13 mei
De bouw van de tempel
Salomo's bekendste verrichting is wellicht de bouw van de magnifieke tempel in Jeruzalem. De tempel is
ongeëvenaard in schoonheid en zal een nationaal monument worden dat symbool staat voor Israëls bijzondere
relatie met God. Koning David had de oorspronkelijke plannen laten vervaardigen, maar het is nu Salomo's
taak om opzichter te zijn over de bouw. Het detailniveau waarmee de tempel wordt beschreven doet denken
aan de beschrijving van de bouw van de tabernakel in de woestijn. De twee bouwwerken hebben zelfs een
vergelijkbaar ontwerp, ook al heeft de tempel meerdere verdiepingen en een groot voorportaal, twee grote
toevoegingen ten opzichte van de tabernakel.
Een groot gedeelte van het werk wordt verricht met materialen die door bekwame vaklieden uit Tyrus worden
aangeleverd. Het verslag begint met de sluiting van een verdrag tussen Salomo en koning Hiram van Tyrus.
Enige tijd later wordt een andere man, met dezelfde naam Hiram, uit Tyrus overgebracht om het koperwerk
voor de inrichting van de tempel te vervaardigen. Het schitterende voltooide gebouw overtreft elke beschrijving.
1 Kon. 5:1-9, 2 Kron. 2:1, 3-16 - Jeruzalem
CONTRACT MET KONING HIRAM. Kr Salomo besloot na verloop van tijd een tempel voor de HERE
en een paleis voor zichzelf te bouwen. Ko Koning Hiram van Tyrus was altijd al een groot
bewonderaar en vriend van David geweest. Toen hij hoorde dat Davids zoon Salomo de nieuwe
koning van Israël was geworden, stuurde hij ambassadeurs om zijn felicitaties en de beste
wensen over te brengen. Salomo antwoordde met een voorstel over de tempel van de HERE, die
hij wilde bouwen.
"Mijn vader David", zo legde Salomo koning Hiram uit, "was niet in staat zo'n tempel te bouwen
wegens de talloze oorlogen die hij moest voeren en omdat hij wachtte tot de HERE hem vrede
gaf."
"Maar nu", zo deelde Salomo Hiram mee, "heeft de HERE, mijn God, mij aan alle kanten vrede
gegeven; ik heb geen last van buitenlandse vijanden of binnenlandse opstanden. Daarom ben ik
van plan een tempel te bouwen voor de HERE, mijn God, precies zoals Hij mijn vader heeft
gezegd dat ik zou doen. Want de HERE zei tegen hem: 'Uw zoon, die Ik op uw troon zal
plaatsen, zal een tempel voor Mij bouwen."
Kr Salomo stuurde een afgezant naar koning Huram in Tyrus om te vragen om scheepsladingen
cederhout, zoals David die vroeger ook van Huram had ontvangen toen hij zijn paleis bouwde.
"Ik ben van plan een tempel te bouwen voor de HERE, mijn God", liet Salomo Huram weten. "Het
wordt een plaats waar ik reukwerk van specerijen kan verbranden voor God, waar ik het
toonbrood kan uitstallen en elke morgen en avond, elke sabbat, op het feest van de nieuwe
maan en bij alle regelmatige feesten van de HERE, onze God, brandoffers kan brengen. Want
God verlangt van Israël dat het deze speciale gelegenheden viert.
Het wordt een prachtige tempel, want onze God is een grote God, groter dan welke afgod ook.
Maar wie kan ooit een huis bouwen dat Hem waardig is? Zelfs de hoogste hemel zou nog niet
Zijn huis kunnen zijn. En wie ben ik dat ik een tempel voor God mag bouwen, waar de mensen
Hem kunnen aanbidden?
Stuur mij daarom een ervaren handwerksman die de mooiste dingen kan maken van goud en
zilver, koper en ijzer, purper, karmozijn en violet. Ook moet hij goed kunnen graveren en kunnen
samenwerken met de vaklieden uit Juda en Jeruzalem, die mijn vader David destijds heeft
uitgezocht.
Stuur mij verder ceder, cypresse en algummimhout uit de wouden van de Libanon, want uw
mannen zijn de beste houthakkers die ik ken. Ik zal u mannen sturen die hen daarbij kunnen
helpen. We hebben een enorme hoeveelheid timmerhout nodig, want de tempel die ik ga
bouwen, wordt groot en ongelooflijk mooi. Voor al uw mensen stel ik 4,4 miljoen liter tarwe, 4,4
miljoen liter gerst, 440.000 liter wijn en 440.000 liter olijfolie ter beschikking."
Koning Huram stuurde koning Salomo het volgende antwoord:
"Uit liefde tot Zijn volk heeft de HERE u tot koning aangesteld. Gezegend zij de HERE, de God
van Israël, Die de hemel en de aarde heeft gemaakt en Die David zo'n wijze, intelligente en
verstandige zoon heeft gegeven om Zijn tempel te bouwen en daarbij nog een paleis voor
zichzelf.
Ik stuur u één van mijn beste vakmensen, de beroemde Huram-Abi. Hij is een man met goed
inzicht en verstand. Zijn moeder is een Joodse vrouw uit Dan in Israël en zijn vader komt uit
Tyrus. Hij is een uitstekende goud- en zilversmid, maakt prachtige dingen van koper en ijzer en
weet alles van steen en houtbewerking; hij is een vakman in het maken van purper, violet,
byssus en karmozijn. Daarnaast kan hij uitstekend graveren en is bovendien erg creatief. Hij zal
samenwerken met uw handwerkslieden, die mijn heer David, uw vader, heeft uitgezocht.
Stuur mij de tarwe, de gerst, de olijfolie en de wijn waarover u sprak, dan beginnen wij in de
heuvels van de Libanon met houthakken. U krijgt zoveel als u nodig hebt en ik zal het in de vorm
van vlotten naar Jafo laten brengen. Van daaruit kunt u het dan verder vervoeren naar
Jeruzalem."
1 Kon. 5:10-12
WEDERZIJDS VOORDELIG VERDRAG. Zo bezorgde Hiram Salomo zoveel ceder en cypressehout
als hij nodig had en in ruil daarvoor stuurde Salomo hem een jaarlijkse betaling van vijf miljoen
liter tarwe voor zijn hofhouding en 5000 liter pure olijfolie. Zo gaf de HERE Salomo grote
wijsheid, zoals Hij had beloofd. En Hiram en Salomo sloten een vriendschapsverdrag.
1 Kon. 5:13-18, 2 Kron. 2:2,17,18
ARBEIDERS GEWORVEN. Ko Toen riep Salomo uit heel Israël 30.000 arbeiders op en stuurde hen
in groepen van 10.000 man per maand naar de Libanon. Iedere man was dus één maand in de
Libanon en twee maanden thuis. Adoniram was belast met de leiding over deze grote
onderneming. Kr Daarvoor waren 70.000 arbeiders, 80.000 steenhouwers en 3600 opzichters
nodig. Salomo telde alle buitenlanders in het land, net zoals zijn vader David had gedaan en
kwam op een totaal van 153.600 mensen. Hij gebruikte 70.000 van hen als gewone arbeiders,
80.000 als steenhouwers en 3600 als opzichters. Ko De steenhouwers hakten grote steenblokken
van een waardevolle kwaliteit uit, die moesten dienen als fundamenten voor de tempel. De
Giblieten hielpen de mannen van Hiram en Salomo bij het op maat hakken van de
boomstammen en het pasklaar maken van de kostbare steenblokken voor de bouw van de
tempel.
1 Kon. 6:1, 2 Kron. 3:1,2 (ca. 967 v.C.) - De Berg Moria
BOUW BEGINT. Ko In de lente van het vierde regeringsjaar van koning Salomo begon deze met de
eigenlijke bouw van de tempel. Dit was 480 jaar nadat het volk Israël uit de slavernij in Egypte
was bevrijd. Kr Hij werd gebouwd op de top van de berg Moria midden in Jeruzalem; dat was de
plaats waar de HERE aan David was verschenen en waar de dorsvloer van de Jebusiet Ornan
had gelegen. Die plaats had David toen al aangewezen als toekomstige vestigingsplaats van de
tempel.
1 Kon. 6:11-13
GODS BELOFTE AAN SALOMO. Toen gaf de HERE Salomo de volgende boodschap over de
tempel die hij aan het bouwen was: "Als u doet wat Ik zeg en al mijn geboden gehoorzaamt, zal
Ik doen wat Ik tegen uw vader David heb gezegd: 'Ik zal temidden van de Israëlieten wonen en
hen nooit in de steek laten.'"
1 Kon. 6:2, 2 Kron. 3:3
AFMETINGEN VAN TEMPEL. De tempel was 27 meter lang, 9 meter breed en 13,5 meter hoog.
1 Kon. 6:9b,18, 2 Kron. 3:5-7a
GEBRUIKTE MATERIALEN. Kr De grote hal van de tempel werd met cypressehout betimmerd en
daar overheen kwam een laagje goud, waarin palmen en slingers werden gegraveerd. Prachtige
edelstenen werden in de wanden aangebracht om de schoonheid te verhogen. Het goud was
van de allerbeste soort, afkomstig uit Parvaïm. Alle muren, balken, deuren en kozijnen werden
met goud overtrokken... Ko Door de hele tempel was de cederhouten betimmering versierd met
houtsnijwerk van bloemknoppen en geopende bloemen. Van de stenen muur was niets meer te
zien.
1 Kon. 6:7
GEPREFABRICEERDE STENEN. De stenen die voor de bouw van de tempel werden gebruikt,
waren in de steengroeve pasklaar gemaakt. De hele bouw werd uitgevoerd zonder dat ook maar
ergens het geluid van een hamer, bijl of ander gereedschap werd vernomen op het bouwterrein.
1 Kon. 6:3, 2 Kron. 3:4
VOORPORTAAL. Het voorportaal strekte zich uit over de hele breedte van het gebouw. De
binnenmuren en het plafond waren helemaal overtrokken met goud. Het dak was 13,5 meter
hoog.
1 Kon. 6:4
RAMEN. Overal in het gebouw werden smalle ramen aangebracht.
1 Kon. 6:5,6,8,10, 2 Kron. 3:9b
MEERDERE VERDIEPINGEN. Ko Over de volle lengte van de tempel werd aan beide zijden, langs
de buitenmuren, een aanbouw met kamers gemaakt. Deze aanbouw telde drie verdiepingen,
waarvan de onderste 2,25 meter, de middelste 2,70 meter en de bovenste 3,15 meter breed was.
De kamers waren aan de tempelmuren bevestigd met balken, die op blokken rustten die uit de
muur staken; de balken zaten dus niet in de muur vast.
De onderste verdieping met kamers was vanaf de rechterkant van de tempel toegankelijk en
daar liep ook een wenteltrap omhoog naar de tweede verdieping. Een andere trap leidde van de
tweede naar de derde verdieping. Zoals gezegd, stond langs de zijden van de tempel een
aanbouw met cederhouten balken bevestigd aan de tempelmuren. Elke verdieping van deze
aanbouw was 2,25 meter hoog. Kr Ook de bovenvertrekken werden met goud overtrokken.
1 Kon. 6:16,17,19-22, 2 Kron. 3:8,9a
HEILIGE DER HEILIGEN. Ko De negen meter lange kamer aan het uiterste einde van de tempel
(het Heilige der Heiligen) was eveneens van de vloer tot aan het dak met cederhout betimmerd.
Het overige deel van de tempel, buiten het Heilige der Heiligen, was achttien meter lang.
De achterste kamer was de plaats waar de ark van het verbond van de HERE geplaatst zou
worden. Dit binnenste heiligdom was negen meter lang, breed en hoog. De muren en het plafond
werden overtrokken met puur goud en Salomo maakte een cederhouten altaar voor deze kamer.
Daarna overtrok hij ook het interieur van de rest van de tempel met goud, inclusief het
cederhouten altaar dat voor het Heilige der Heiligen staat. Tevens vervaardigde hij een gordijn,
hangend aan gouden kettingen, dat de toegang tot het Heilige der Heiligen afsloot. Kr De gouden
spijkers waarmee alles werd bevestigd, wogen zo'n 550 gram.
1 Kon. 6:23-28, 2 Kron. 3:10-13
CHERUBS. Ko In het binnenste heiligdom plaatste Salomo twee afbeeldingen van engelen van
olijfhout, elk 4,50 meter hoog. Zij werden zó neergezet dat hun uitgestrekte vleugels van muur tot
muur reikten en hun andere vleugels elkaar in het midden van de kamer raakten. Elke vleugel
was 2,25 meter lang, zodat iedere engel van vleugeltip tot vleugeltip 4,50 meter mat. De beide
engelen werden overtrokken met goud. Kr Zij stonden op de vloer met het gezicht naar het
aanliggende vertrek gericht.
2 Kron. 3:14
GORDIJN. De ingang van dit vertrek sloot hij af met een gordijn dat was gemaakt van
blauwpurper, roodpurper, karmozijn en fijn linnen, versierd met engelfiguren.
1 Kon. 6:15,29,30, 2 Kron. 3:7b
MUREN EN VLOER. Het hele interieur, van de vloer tot aan het dak, was betimmerd met
cederhout en op de vloer lagen planken van cypressehout.
Engelenfiguren, palmbomen en open bloemen werden uitgesneden in de muren van de beide
kamers in de tempel en de vloer van de beide vertrekken werd overtrokken met goud.
1 Kon. 6:31-35
DEUREN. De deurposten van de ingang tot het binnenste heiligdom namen een vijfde deel van de
breedte van de muur in beslag en de twee olijfhouten deuren van de toegang waren ook versierd
met uitgesneden figuren van engelen , palmbomen en open bloemen, alles weer overtrokken met
goud. Daarna maakten zij de olijfhouten deurposten van de ingang van de tempel, die een kwart
van de breedte van de muur besloegen. Er waren twee vouwdeuren van cypressehout en elke
deur was zo geconstrueerd, dat hij door middel van scharnieren tegen de muur kon worden
geklapt. Ook in deze deuren waren engelen, palmbomen en bloemen uitgesneden, die
zorgvuldig met goud waren overtrokken.
1 Kon. 6:9a,14, 6:37,38 - (ca. 960 v.C.)
VOLTOOIING VAN BOUW. De fundering voor de tempel werd gelegd in de tweede maand van het
vierde regeringsjaar van Salomo en het hele gebouw was volledig afgebouwd in de achtste
maand van zijn elfde regeringsjaar. De bouw duurde dus zeven jaar.
1 Kon. 7:13-22, 2 Kron. 3:15-17
HIRAM DE AMBACHTSMAN EN DE TWEE PILAREN. Koning Salomo liet daarna een zekere Hiram
uit Tyrus komen. Deze had een Joodse moeder uit de stam van Naftali en was zoon van een
zeer bekwame koperslager uit Tyrus.
Zo kwam hij voor koning Salomo werken en maakte twee koperen holle pilaren, die 8,10 meter
hoog waren en een omtrek hadden van 5,40 meter. Bovenop de pilaren bevestigde hij twee
lelievormige, gegoten koperen kapitelen. Elk kapiteel was 2,25 meter hoog en 2 meter lang en
werd versierd met zeven gevlochten slingers van koper, met daarop twee rijen van in totaal 400
granaatappelen. Hiram plaatste deze pilaren bij de ingang van de grote hal van de tempel. De
zuidelijke werd de pilaar van Jachin en de noordelijke de pilaar van Boaz genoemd.
2 Kron. 4:1
KOPEREN ALTAAR. Verder maakte hij een koperen altaar van negen meter in het vierkant en een
hoogte van 4,5 meter.
1 Kon. 7:23-26,39b, 2 Kron. 4:2-5,10,6c
BASSIN. Daarna goot hij een koperen bassin met een doorsnede van 4,5 meter. De rand van dit
bassin was ruim 2,25 meter hoog en had een lengte van 13,5 meter. Twee rijen koperen
runderen ondersteunden dit bassin en ze vormden samen één gegoten geheel.
Deze runderen, twaalf in getal, stonden met de staarten naar elkaar toe. Drie keken naar het
noorden, drie naar het westen, drie naar het zuiden en drie naar het oosten. De wanden van het
bassin waren acht centimeter dik en bogen naar buiten als van een beker of een lelie. De inhoud
bedroeg 44.000 liter water. Het grote bassin stond in de zuidoostelijke hoek van het buitenvertrek
van de tempel. De priesters gebruikten het grote bassin om zichzelf in te wassen.
1 Kon. 7:27-37
ONDERSTELLEN. Daarna maakte hij tien koperen onderstellen met vier wielen, elk 1,80 meter in
het vierkant en 1,35 meter hoog. Deze onderstellen waren gekoppeld aan vierkante dwarsplaten.
De dwarsplaten waren versierd met figuren van leeuwen, ossen en engelen. Boven en onder de
leeuwen en ossen bevonden zich versieringen in de vorm van kransen. Elk van de verplaatsbare
onderstellen had vier koperen wielen en koperen assen en op elke hoek van de onderstellen
waren koperen handvaten bevestigd, die ook weer met kransmotieven waren versierd. De
bovenkant van elk onderstel bestond uit een ronde plaat van 45 centimeter hoog. Het midden
van het onderstel was schaalvormig en 67,5 centimeter diep, aan de buitenkant weer versierd
met kransmotieven. De sluitplaten waren vierkant, niet rond. De onderstellen reden op vier
wielen, verbonden met assen die een geheel vormden met de onderstellen. De wielen waren
67,5 centimeter hoog en leken veel op de wielen van een strijdwagen. Alle delen van de
onderstellen waren gemaakt van gegoten koper, ook de assen, spaken, velgen en naven.
Aan alle vier de hoeken van de onderstellen zaten handvaten, die ook één geheel vormden met
het onderstel. De bovenkant van elk onderstel werd omgeven door een rand van 22,5 centimeter
hoog, waaraan handvaten zaten. Op de handvaten waren overal waar maar enige ruimte was
engelen, leeuwen en palmbomen gegraveerd, omringd door slingers. Alle tien onderstellen waren
even groot en leken precies op elkaar, want zij bestonden uit hetzelfde gietsel.
1 Kon. 7:38,39a, 2 Kron. 4:6a,b
BRONZEN WASVATEN. Ko Daarna maakte hij tien koperen wasvaten Kr ...waarmee alles voor de
offerdienst moest worden gewassen... Ko en zette die op de onderstellen. Zij hadden een
doorsnee van 1,80 meter en konden 880 liter water bevatten. Vijf van deze wasvaten werden aan
de rechterkant van het vertrek geplaatst. De andere vijf stonden aan de linkerkant.
1 Kon. 6:36, 2 Kron. 4:9
HOVEN. Ko De muur van de binnenste voorhof bestond uit drie rijen uitgehouwen stenen en één rij
cederhouten stammen. Kr Daarna bouwde hij een voorhof voor de priesters en een voorhof voor
het publiek. De toegangsdeuren en scharnieren van beide hoven overtrok hij met koper.
1 Kon. 7:40-47, 2 Kron. 4:11-18
HIRAMS KOPERWERK. Hiram maakte ook de potten, scheppen en offerschalen en beëindigde zo
het werk in de tempel van de HERE, dat koning Salomo hem had opgedragen.
Hier volgt een lijst van de voorwerpen, die hij maakte:
twee pilaren,
kapitelen voor op de pilaren,
het vlechtwerk dat de kapitelen van elke pilaar bedekte,
400 granaatappelen in twee rijen op het vlechtwerk, dat de onderkant van de kapitelen
moest bedekken,
tien verplaatsbare onderstellen met daarop tien wasvaten,
een groot vat en twaalf ossen die dat vat ondersteunden,
potten, scheppen en offerschalen.
Al deze voorwerpen waren gemaakt van gepolijst koper en werden gegoten op de vlakten bij de
Jordaan, tussen Sukkoth en Zarathan. Het totale gewicht van al deze voorwerpen was niet
bekend, omdat ze eenvoudig te zwaar waren om te kunnen wegen!
1 Kon. 7:48-50, 2 Kron. 4:7,8,19-22
GOUDEN VOORWERPEN. Ko Alle gebruiksvoorwerpen voor de tempel waren gemaakt van puur
goud.
Dat gold ook voor het altaar,
de tafel waarop de toonbroden lagen,
de armen van de kandelaren waarvan vijf links en vijf rechts voor het Heilige der
Heiligen stonden,
de bloemen, lampen, snuiters,
koppen, offerschalen, lepels, vuurpannen, wierookvaten,
de scharnieren van de toegangsdeuren van het Heilige der Heiligen en de deuren van
de hoofdingang van de tempel. Kr Tevens maakte hij tien tafels en zette er vijf tegen de
muur aan de linkerkant en vijf tegen die aan de rechterkant. Ook maakte hij honderd
massief gouden offerschalen.
1 Kon. 7:51, 2 Kron. 5:1
GEBRUIKSVOORWERPEN COMPLEET. Toen de tempel tenslotte klaar was, vulde Salomo de
schatkamer van de tempel met het zilver, goud en alle andere voorwerpen die zijn vader David
daarvoor had bestemd.
1 Kon. 9:25, 2 Kron. 8:12-16
ONOPHOUDELIJKE AANBIDDING. Daarna bracht Salomo brandoffers aan de HERE op het altaar,
dat hij een plaats had gegeven voor de voorhal van de tempel. De hoeveelheid offers varieerde
van dag tot dag, in overeenstemming met de aanwijzingen die Mozes daarvoor had gegeven; op
de sabbatten, de vieringen van de nieuwe maan en bij de drie jaarlijkse feesten: Pascha,
Wekenfeest en Loofhuttenfeest. Bij de aanwijzing van de priesters voor de taken in de tempel,
volgde hij de voorschriften die zijn vader David hem had gegeven; de Levieten kregen opdracht
de HERE te loven en de priesters bij hun dagelijkse werk te helpen; de poortwachters kregen
hun taak bij de poorten toegewezen. Alles gebeurde precies volgens de aanwijzingen van koning
David. En er werd in geen enkel opzicht afgeweken van de aanwijzingen omtrent deze zaken en
het beheer van de schatkamers.
Op die manier bracht Salomo de bouw van de tempel tot een goed einde.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- mei
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen