Thuis >> 16 december
16 december
Brief aan de Filippenzen
Paulus staat nog steeds onder huisarrest wanneer hij ook de Christenen in Filippi schrijft. Sinds zijn drie
bezoeken aan hun stad heeft Paulus nauwe banden onderhouden met de Filippenzen. Het is duidelijk dat
Paulus een bijzondere relatie met hen heeft, niet alleen vanwege die nauwe banden maar ook omdat zij het
werk van Paulus vaak met gulle giften hebben gesteund. Hun laatste bijdragen werden bezorgd door
Epafroditus, die ernstig ziek is geworden nadat hij naar Paulus was gekomen om met hem samen te werken.
Paulus stuurt hem nu terug met deze brief aan de broeders in Filippi.
In deze brief schrijft Paulus de congregatie van de kleine stad waar twee vrouwen, Euodia en Syntyche, een
aanvaring hebben gehad. Zoals zo vaak gebeurt wanneer er persoonlijke conflicten plaatsvinden, wordt de hele
gemeente door de onenigheid in tweeën gespleten. Daarom vraagt Paulus de twee vrouwen, en tegelijkertijd
alle andere Christenen, dringend om te leren meer van elkaar te houden.
Paulus baseert zijn betoog op het nederige, maar rotsvaste voorbeeld van Christus Zelf en pleit voor het
vooropstellen van de belangen van anderen, zelfs als dat ten koste gaat van het eigen belang. De apostel
spoort hen aan om hun zelfzuchtige gevoelens op te offeren en zich toe te leggen op het oplossen van hun
geschillen, mede omdat hun heidense buren hun gedrag gadeslaan. Hij wijst erop dat zijn betoog niet
gebaseerd is op enig gezag dat hij zelf zou hebben, maar op de dwingende liefde van Christus die tot
uitdrukking kwam in Zijn leven en Zijn dood. Dit soort liefde, zegt Paulus, is waar, eervol, rechtvaardig, zuiver,
mooi, deugdzaam en loffelijk en is de enige basis voor het herstellen van relaties tussen mensen en binnen
verdeelde groepen.
Fil. 1:1,2
GROET. Van: Paulus en Timotheüs, dienaren van Christus Jezus.
Aan: Alle gelovigen in de stad Filippi en hun voorgangers en diakenen.
Wij wensen u de genade en vrede toe van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus.
Bezinning op opsluiting
Fil. 1:3-11
UITDRUKKING VAN LIEFDE. Telkens als ik aan u denk, dank ik God. Als ik voor u bid, is mijn hart
vol vreugde over de geweldige medewerking die u hebt gegeven aan het bekendmaken van het
goede nieuws, vanaf de dag dat u het voor het eerst hoorde tot nu toe. Ik ben er zeker van dat
God op de grote dag van Christus Jezus het goede werk dat Hij onder u begonnen is, zal
voltooien.
Het spreekt eigenlijk vanzelf dat ik zo over u denk, want u hebt een bijzondere plaats in mijn hart.
Immers, of ik nu gevangen zit of in vrijheid het geloof in Jezus Christus verdedig en verkondig, u
deelt mee in de genade die God mij bewijst. God weet hoe ik naar u verlang met de liefde van
Christus Jezus.
Ik bid dat u meer en meer van liefde zult overvloeien, zodat u een diep geloof en inzicht in de
dingen van God zult krijgen. Ik wil dat u scherp het verschil tussen goed en kwaad zult zien. Dan
zult u op de dag van Jezus Christus zuiver zijn, zonder dat er iets op u aan te merken is. Uit heel
uw doen en laten moet blijken dat God het (door Jezus Christus) tussen u en Hem in orde heeft
gemaakt. Daarvoor zal Hij geëerd en geprezen worden.
Fil. 1:12-14
OPSLUITING EEN ZEGEN. Het volgende wil ik u graag laten weten, beste broeders: Alles wat mij
hier is overkomen, heeft ertoe bijgedragen dat het goede nieuws over Jezus Christus beter
bekend werd. Allen hier, ook de soldaten, weten dat ik terwille van Christus gevangen zit. En
door mijn gevangenschap lijken vele christenen hier hun vrees voor de boeien te hebben
overwonnen. Op de een of andere manier heeft mijn geduld hen bemoedigd, met het gevolg dat
zij steeds vrijmoediger spreken over Jezus Christus.
Fil. 1:15-18
VREUGDE OVER PREDIKING. Sommigen hier maken het goede nieuws over Jezus Christus
bekend omdat zij jaloers zijn op de manier waarop God mij hier heeft gebruikt. Gelukkig zijn er
ook anderen die het met de juiste motieven doen. Die doen het uit liefde. Zij weten dat ik door
God geroepen ben om hier het geloof in Jezus Christus te verdedigen. Maar de eersten die ik
noemde, spreken over Hem in de hoop mij jaloers te maken. Zij hopen dat hun succes mijn
gevangenschap zwaarder zal maken. Maar wat dan nog? Jezus Christus wordt hoe dan ook
gepredikt, hetzij vanuit een onoprechte, hetzij vanuit een oprechte houding, en daar ben ik op
zichzelf heel blij mee.
Fil. 1:19-26
DILEMMA VAN PAULUS. Mijn boodschap zal niet minder worden, want ik weet dat, als u voor mij
bidt en de Heilige Geest mij helpt, dit alles mijn behoud alleen maar ten goede zal komen. Ik heb
de vurige verwachting en vaste hoop dat ik niets zal doen waarvoor ik mij zal moeten schamen,
maar dat ik net als altijd openlijk voor Christus zal uitkomen. Zijn grootheid zal ook in mij
zichtbaar worden, of ik nu in leven blijf of sterf. Voor mij is het leven Christus Zelf en het sterven
pure winst. Toch weet ik niet wat ik kiezen moet. Aan de ene kant wil ik graag in dit lichaam
blijven en hier nog veel goeds kunnen doen. Maar aan de andere kant zou ik graag deze wereld
verlaten om bij Christus te zijn, want dat is toch verreweg het beste. Het is duidelijk dat er van
twee kanten aan mij getrokken wordt. Maar omdat u eigenlijk niet zonder mij kunt, reken ik erop
dat ik nog wel enige tijd in deze wereld zal blijven. Daarom zal ik mijn werk onder u voortzetten
en u helpen te groeien in uw geloof en blijdschap. Dan zult u als ik eenmaal weer bij u ben,
uitbundig Christus Jezus kunnen prijzen voor wat Hij door mij voor u heeft gedaan.
Diverse aansporingen
Fil. 1:27-2:2
BLIJF EENDRACHTIG. Maar let erop dat u zich altijd zo gedraagt als christenen past. Laat ik, of ik
u nu terugzie of niet, altijd goede berichten over u mogen horen; dat u één van hart en ziel bent
en dat u zich volledig inzet voor het geloof en het goede nieuws. En laat u daarbij in geen enkel
opzicht schrik aanjagen door uw tegenstanders. Dat zal hun dan duidelijk maken dat zij verloren
gaan, maar voor u zal het een duidelijk teken van God zijn, dat Hij u heeft verlost. Want het is uw
voorrecht niet alleen op Christus te mogen vertrouwen, maar ook voor Hem te mogen lijden. U
hebt dezelfde strijd als ik. U weet hoe ik voor Christus heb geleden; en zoals u hebt gehoord, ben
ik op het ogenblik weer in een verschrikkelijke strijd gewikkeld. Als u elkaar in Christus helpt, als
u elkaar met liefde bemoedigt, als u door de Geest één bent met elkaar, als u zich over elkaar
ontfermt en liefdevol met elkaar omgaat, maak mij dan helemaal gelukkig door het onderling
eens te zijn en elkaar lief te hebben. Streef (één van hart en ziel) naar echte eenheid.
Fil. 2:3-11
IMITEER NEDERIGHEID VAN CHRISTUS. Wees niet egoïstisch en probeer niet de eer naar u toe te
trekken of een ander te bedriegen. Maar wees nederig en sla een ander hoger aan dan uzelf.
Denk niet alleen aan uw eigen zaken, maar heb ook belangstelling voor wat een ander doet. Blijf
erop toezien dat uw innerlijke houding moet zijn zoals die van Christus Jezus,
Die, hoewel Hij God was,
Zich niet heeft vastgeklampt aan Zijn goddelijke rechten.
Integendeel, Hij legde Zijn grote macht en heerlijkheid af
en kwam als dienaar in het lichaam van een mens.
Herkenbaar als mens,
vernederde Hij Zich
en gehoorzaamde tot het uiterste,
zelfs tot in de dood aan het kruis.
Daarom heeft God Hem de hoogste plaats gegeven
en Hem een naam gegeven, die Hem boven alles plaatst,
zodat in de naam van Jezus iedereen
in de hemel, op aarde en onder de aarde
zijn knieën zal buigen
en openlijk zal erkennen tot eer van God de Vader,
dat Jezus Christus de Here is.
Fil. 2:12,13
WERK AAN RECHTSCHAPENHEID. Vrienden, toen ik bij u was, deed u altijd wat ik zei. Doe dat
dan nog veel meer nu ik ver weg ben. Zet u uit ontzag voor God volledig in voor een gezond
geestelijk leven. God is onder u aan het werk. Hij zorgt ervoor dat u Hem graag wilt
gehoorzamen en dat u ook doet wat Hij van u vraagt. Zo bereikt Hij Zijn doel.
Fil. 2:14-18
WEES VOORBEELDEN VAN VREDE. Doe alles zonder mopperen en zonder ruzie, zodat niemand
een kwaad woord van u kan zeggen. Leef in deze ontwrichte, bedorven wereld als zuivere,
onschuldige kinderen van God. Want in deze wereld bent u als sterren die het licht van God
uitstralen en die de mensen het woord voorhouden, dat het leven geeft. Dan zal ik mij op de dag
dat Christus terugkomt, erover kunnen verheugen dat al mijn werk onder u niet voor niets is
geweest. Ook al zal, bij wijze van spreken, mijn bloed als een drankoffer worden uitgegoten over
uw geloof dat u God als een offer aanbiedt, toch zal ik blij zijn en die blijdschap met u allen delen.
Want u moet u samen met mij verheugen.
Fil. 2:19-24
TIMOTHEUS ZAL SPOEDIG KOMEN. Als de Here Jezus het wil, zal ik binnenkort Timotheüs naar u
toe sturen, zodat hij mij (als hij daarna bij mij terugkomt) kan bemoedigen door te vertellen hoe
het met u gaat. Er is niemand die zo met mij meevoelt als Timotheüs; niemand wie uw wel en
wee zo ter harte gaat. Alle anderen schijnen alleen maar aan hun eigen zaken te denken en niet
aan die van Jezus Christus. Maar u weet hoe waardevol Timotheüs is; hij heeft mij als een eigen
zoon geholpen het goede nieuws bekend te maken. Zodra ik weet wat mij hier te wachten staat,
zal ik hem naar u toe sturen. Maar ik vertrouw erop dat de Here mij binnenkort de kans zal geven
zelf ook naar u toe te komen.
Fil. 2:25-30
AANBEVELING VAN EPAFRODITUS. Al met al leek het mij het beste Epafroditus naar u terug te
sturen. Ik vond het heel fijn dat hij namens u bij mij kwam om mij in mijn nood bij te staan. Hij en
ik zijn echte broeders geworden; wij hebben zij-aan-zij gewerkt en gestreden. Nu stuur ik hem
weer naar huis, want hij verlangt erg naar u allen; hij maakt zich ongerust omdat u hebt gehoord
dat hij ziek was. Hij is inderdaad erg ziek geweest. Het scheelde niet veel of hij was gestorven.
Maar God heeft hem gespaard en mij daarmee een groot verdriet bespaard. Ook daarom heb ik
hem opgedragen zo snel mogelijk naar u toe te gaan, want ik weet hoe blij u zult zijn als u hem
weer ziet. En mijn zorgen zullen daardoor verlicht worden. Verwelkom hem dus met grote
blijdschap, zoals u het de Here zou doen. Mensen als hij moet u in ere houden, want hij heeft
voor het werk van Christus de dood voor ogen gezien. Hij heeft zijn leven op het spel gezet door
voor mij te doen wat u zelf niet hebt kunnen doen.
Fil. 3:1
CHRISTENEN ZOUDEN VROLIJK MOETEN ZIJN. Maar wat er ook gebeurt, broeders, wees blij in de
Here. Ik word niet moe dit telkens weer te zeggen en voor u is het goed dit keer op keer te horen.
Diverse waarschuwingen
Fil. 3:2-4a
OVERMOEDIG DOOR ERFGOED. Kijk uit voor de boosdoeners ('valse honden' noem ik hen) die u
willen besnijden. Want door dat snijden in uw lichaam maakt u het echt niet in orde met God.
Waar het om gaat, is dat wij God door de Heilige Geest aanbidden. Dan zijn wij pas echt
'besneden'. Wij beroemen ons op wat Christus voor ons heeft gedaan. Als íemand op zijn
afstamming en inspanning kon vertrouwen, was ík het wel.
Fil. 3:4b-6
JOODSE AFKOMST VAN PAULUS. En als anderen dus denken op hun Joodse afstamming en
eigen inspanning te kunnen vertrouwen, dan kan ik dat nog veel meer! Volgens voorschrift werd
ik op de achtste dag besneden; ik ben een rasechte Jood uit de stam van Benjamin, een echte
Hebreeër. Wat het naleven van de Joodse wetten betreft, behoorde ik tot de Farizeeërs. Ik was
zo fanatiek, dat ik de christenen probeerde uit te roeien. Ik week zelf op geen enkel punt van de
wetten af en er was in dat opzicht dan ook niets op mij aan te merken.
Fil. 3:7-11
VERTROUWEN OP MENSELIJKE INSPANNING INGERUILD. Maar al deze dingen, waar ik vroeger
zoveel waarde aan hechtte, zijn voor mij waardeloos geworden omdat ze mij afhielden van
Christus. Echt, ik beschouw zelfs alles als waardeloos, omdat niets meer waarde heeft dan het
kennen van Christus Jezus. Ik heb alles als vuilnis weggegooid om Christus te kunnen
ontvangen en één met Hem te zijn. Ik reken er niet meer op dat ik het door het houden van
allerlei wetten met God in orde kan maken. Nee, daarvoor vertrouw ik nu op Christus. Hij maakt
het goed tussen ons en God, als wij maar in Hem geloven. Het enige wat ik wil, is Christus
kennen en ervaren hoe groot de kracht is, waardoor Hij uit de dood is opgestaan. Ik wil ervaren
wat het betekent om met Hem te lijden en te sterven om uiteindelijk te komen tot de opstanding
uit de dood.
Fil. 3:12-16
WEG NAAR RECHTSCHAPENHEID EEN STRIJD. Daarmee wil ik niet zeggen dat ik er al ben of dat
ik al volmaakt ben, maar wel dat ik met dat doel voor ogen blijf doorgaan. Die volmaaktheid
probeer ik te grijpen, waarvoor ook Christus mij gegrepen heeft. Ik denk niet dat ik daarin al
geslaagd ben, broeders, maar één ding weet ik zeker (en daarbij vergeet ik wat achter me ligt en
strek ik mij uit naar wat voor mij ligt) ik snel recht op mijn doel af; ik wil de prijs behalen die, nu
God mij door Christus Jezus geroepen heeft, in de hemel voor mij klaarligt.
Ik hoop dat alle gelouterde christenen onder u het daarover eens zijn. Mocht er, wat een minder
belangrijk punt betreft, onenigheid zijn, dan zal God ook dat wel aan u duidelijk maken. Alleen,
laten wij in ons gedrag wel consequent doorgaan op de ingeslagen weg.
Fil. 3:17-4:1
WAARSCHUWING TEGEN WERELDS DENKEN. Broeders, volg mijn voorbeeld en let goed op hen
die dat al doen. Want wat ik u al zo vaak gezegd heb, zeg ik nu onder tranen: Er zijn velen die
zogenaamd als christenen leven, maar die in feite vijanden zijn van het kruis van Christus. Zij zijn
op weg naar de ondergang; hun buik is hun god en hoe schandaliger zij leven, hoe mooier zij het
vinden; het enige waaraan zij denken, zijn de dingen van deze wereld. Wij zijn echter, al wonen
wij hier op aarde, burgers van een stad in de hemel, vanwaar wij ook onze Verlosser verwachten,
de Here Jezus Christus. Door de onbeperkte kracht waarmee Hij alles aan Zich onderwerpt, zal
Hij ons sterfelijke lichaam veranderen in een hemels lichaam, dat net zo sterk en schitterend is
als het Zijne. Broeders, blijf daarom standvastig in de Here. Ik verlang erg naar u, omdat u een
speciale plaats in mijn hart hebt. U bent mijn vreugde en de kroon op mijn werk.
Afsluitende gedachten
Fil. 4:2,3
VROUWEN MOETEN ZICH VERZOENEN. Euodia en Syntyche vraag ik het eens te worden in de
Here. Aan u, mijn toegewijde reisgenoot, vraag ik hun te helpen. Deze vrouwen hebben zich
immers met mij ingespannen om het goede nieuws bekend te maken, net als Clemens en mijn
andere medewerkers, van wie de namen staan opgeschreven in het Boek van het leven.
Fil. 4:4-7
VREDE NASTREVEN. Wees blij in de Here; ik zeg het nog eens: Verheug u in Hem! Laat uw
vriendelijkheid bij iedereen bekend zijn. De Here is dicht bij u. Maak u nergens zorgen over, maar
bid voor alles. Vertel God al uw problemen en verlangens en vergeet vooral niet Hem te danken
voor alles wat Hij doet. Dan zult u de vrede van God ervaren, een vrede die ons menselijk besef
te boven gaat en die de wacht houdt over uw hart en gedachten, omdat u in Christus Jezus bent.
Fil. 4:8,9
GEESTELIJKE ZAKEN OVERPEINZEN. Broeders, richt daarom uw gedachten op alles wat waar,
eervol, rechtvaardig, zuiver en mooi is en wat goed bekend staat, kortom alles wat deugdzaam
en loffelijk is. Breng niet alleen in praktijk wat u van mij geleerd hebt, maar ook wat u van mij
gehoord en gezien hebt; dan zal de God van de vrede met u zijn.
Fil. 4:10-13
PAULUS TEVREDEN. Ik ben erg blij en dankbaar dat u mij weer hebt geholpen. U was al een hele
tijd bezorgd geweest, maar kreeg steeds de kans niet om iets te doen. Ik zeg dit niet omdat ik
iets tekort kom, want ik heb geleerd onder alle omstandigheden tevreden te zijn met wat ik heb,
of het nu veel of weinig is. Ik weet uit ervaring wat het is om te leven in gebrek en in overvloed. Ik
ben met allerlei omstandigheden vertrouwd, zowel met verzadigd zijn als met honger lijden en
zowel met meer dan voldoende te hebben als gebrek te lijden. Ik ben in staat alles te doen door
Christus, Die mij daarvoor de kracht geeft.
Fil. 4:14-20
GAVEN ZIJN VRUCHTBAAR VOOR FILIPPENZEN. Hoe dan ook, het is goed dat u de druk
waaronder ik leef, hebt verlicht. Beste Filippenzen, u weet immers nog goed dat in het begin van
mijn werk voor de verbreiding van het goede nieuws u de enige gemeente was, die mij geregeld
een gift stuurde nadat ik uit uw streek, Macedonië, vertrokken was. Zelfs toen ik in Thessalonica
was, hebt u mij nog twee keer iets gestuurd om mij te helpen. Nu gaat het mij niet om de gift op
zich, maar wel om uw goede werk waardoor uw hemelse beloning steeds groter wordt. Ik heb de
hele gift ontvangen en heb momenteel meer dan voldoende. Voorlopig kom ik niets tekort nu
Epafroditus mij uw gaven heeft overhandigd. Zij zijn een heerlijk geurend offer, aangenaam voor
God. Mijn God zal uit Zijn rijkdom in Christus Jezus u alles geven wat u nodig hebt.
Alle eer is voor God, onze Vader, voor altijd en eeuwig. Amen.
Fil. 4:21-23
GROETEN EN ZEGENING. Breng mijn groeten over aan alle christenen daar. De broeders die bij
mij zijn, groeten u ook. Evenals alle gelovigen hier, en vooral zij die bij de keizer in dienst zijn. Ik
wens u toe dat de genade van de Here Jezus Christus met uw geest zal zijn.
Het historische verslag van het boek Handelingen komt met het tweejarige verblijf van Paulus in Rome ten
einde. Wat na deze periode bekend is over het werk van Paulus en andere kerkleiders moet afgeleid worden uit
andere verslagen. Maar het lijkt erop dat Paulus uit zijn huisarrest is vrijgelaten en een tijdlang, misschien wel
twee of drie jaar, vrij mag gaan en staan waar hij wil. Paulus reist in deze periode blijkbaar naar Kreta, waar hij
Titus achterlaat, en gaat opnieuw naar Efeze, waar hij Timotheüs achterlaat. Kennelijk reist Paulus daarna via
Milete en Troas naar Macedonië, mogelijk rond 63-64 na Christus.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- december
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen