Thuis >> 25 december
25 december
Aansporing om standvastig in Christus te geloven
Heb. 10:19-25
GEPASTE REACTIE OP GEBODEN TOEGANG. Omdat Jezus Zijn leven en Zijn bloed voor ons
heeft gegeven, broeders, mogen wij bij God komen. Omdat Hij Zich voor ons heeft
opgeofferd, is er voor ons een nieuwe weg naar het leven gekomen, dwars door het gordijn
heen dat het Allerheiligste van het Heilige scheidde; en dat gordijn is Zijn lichaam. Jezus is de
grote priester, Die in het huis van God is aangesteld. Laten wij daarom naar God gaan met
een oprecht hart en het vaste vertrouwen dat Hij ons zal ontvangen. Want ons hart is met het
bloed van Christus besprenkeld, waardoor wij een zuiver geweten hebben gekregen; en ons
lichaam is met schoon water gewassen. Wij moeten blijven vasthouden aan wat God ons
heeft beloofd en andere mensen erover vertellen. Omdat God Zich aan Zijn woord houdt,
zullen wij krijgen wat wij van Hem verwachten. Laten wij op elkaar letten en elkaar aansporen
God en de mensen lief te hebben en altijd goed te doen. Wij moeten ook niet uit onze
samenkomsten wegblijven. Sommigen maken daar een gewoonte van, maar dat is niet goed.
Wij moeten elkaar bemoedigen en waarschuwen, vooral nu wij zien dat het niet lang meer zal
duren, voor de Here Jezus terugkomt.
Heb. 10:26-31
GEVOLGEN VAN AFWIJZING. Wij hebben de waarheid leren kennen en weten dat Jezus
Christus voor onze zonden gestorven is. Maar als wij willens en wetens blijven zondigen, is er
geen offer meer over om onze zonden weg te doen. Het enige wat ons dan te wachten staat,
is een vreselijk oordeel; want God zal al Zijn tegenstanders in een laaiend vuur verbranden.
Vroeger werd iemand die zich niets van de wet van Mozes aantrok, zonder medelijden
gedood als twee of drie mensen tegen hem getuigden. Wel, hoeveel zwaarder zal dan de
straf zijn voor mensen, die de Zoon van God hebben vertrapt. Die voorbijgingen aan de
heiligheid van Zijn bloed, waarmee Gods verbond is bezegeld en waardoor zij voor God
waren afgezonderd en die de Heilige Geest, Die hun genade heeft gegeven, hebben
beledigd. Wij weten dat God gezegd heeft: "Ik zal wraak nemen. Ik zal het kwaad vergelden."
En Hij heeft ook gezegd: "Ik zal rechtspreken over mijn volk." Het is verschrikkelijk om te
vallen in de handen van de levende God.
Heb. 10:32-34
KRACHT ONDER VERVOLGINGEN. Vergeet nooit die heerlijke tijd toen u Christus pas had leren
kennen. Al had u het zwaar te verduren, u liet de Here niet los. Nu eens werd u uitgelachen
en geslagen, dan weer waren anderen het slachtoffer en leefde u intens met hen mee. Als er
mensen gevangen werden gezet, had u net zoveel verdriet als zij. Als uw bezittingen werden
afgenomen, bleef u opgewekt. U wist dat u iets beters had, wat nooit meer kon worden
afgenomen.
Heb. 10:35-39
NOODZAAK OM GELOOF TE VERSTEVIGEN. Laat de moed niet zakken, want als u de Here
trouw blijft, krijgt u een grote beloning. U moet volhouden om de wil van God te doen. Als u
dat doet, krijgt u wat Hij heeft beloofd. Het zal niet lang meer duren
voordat Christus terugkomt. Hij kan elk ogenblik komen.
De mensen die rechtvaardig zijn, zullen in vertrouwen leven.
Maar als iemand God de rug toekeert,
heeft God geen vreugde meer in hem.
Wij horen niet bij de mensen, die God de rug hebben toegekeerd en de ondergang tegemoet
gaan. Nee, wij horen bij de mensen die op God vertrouwen en gered worden.
Voorbeelden van een groot geloof
Heb. 11:1-3
ZEKERHEID EN HOOP. Wat is geloof? Het is de absolute zekerheid dat onze hoop ook
werkelijkheid wordt en het is het bewijs van dingen die wij niet kunnen zien. Vroeger hebben
vele mensen vanuit dit geloof geleefd. Zij zijn ook door hun geloof bekend geworden.
Door het geloof weten wij dat het heelal door een woord van God gemaakt is; dat het
zichtbare uit het onzichtbare is voortgekomen.
Heb. 11:4-7
GELOOF VAN DE PATRIARCHEN. Omdat Abel op God vertrouwde, had zijn offer meer waarde
dan dat van Kaïn. Door zijn offer aan te nemen, zei God dat Abel voor Hem rechtvaardig was.
En hoewel hij allang dood is, spreekt Abel nog steeds door zijn voorbeeld.
Henoch vertrouwde op God en daarom stierf hij niet, maar werd door God weggenomen.
Ineens was hij er niet meer. Voordat dit gebeurde, had God gezegd dat Hij heel tevreden over
Henoch was. Maar als iemand niet gelooft, kan God niet tevreden over hem zijn. Wie tot God
komt, moet geloven dat Hij bestaat en beloont wie Hem zoeken.
Noach vertrouwde op God. Toen God hem voor de toekomst waarschuwde, geloofde Noach
Hem, hoewel niets erop wees dat er een grote overstroming zou komen. Hij deed wat God
hem opdroeg en bouwde een ark om zijn gezin te redden. Zijn vertrouwen in God stak schril
af tegen de zonde en het ongeloof van de rest van de wereld. Door dat vertrouwen werd Hij
één van hen, die voor God rechtvaardig zijn.
Heb. 11:8-12
GELOOF VAN ABRAHAM. Abraham vertrouwde op God. Toen God hem zei dat hij zijn
vaderland moest verlaten en naar een land moest gaan dat God hem zou geven,
gehoorzaamde hij. Maar hij wist niet eens waar hij naar toeging. En zelfs toen hij in het land
kwam dat God hem beloofd had, woonde hij in tenten als een vreemdeling; evenals Isaäk en
Jakob, aan wie God dezelfde belofte deed. Abraham vertrouwde erop dat God hem zou
brengen in de stad met de vaste fundering, waarvan God Zelf de architect en bouwer is.
Sara vertrouwde op God en kreeg daarom een zoon, toen zij daar eigenlijk al te oud voor
was. God had het haar beloofd en zij erkende dat Hij te vertrouwen is. Zo werd uit Abraham,
die ook al te oud was om nog een kind te kunnen verwekken, een heel volk geboren; een volk
van zoveel mensen dat het niet te tellen is. Net zoals de sterren aan de hemel en de
zandkorrels van het strand niet te tellen zijn.
Heb. 11:13-16
GELOOF IN ONGEZIEN LAND. Al deze mensen zijn in het vertrouwen op God gestorven,
zonder te krijgen wat hun beloofd was. Zij hebben het alleen uit de verte gezien en waren blij.
Zij kwamen er openlijk voor uit dat zij hier op aarde alleen maar gasten en vreemdelingen
waren. En wie dat zeggen, maken daarmee duidelijk dat zij uitkijken naar een vaderland. Als
zij hadden gewild, zouden zij naar hun vroegere land hebben kunnen terugkeren. Maar nee,
zij verlangden naar een beter, hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich er ook niet voor
hun God genoemd te worden; want Hij heeft een hemelse stad voor hen gebouwd.
Heb. 11:17-19
ABRAHAMS GELOOF. Omdat Abraham op God vertrouwde, heeft hij (toen God hem op de
proef stelde) zijn zoon Isaäk op het altaar gelegd om hem te offeren. Hij was bereid zijn enige
zoon aan God te offeren, hoewel God hem had beloofd: "Door Isaäk zult u veel nakomelingen
krijgen." Hij rekende erop dat God Isaäk ook weer levend zou kunnen maken. En dat is in
zekere zin ook gebeurd. Voor Abraham was Isaäk eigenlijk al dood, maar hij kreeg hem van
God terug.
Heb. 11:20-22
ISAAK, JAKOB EN JOZEF. Omdat Isaäk op God vertrouwde, kon hij zijn twee zonen, Jakob en
Esau, zegen voor de toekomst beloven.
Omdat Jakob op God vertrouwde, zegende hij kort voor zijn dood de twee zonen van Jozef.
Leunend op zijn stok, boog hij vol ontzag voor God.
Omdat Jozef op God vertrouwde, heeft hij aan het einde van zijn leven gezegd dat de
Israëlieten eens uit Egypte zouden wegtrekken. Hij was daar zo zeker van, dat hij hen
plechtig liet beloven zijn beenderen uit Egypte te zullen meenemen.
Heb. 11:23-28
GELOOF VAN MOZES. Omdat de ouders van Mozes op God vertrouwden, hebben zij hun kind
dat heel bijzonder was, drie maanden lang verborgen gehouden. Zij trokken zich niets aan
van het bevel van de Farao dat alle pasgeboren jongetjes verdronken moesten worden.
Omdat Mozes op God vertrouwde, wilde hij (toen hij volwassen was geworden) niet voor een
kleinzoon van de Farao worden aangezien. Hij wilde liever met het volk van God slecht
behandeld worden dan tijdelijk genieten van de zonde. Hij vond het lijden voor Christus meer
waard dan al de rijkdom van Egypte, want hij verwachtte dat God hem daarvoor zou belonen.
In dat vertrouwen verliet hij Egypte en was niet bang voor de woede van de Farao. Hij liet zich
niet van de wijs brengen; het was alsof hij steeds de onzichtbare God zag. Omdat hij op God
vertrouwde, zei Mozes tegen de Israëlieten dat zij een lam moesten slachten en het bloed
ervan op de deurposten van hun huizen moesten strijken. Dan zou de doodsengel hun oudste
kinderen niet doden, maar alleen die van de Egyptenaren.
Heb. 11:29-31
GELOOF VAN ISRAELIETEN. Omdat de Israëlieten op God vertrouwden, zijn zij door de Rode
Zee getrokken als over droog land. Maar de Egyptenaren die hen achterna gingen,
verdronken allemaal.
Omdat de Israëlieten op God vertrouwden, liepen zij zeven dagen om Jericho heen en toen
stortten de muren van de stad in.
Omdat de hoer Rachab op God vertrouwde, werd zij niet gedood, zoals de andere
ongehoorzame inwoners van Jericho; want zij had de spionnen van Israël gastvrij ontvangen.
Heb. 11:32-38
RECHTERS, KONINGEN EN PROFETEN. Moet ik hiermee doorgaan? Ik zou tijd tekort komen
als ik de ervaringen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuël en de profeten moest
vertellen. Omdat zij op God vertrouwden, hebben zij koninkrijken onderworpen en
rechtvaardig geregeerd en kregen zij wat God hun had beloofd. Zij hebben de muil van
leeuwen toegesloten. Het vuur had geen vat op hen en zij zijn aan het zwaard ontsnapt. Toen
zij zwak waren, hebben zij kracht gekregen. In de oorlog werden zij zo sterk dat hele
vijandelijke legers de aftocht moesten blazen. Vrouwen kregen hun geliefden uit de dood
terug. Anderen die op God vertrouwden, werden doodgeslagen; zij wilden liever sterven dan
God de rug toekeren, omdat zij wisten later een beter leven te krijgen. Weer anderen werden
bespot en afgeranseld en tenslotte geboeid in de gevangenis geworpen. Zij werden
gestenigd, gemarteld, doormidden gezaagd of met het zwaard gedood. Zij zwierven rond in
schapevachten en geitevellen, door woestijnen en in de bergen. Zij moesten in grotten en
holen wonen; zij leden gebrek en werden vervolgd en mishandeld. Zij waren te goed voor
deze wereld.
Heb. 11:39,40
GELOOF BELOOND IN CHRISTUS. Al deze mensen zijn bekend geworden omdat zij op God
vertrouwden. Zij hebben echter niet gekregen wat God hun had beloofd. God had een beter
plan; Hij wilde niet dat zij zonder ons de volmaaktheid zouden bereiken.
Aansporing om vol te houden
Heb. 12:1-3
VOORBEELD EIST DOORZETTINGSVERMOGEN. Nu zo'n grote menigte ons ziet en
aanmoedigt, moeten wij alles afleggen wat hindert en ons bevrijden van de zonde, die zich
aan ons vastklemt. Wij moeten de baan afleggen die voor ons ligt, zonder op te geven.
Daarbij moeten wij blijven kijken naar Jezus, Die ons de weg wijst. Hij is het doel van ons
geloof. Hij kon Zich aan het kruis laten slaan en de schande negeren, omdat Hij wist welke
blijdschap Hem te wachten stond. En nu zit Hij op de ereplaats naast de troon van God. Als u
niet onverschillig of zwak wilt worden, moet u denken aan wat Jezus heeft doorstaan; Hij
heeft verdragen dat slechte mensen de lelijkste dingen van Hem zeiden.
Heb. 12:4-6
MOEILIJKHEDEN ZIJN TUCHTIGING. Maar u hebt nog niet op leven en dood tegen de zonde
gestreden. U bent zeker vergeten hoe God u als Zijn kinderen bemoedigd heeft. Hij zei:
"Denk niet licht over de tucht van de Here, mijn zoon.
Laat de moed niet zakken als de Here u terechtwijst.
Want daaruit blijkt dat Hij van u houdt.
Als Hij u slaat, blijkt dat u Zijn zoon bent."
Heb. 12:7-11
TUCHTIGING BEWIJS VAN ZOONSCHAP. Laat u door God opvoeden; Hij behandelt u als Zijn
zonen. Hebt u ooit gehoord van een zoon die niet gestraft werd? Als God u niet terechtwijst,
wanneer u het nodig hebt, betekent het dat u niet Zijn zoon bent. Vroeger, toen wij nog
kinderen waren, kregen wij straf van onze natuurlijke vaders en wij hadden respect voor hen.
Moeten wij ons dan niet nog veel meer onderwerpen aan de opvoeding van onze geestelijke
Vader? Dan pas zullen wij leven. Onze natuurlijke vaders hebben ons een aantal jaren naar
hun beste weten opgevoed. Maar God weet pas echt wat goed voor ons is; Hij voedt ons op
om ons te laten delen in Zijn volmaaktheid. Niemand vindt het prettig terechtgewezen te
worden; op het moment zelf worden wij er alleen maar verdrietig van. Maar later zien wij dat
het toch goed is geweest; de terechtwijzing heeft ons geholpen mensen te worden, die goed
doen en vrede brengen.
Heb. 12:12-17
GELOOF VEREIST HEILIGE LEVENS. Steek dus de handen uit de mouwen en ga stevig op uw
benen staan. Zet bij het lopen uw voeten recht neer; anders verstuikt u uw kreupele voeten en
die moeten nu juist genezen.
Probeer de vrede met uw medemensen te bewaren en leef als afgezonderd voor de Here;
anders zult u Hem nooit zien. Let erop dat niemand van u de genade van God aan zich
voorbij laat gaan. Er mag geen verbittering onder u komen, want als dat gebeurt, zullen velen
erdoor aangestoken worden en zijn de gevolgen niet te overzien. Let er ook op dat niemand
van u betrokken raakt in sexuele zonden of onverschillig is als Esau, die als oudste zoon zijn
rechten ruilde voor een bord eten. Want u weet het! Toen hij die rechten terug wilde hebben,
was het te laat; het hielp niets dat hij huilde van spijt. Houd daar dus rekening mee.
Heb. 12:18-21
OORDEEL ONDER DE WET. U bent niet oog in oog komen te staan met iets ontzettends (met
laaiend vuur, diepe duisternis en gierende wind) zoals de Israëlieten in de tijd van Mozes,
toen God op de berg Sinaï Zijn wet gaf. U hebt ook geen luid trompetgeschal gehoord of de
donderende stem van God. De Israëlieten werden daar zo bang van dat zij God vroegen niets
meer tegen hen te zeggen. Zij trilden van angst, omdat God had gezegd: "Zelfs een dier dat
de berg aanraakt, moet sterven." Mozes was zo ontzet door wat hij zag en hoorde, dat hij zei:
"Ik ben zo bang, dat ik sta te trillen op mijn benen."
Heb. 12:22-24
GROTER VERBOND; GROTER OORDEEL. Nee, u staat voor de berg Sion en voor de stad van
de levende God; het hemelse Jeruzalem, waar tienduizenden engelen wonen. U bent
gekomen naar een feestelijke samenkomst van Gods oudste kinderen, die in het
bevolkingsregister van de hemel staan. U staat voor God, Die de rechter van alle mensen is
en voor de geesten van de mensen die volmaakt geworden zijn. U bent naar Jezus gekomen,
Die ervoor gezorgd heeft dat er een nieuw verbond tussen God en de mensen kwam. Hij
heeft daarvoor Zijn bloed gegeven; en Zijn bloed roept om vergeving in plaats van om wraak,
zoals dat van Abel.
Heb. 12:25-29
GOD MOET MET ONTZAG AANBEDEN WORDEN. Pas op dat u God, Die tot u spreekt, niet de
rug toekeert! Want toen de oude Israëlieten weigerden te luisteren naar de waarschuwingen
van Mozes, die namens God sprak, liep het niet goed met hen af. Maar als wij niet willen
luisteren naar wat Jezus Christus zegt, zal het met ons nog veel slechter aflopen. Toen God
vanaf de berg Sinaï sprak, denderde de aarde van Zijn stem. "Nog één keer", zegt Hij nu, "zal
Ik niet alleen de aarde, maar ook de hemel laten schudden." Daarmee bedoelt Hij dat alles
wat niet vaststaat, zal verdwijnen; alles wat gemaakt is. Maar alles wat niet aan het wankelen
gebracht kan worden, zal blijven.
Omdat wij een blijvend vaderland krijgen, moeten wij dankbaar zijn en God dienen zoals Hij
het graag wil, met eerbied en ontzag. Want onze God is een verterend vuur.
Diverse aansporingen
Heb. 13:1-3
HOUD ZELFS VAN VREEMDELINGEN. Blijf als broeders van elkaar houden. Wees altijd gastvrij
voor vreemdelingen; daardoor hebben sommigen, zonder het zich bewust te zijn, engelen in
huis gehad. Denk aan de mensen die in de gevangenis zitten, alsof u zelf gevangen was.
Denk ook aan de mensen die mishandeld worden. Omdat u zelf ook een lichaam hebt, kunt u
met hen meevoelen.
Heb. 13:4
BLIJF SEKSUEEL REIN. Laat iedereen het huwelijk in ere houden. Man en vrouw moeten
elkaar trouw blijven. Wie overspel pleegt, zal door God gestraft worden.
Heb. 13:5,6
VERTROUW NIET OP RIJKDOM. Laat u niet door het geld in beslag nemen. Wees tevreden met
wat u hebt, want God heeft gezegd:
"Ik zal altijd voor u zorgen;
Ik zal u nooit in de steek laten."
Daarom kunnen wij goede moed hebben en zeggen:
"De Here helpt mij; daarom hoef ik niet bang te zijn
voor wat een mens mij kan aandoen."
Heb. 13:7
IMITEER LEVEN VAN LEIDERS. Vergeet de voorgangers niet die u het woord van God hebben
doorgegeven. Kijk eens hoe zij hebben geleefd; vertrouw net zo op God als zij deden.
Heb. 13:8-10
GA NEERBUIGENDE LERAREN UIT DE WEG. Jezus Christus was, is en blijft voor altijd
Dezelfde.
Laat u daarom niet meeslepen door allerlei vreemde ideeën. Voor onze geestelijke kracht zijn
wij alleen afhankelijk van de genade van God en niet van allerlei regels voor eten en drinken;
want de mensen die op regels vertrouwden, hebben er niets aan gehad. Wij hebben een
altaar, waarvan niet gegeten mag worden door mensen die in dienst staan van het oude
verbond.
Heb. 13:11-14
LAAT WERELD ACHTER VOOR CHRISTUS. Onder dat verbond bracht de hogepriester het bloed
van een geslacht dier in de tempel, als een offer voor de zonden. Maar het lichaam van het
dier werd buiten de stadsmuren verbrand. Daarom is ook Jezus buiten de stad een vreselijke
dood gestorven; om ons door Zijn bloed voor God af te zonderen en onze zonden weg te
doen. Laten wij dan naar Hem toe gaan, buiten de stad en dezelfde schande dragen die Hij
gedragen heeft. Wij horen immers niet in deze wereld thuis; wij kijken uit naar de toekomstige
stad.
Heb. 13:15,16
BRENG OFFERS DIE GOD PRIJZEN. Met de hulp van Jezus zullen wij God altijd blijven eren;
en ons offer aan God is dat wij openlijk voor Jezus uitkomen. Wees goed voor anderen en
deel uw bezit met hen, want dat zijn offers die God waardeert.
Heb. 13:17
GEHOORZAAM KERKLEIDERS. Gehoorzaam uw voorgangers en doe wat zij zeggen. Het is
hun taak over u te waken; zij zullen voor God verantwoording moeten afleggen over wat zij
hebben gedaan. Als u hen gehoorzaamt, zullen zij hun werk met voldoening kunnen doen,
zonder veel zorgen en moeite. Maar als u hen niet gehoorzaamt, doet u daarmee uzelf tekort.
Afsluitende gedachten
Heb. 13:18,19
GEBEDSVERZOEKEN. Bid voor ons, want wij vertrouwen dat wij een zuiver geweten hebben
en willen dat houden. Doe dit vooral opdat God mij snel de gelegenheid zal geven naar u
terug te keren.
Heb. 13:20,21
GEBED VOOR LEZERS. Ik bid dat de God van de vrede, Die de Here Jezus (onze grote
Herder) door het bloed van het eeuwige verbond uit de dood heeft laten opstaan, u alles zal
geven wat nodig is om Zijn wil te doen. Dat Hij ons zó zal maken dat Hij, door Jezus Christus,
tevreden over ons kan zijn. Aan Jezus Christus komt voor altijd en eeuwig alle eer toe. Amen.
Heb. 13:22-25
LAATSTE WOORDEN. Ik smeek u, broeders, de woorden van deze vermanende brief ter harte
te nemen; zo lang is deze niet.
Het zal u goed doen te horen dat onze broeder Timotheüs weer uit de gevangenis is. Als hij
hier op tijd komt, zal ik u samen met hem bezoeken.
Doe de groeten aan al uw voorgangers en aan de andere gelovigen. U ontvangt de groeten
van de christenen in Italië.
Ik wens u allen Gods genade toe.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- december
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen