als een groene plant;
zijn takken spreiden zich uit over de hele tuin.
Zijn wortels houden zich stevig vast aan een hoop stenen
en werken zich tussen die stenen door.
Maar als de plant van zijn plaats wordt weggerukt,
wordt hij daar niet eens gemist.
Dat is alles wat hem te wachten staat.
Een andere plant groeit op en neemt zijn plaats in.
Job 8:20-22
ELLENDE ZAL GEWROKEN WORDEN.
Begrijp het dan toch! God verwerpt een oprechte man niet
en evenmin geeft Hij voorspoed aan boosdoeners.
Eens zal Hij jouw mond weer laten lachen
en je lippen zullen weer van vreugde juichen.
De mensen die jou haten, zullen met schaamte worden vervuld
en de goddelozen zullen worden vernietigd."
Job
Job 9:1-13
GODS SCHEPPENDE KRACHT. Job antwoordde daarop:
"Natuurlijk, dat weet ik ook wel. Je vertelt mij niets nieuws.
Hoe zou een mens ooit rechtvaardig kunnen zijn in de ogen van God?
Als de mens besluit met God van mening te verschillen,
kan hij dan ook maar één vraag beantwoorden
van de duizend vragen, die God hem zal stellen?
God is zo wijs en zo machtig.
Wie heeft het ooit tegen Hem opgenomen en is daarbij ongedeerd gebleven?
Hij verplaatst immers de bergen zonder dat de mensen het merken
en keert hen in Zijn toorn ondersteboven.
Hij laat de aarde op haar fundamenten beven.
De zon en de sterren schijnen niet als Hij dat niet wil.
Hij strekt de hemelen uit
en loopt over de hoge golven van de zee.
Hij is de Maker van de Grote Beer, de Orion en de Pleiaden
en de sterrenstelsels aan de zuidelijke hemel.
Hij doet ongelooflijke en ontelbare wonderen.
Hij gaat onzichtbaar voorbij;
Hij beweegt Zich voort, maar ik kan Hem niet zien!
Als Hij de dood stuurt om iemand uit het leven weg te nemen,
wie houdt Hem dan tegen?
Wie durft Hem te vragen: 'Wat doet U?'
God matigt Zijn toorn niet.
De trotse mens kruipt voor Hem ineen.
Job 9:14-20
GEEN ARGUMENTEN TEGEN GOD.
En wie ben ik dat ik van mening zou durven verschillen met de Almachtige God?
Ik zou er niet eens de woorden voor kunnen vinden.
Ook al was ik zonder zonden, dan nog zou ik geen woord zeggen,
maar alleen smeken om genade bij de grote Rechter.
Zelfs als Hij zou antwoorden op mijn roepen,
zou ik niet kunnen geloven dat Hij naar mij zou luisteren.
Want Hij vernietigt mij in een onweer
en brengt mij zonder reden nog meer wonden toe.
Hij maakt mij het ademen onmogelijk
en vult mij in plaats daarvan met bittere gedachten.
Alleen Hij is sterk en rechtvaardig. Hij daagt iedereen uit:
'Wie kan bewijzen dat Ik onrechtvaardig ben?'
Maar ik? Ben ik rechtvaardig? Zelf zeg ik van niet.
En ook al was ik volmaakt, dan zou God nog bewijzen dat ik goddeloos was.
Job 9:21-24
ONSCHULD IS GEEN GARANTIE.
Ook al was ik absoluut onschuldig,
dan zou ik daar nog niet aan durven denken.
Ik veracht mijzelf om wat ik ben.
Onschuldig en schuldig,
het is voor Hem gelijk, want Hij vernietigt beiden.
Hij bespot de wanhoop van de onschuldige,
wanneer die wordt getroffen door rampen.
Als de hele wereld in handen is van goddelozen,
verblindt God de ogen van de rechters.
Als Hij het niet is die dat doet, wie is het dan wel?
Job 9:25-31
LEED BLIJFT.
De dagen van mijn leven gaan snel voorbij en zijn vol ellende.
Mijn levensjaren glijden voorbij als bootjes van riet,
met de snelheid van de arend die op haar prooi afvliegt.
Als ik zou besluiten mijn klachten tegen God te vergeten,
een einde te maken aan mijn bedroefdheid
en een vrolijk gezicht op te zetten,
dan mag ik nog grotere tegenslagen verwachten.
Want ik weet, God, dat U mij niet als onschuldig zult beschouwen.
U zult mij toch veroordelen.
Dus waarom zou ik proberen onschuldig te zijn?
Zelfs al zou ik me wassen met het zuiverste water
en mijn handen met loog reinigen om ze helemaal schoon te krijgen,
dan nog zou U mij in de put gooien
zodat zelfs mijn eigen kleren vies van me worden.
Job 9:32-35
GEEN PLEITBEZORGER VOOR DE MENS.
En ik kan mijzelf niet verdedigen,
want de HERE is geen gewone sterveling zoals ik.
Als Hij dat wel was, zou ik de hele zaak eerlijk uitpraten.
Maar voor ons bestaat geen scheidsrechter,
geen onpartijdige die ons tot elkaar kan brengen.
Laat Hij toch ophouden mij te slaan,
zodat ik niet langer in angst voor Zijn straf hoef te leven!
Dan zou ik zonder vrees tegen Hem kunnen spreken;
maar zoals het er nu voorstaat, kan ik dat niet."
Job 10:1-7
IS TOESTAND VAN MENS BEKEND?
"Ik ben het leven moe.
Laat mij maar rustig klagen
en mijn bitterheid en bedroefdheid onder woorden brengen.
Ik zal tegen God zeggen: 'Veroordeel mij niet zomaar;
vertel mij tenminste waarom U het doet!
Heeft U er wat aan dat U mij veracht en onder druk zet;
een mens die U Zelf hebt gemaakt,
terwijl U tegelijkertijd vreugde en voorspoed geeft aan de goddelozen?
Hebt U menselijke ogen
en ziet U zoals stervelingen zien?
Bent U net zo onrechtvaardig als de mensen kunnen zijn?
Is Uw leven soms zo kort
dat U mij moet achtervolgen om zonden,
waarvan U heel goed weet dat ik ze niet heb begaan?
Doet U dat omdat U weet
dat toch niemand mij uit Uw hand kan redden?
Job 10:8-12
MOET DE SCHEPPER VERNIETIGEN?
U hebt mij gemaakt,
maar toch vernietigt U mij.
Ach, denk er toch alstublieft aan dat ik maar van stof ben gemaakt;
wilt U mij al zo snel weer in stof veranderen?
Als melk hebt U mij uitgegoten,
als kaas hebt U mij laten stremmen.
U gaf mij een huid en vlees
en doorweefde mij met beenderen en spieren.
U gaf mij het leven, was goed en vriendelijk voor mij
en Uw goede zorgen hebben mij bewaard.
Job 10:13-17
ZONDIGHEID NIET HET PROBLEEM.
Toen U mij maakte,
was U al van plan mij te straffen,
als ik zou zondigen.'
Als ik schuldig ben, wee mij!
En als ik onschuldig ben,
dan loop ik met mijn hoofd gebogen,
want ik schaam mij
en ben overspoeld door verdriet.
Als ik met opgeheven hoofd zou rondlopen,
springt U als een leeuw op mij
en toont Uw geweldige overmacht.
Steeds opnieuw getuigt U tegen mij,
treft U mij met een steeds groter wordende toorn
en brengt verse troepen tegen mij in het veld.
Job 10:18-22
TREURIGE MENSELIJKE TOESTAND.
Maar waarom liet U mij dan toch geboren worden?
Waarom liet U mij bij mijn geboorte niet sterven?
Dan zou ik niets hebben geweten van dit ellendige bestaan!
Ik zou direct vanuit de baarmoeder naar het graf zijn gegaan.
Ziet U niet hoe weinig tijd ik nog heb?
Och, laat mij toch met rust, zodat ik nog een korte tijd van vreugde heb,
voordat ik naar het land van duisternis en de schaduwen van de dood ga
om nooit meer terug te keren;
een land dat zo donker is als het diepst van de nacht,
een land van de schaduw van de dood,
waar verwarring heerst
en waar het helderste licht nog zo donker is als de nacht."
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- september
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen