7 december



Gerechtigheid van God

Rom. 3:21-26
RECHTVAARDIGING DOOR GELOOF. Maar nu is aan het licht gekomen dat God de mens buiten de wet om vrijspraak wil geven. Daar is in de Boeken al op gewezen. Deze rechtvaardigheid voor God wordt bereikt door op Jezus Christus te vertrouwen. Dit geldt voor alle mensen die in Hem geloven, wie zij ook zijn. Alle mensen hebben gezondigd en missen daardoor Gods nabijheid. Maar God is zo goed en vergevend hen weer aan te nemen (zonder dat het hun iets kost en zonder dat zij het hebben verdiend) omdat Jezus Christus hen uit de greep van de zonde heeft bevrijd. God heeft Christus Jezus gegeven als verzoeningsoffer. Door Zijn bloed zal de mens, wanneer hij gelooft, Gods rechtvaardigheid ontdekken. God heeft namelijk de zonden die eerder gepleegd waren, verdragen om uiteindelijk (in deze tijd) te laten zien hoe rechtvaardig Hij is. Ook als blijkt dat Hij ieder mens, die door geloof bij Jezus hoort, in ere herstelt.

Rom. 3:27-31
WET VOLGEN NIET AFDOENDE. Waarop kunnen wij ons dan nog beroemen? Nergens op! Waarom niet? Omdat we niet met God in het reine kunnen komen door ons aan de wet te houden. Wij komen met God in het reine door op Jezus te vertrouwen en niet door stipt de wet na te leven. God is toch niet alleen de God van de Joden; Hij is immers ook de God van de andere volken? Natuurlijk, er is maar één God. Hij spreekt Joden én andere mensen vrij op voorwaarde dat zij in Jezus Christus geloven. Betekent het dan dat wij door op Jezus Christus te vertrouwen, de wet opzijschuiven? Nee, integendeel. Dan doen wij juist wat de wet zegt.

Rom. 4:1-5
RECHTSCHAPENHEID ZONDER WET. Hoe staat het dan met Abraham, die de stamvader van ons Joodse volk is? Als hij door zijn eigen inspanning vrij voor God stond, zou hij reden hebben om trots te zijn. Maar bij God kun je niet trots zijn. In de Boeken staat het zo: "Doordat Abraham op God vertrouwde, werd hij vrijgesproken van schuld."
Wie werkt voor een beloning, krijgt die niet omdat het een gunst is, maar omdat hij er recht op heeft. Als iemand zich echter (zonder eigen inspanning) toevertrouwt aan God, Die de goddeloze vrijspreekt, verklaart Hij hem onschuldig op grond van zijn vertrouwen in Hem.

Rom. 4:6-8
DAVID ERKENDE GENADE. David zei toch ook dat u gelukkig bent als God u vrijspreekt zonder dat u er iets voor hebt gedaan.

  "Gelukkig is hij
  wiens misstap vergeven
  en zonden niet meer gezien worden." zei hij.
  "Gelukkig is hij aan
  wie de Here zijn zonde niet toerekent."

Rom. 4:9-12
WAARDE VAN BESNIJDENIS. Geldt dit alleen voor de Joden, die besneden zijn? Of ook voor de mensen bij wie dat niet gebeurd is? Ik heb toch gezegd dat Abraham vrijspraak kreeg, omdat hij op God vertrouwde! Nu, wanneer was dat? Toen hij besneden werd of daarvoor? Daarvoor! Pas nadat hij door zijn vertrouwen op God vrijgesproken was, werd hij besneden. Dat was het teken waarmee zijn onschuld werd bezegeld. Dus is Abraham de voorvader van allen die op God vertrouwen, ook van hen die niet besneden zijn. Zij zijn pas echt kinderen van Abraham, als zij net zo op God vertrouwen als hij, toen hij nog niet besneden was.

Rom. 4:13-15
BELOFTE GEBASEERD OP GELOOF. God beloofde dat Hij de wereld aan Abraham en zijn nakomelingen zou geven; niet omdat Abraham zich zo goed aan Gods wet had gehouden, maar omdat hij God geloofde en daardoor recht voor God stond. Als Gods beloften alleen gelden voor mensen die zich aan de wet houden, dan zou daarmee het geloof overbodig zijn en Gods belofte niets te betekenen hebben. Als de wet overtreden wordt, volgt daarop straf. Maar als er geen wet is, kan die ook niet overtreden worden.

Rom. 4:16-18
BELOFTE IS VOOR ALLE MENSEN. Wat God ons door Zijn genade wil geven, wordt alleen ons eigendom als wij in Hem geloven. En Gods belofte aan al Abrahams nakomelingen is vast en zeker. Zij geldt niet alleen voor hen die volgens Gods wet leven, maar ook voor hen die, net als Abraham, alleen op God vertrouwen. Want als het om geloof gaat, is Abraham de vader van ons allemaal. In de Boeken staat immers dat God hem aanwees als een vader van vele volken. En hij is dat voor God, op Wie hij vertrouwde, Die de doden levend maakt en voor Wie alles wat nog moet komen, er al is geweest.
Hoewel alle hoop vervlogen was, bleef Abraham verwachten en geloven dat hij de stamvader van vele volken zou worden, want God had het gezegd! Hij besefte maar al te goed dat hij op honderdjarige leeftijd te oud was om nog een kind te verwekken.

Rom. 4:19-25
ABRAHAMS GELOOF EEN VOORBEELD. En zijn vrouw Sara was ook al veel te oud om nog een kind te krijgen. Toch werd zijn vertrouwen daardoor niet minder. Hij ging niet twijfelen. Integendeel! Hij klemde zich vast aan de belofte van God. Zijn vertrouwen bleef sterk en hij gaf God alle eer. Hij was er absoluut van overtuigd dat God kon doen wat Hij beloofd had. Daarom verklaarde God hem rechtvaardig. Dat 'rechtvaardig verklaard worden' heeft niet alleen betrekking op Abraham. Het is ook geschreven met het oog op ons. Wij worden immers ook rechtvaardig verklaard, want wij vertrouwen op God, Die onze Here Jezus uit de dood heeft laten terugkomen. Hij heeft Jezus voor onze zonden laten sterven en Hem uit de dood laten terugkomen om ons rechtvaardig te verklaren.

Bevrijd van veroordeling

Rom. 5:1-5
RECHTVAARDIGING BRENGT VREDE. Omdat wij ons aan God hebben toevertrouwd, zijn wij rechtvaardig geworden. Wij hebben nu vrede met God dank zij onze Here Jezus Christus. Hij heeft ons dit bevoorrechte leven binnengeleid, waar wij vol verwachting uitkijken naar alle grootse dingen die Hij voor ons heeft klaarliggen. Maar dat is niet het enige waarover wij zo blij zijn. Wij zijn ook nog blij als wij het moeilijk hebben, want wij weten dat wij daardoor leren vol te houden. Als wij volhouden, doorstaan wij de proef. En als wij de proef doorstaan, wordt onze hoop sterker. Die hoop is geen valse hoop, omdat Hij ons hart gevuld heeft met Zijn liefde door de Heilige Geest, Die Hij ons heeft gegeven.

Rom. 5:6-11
BLOED VAN CHRISTUS BRENGT REDDING. Christus is immers toen wij nog hulpeloos waren, op het juiste ogenblik voor slechte mensen gestorven. Is er iemand die voor een onschuldig mens wil sterven? Nauwelijks! Misschien gaat iemand nog zover dat hij zijn leven geeft voor een goed mens. Maar God heeft ons Zijn grote liefde getoond door Christus te sturen en Hem voor ons te laten sterven toen wij nog schuldige zondaars waren.
Wij zijn dus voor God rechtvaardig geworden door het bloed van Christus. Des te meer zal Hij ervoor zorgen dat Gods vreselijke oordeel aan ons voorbijgaat. Vroeger waren wij vijanden van God. Maar doordat Gods Zoon Zijn leven voor ons gaf, is die vijandschap veranderd in vriendschap. En omdat Jezus leeft, zijn wij voor altijd veilig. Maar daar houdt het niet mee op! Wij prijzen ons gelukkig over deze nieuwe relatie met God. En dan vooral door onze Here Jezus Christus, want Hij heeft ervoor gezorgd dat het nu weer goed is tussen God en ons.

Rom. 5:12-14
ALLE MENSEN STERVEN DOOR ZONDE. Samengevat is het zo: Door de schuld van één mens, Adam, is de zonde in de wereld gekomen en de dood is het logische gevolg van de zonde. De dood breidde zich uit naar alle mensen, want zij zondigden allemaal. De zonde was al in de wereld voordat Mozes Gods wet ontving. Maar zolang die wet er niet was, werd de zonde niemand toegerekend. Toch ontkwam in de tijd van Adam tot Mozes niemand aan de dood, ook al had men niet, zoals Adam, gezondigd door een uitdrukkelijk verbod van God te overtreden. Wat een tegenstelling tussen Adam en Christus, Die nog komen moest!

Rom. 5:15-19
ALLE MENSEN KUNNEN GERECHTVAARDIGD WORDEN. Hoe schril steekt de zonde van de mens af tegen de genade van God! Door de schuld van één mens, Adam, zijn de mensen gestorven. Maar hoog boven alles uit torent de genade van God voor alle mensen, de onverdiende gift van die ene mens Jezus Christus, Die Zijn eigen leven opofferde om tallozen van de dood te redden. Met die gift is het anders dan met de zonde van Adam. Door die ene zonde zijn velen veroordeeld. Maar door die ene gift van genade in Christus zijn velen vrijgesproken, hoewel zij het niet hadden verdiend. Door de overtreding van die ene mens kreeg de dood de wereld in zijn macht. Hoeveel meer is er door die andere mens, Jezus Christus, gebeurd! Door Zijn overvloedige genade is vrijspraak mogelijk geworden. Wie die grote gift van Hem aannemen, zullen samen met Hem leven en als koningen regeren.
Dus, zoals door die ene overtreding van Adam alle mensen werden veroordeeld, worden door die ene goede daad van Christus alle mensen vrijgesproken, zodat zij kunnen leven. Zoals de ongehoorzaamheid van Adam tot gevolg had dat de mensen zondaars werden, is het gevolg van de gehoorzaamheid van Christus dat tallozen rechtvaardig worden verklaard.

Rom. 5:20,21
GENADE TOEGENOMEN. Toen de wet van God erbij kwam om aan te tonen dat geen mens zich aan Gods geboden zou houden, namen de overtredingen toe. Maar hoe de zonde ook toenam, Gods genade nam nog veel meer toe. Eerst was de zonde oppermachtig en had de dood het laatste woord. Nu is de genade aan de macht en worden mensen vrijgesproken. Nu geeft onze Here Jezus Christus ons eeuwig leven.

Bevrijd van de zonde

Rom. 6:1-4
GENADE GEEN EXCUUS VOOR ZONDEN. Wat betekent dat nu in de praktijk? Zullen wij doorgaan met zondigen om daardoor meer genade van God te krijgen? Geen sprake van! Als gelovigen zijn wij dood voor de zonde! Waarom zullen we dan nog zondigen? Weet u niet dat ieder die in Christus Jezus gedoopt is, met Hem één is geworden in Zijn dood? Die doop in Hem was onze begrafenis. En zoals Christus weer levend is gemaakt door de heerlijke macht van de Vader, zo mogen wij nu ook een heel nieuw leven leiden.

Rom. 6:5-11
DOOD VOOR DE ZONDE. Wij zijn dus één geworden met Hem, één in dood en leven. Wij weten dat de persoon die wij vroeger waren, niet meer leeft. Die is met Christus aan het kruis gestorven. Zo is er afgerekend met het wezenlijke van de zonde. De zonde heeft niets meer over ons te zeggen. De zonde heeft geen macht over een dode. Als wij met Christus gestorven zijn, geloven wij dat we ook met Hem zullen leven. Wij zijn er zeker van dat Christus, nu Hij uit de dood is opgestaan, niet meer zal sterven. De dood heeft geen macht meer over Hem. Door Zijn sterven heeft Hij de macht van de zonde eens en voor altijd gebroken. Zijn leven is een leven voor God. Beschouw uzelf daarom dus als dood voor de zonde. Omdat u één bent met Christus Jezus, leeft u nu voor God.

Rom. 6:12-14
GENADE VEREIST ONDERWERPING. Laat de zonde dan niet meer heersen in uw sterfelijk lichaam. Wees geen slaaf meer van uw slechte begeerten. Stel geen enkel deel van uw lichaam ter beschikking van de zonde, als iets waarmee slechte dingen worden gedaan. Nee, stel uzelf ter beschikking van God, omdat u met Christus gestorven bent, om nu met Hem te leven. U bent immers dood geweest en weer levend geworden. Laat God dan ieder deel van uw lichaam kunnen gebruiken om goed te doen. Het is uit met de macht van de zonde over uw leven. U valt niet meer onder de wet die gehoorzaamheid eist, maar onder de genade van God.

Rom. 6:15-19
SLAAF VAN RECHTVAARDIGHEID. Hoe zit het dan? Mogen wij dus zondigen, omdat wij niet meer onder de wet vallen maar op de genade van God vertrouwen? U weet wel beter. Als u bij iemand als slaaf in dienst komt, moet u doen wat hij zegt. Hij is de baas over u. Of de zonde is uw meester, met het gevolg dat u de dood tegemoet gaat; óf God is uw meester, met het gevolg dat u vrijgesproken wordt. Vroeger was u een slaaf van de zonde. Maar God zij gedankt: Toen u hoorde wat er over Christus werd verteld, hebt u dat met een dankbaar hart aangenomen. Nu u van de zonde verlost bent, mag u een nieuwe meester dienen: De rechtvaardigheid.
Met dit voorbeeld van de slavernij wil ik duidelijk maken wat ik bedoel. Vroeger hebt u uw lichaam gebruikt voor allerlei zonde en losbandigheid. Zo moet uw lichaam nu in dienst staan van de rechtvaardigheid. Dan zult u aan God zijn toegewijd.

Rom. 6:20-23
GENADE BRENGT LEVEN. Toen de zonde uw meester was, had de rechtvaardigheid geen vat op u. En wat was daarvan het resultaat? Dat u dingen deed waarvoor u zich nu schaamt, dingen die uitlopen op de dood. Maar u bent nu verlost van de zonde en slaven van God geworden. Het gevolg daarvan is dat u nu bij God hoort en eeuwig leven krijgt. De zonde betaalt een hard loon: De dood! Maar de genade van God geeft wat niemand verdient: Eeuwig leven met Christus Jezus, onze Here.

Bevrijd van de wet

Rom. 7:1-3
WET BINDEND TIJDENS LEVEN. Broeders, ik spreek toch tegen mensen die de wet kennen. Dan moet u ook weten (net zo goed als ik) dat de wet alleen iets over ons te zeggen heeft zolang wij leven. Laten wij het voorbeeld nemen van een getrouwde vrouw. Zolang haar man leeft, is zij voor de wet aan hem gebonden. Maar als haar man sterft, geldt die wet voor haar niet meer. Als zij daarna met een andere man trouwt, is daar niets op tegen. Maar als zij gemeenschap met een andere man heeft terwijl haar eigen man nog leeft, maakt zij zich schuldig aan overspel.

Rom. 7:4-6
NU MET CHRISTUS GEHUWD. Broeders, zo bent u niet meer gebonden aan de Joodse wet. Want toen Christus stierf, bent u mét Hem gestorven. Voor de wet bestaat u niet meer. Nu behoort u toe aan iemand anders, aan Christus Die uit de dood is opgestaan. En hierdoor kunnen wij voor God een vruchtbaar leven leiden. Toen wij nog ons eigen leven leidden, werd ons lichaam beheerst door zondige begeerten, die werden aangewakkerd door de wet. Het enige gevolg daarvan was de dood. Maar nu zijn wij van de wet bevrijd. Omdat wij gestorven zijn, kan zij ons niet vasthouden. Nu kunnen we God op een heel nieuwe manier dienen: Vanuit ons hart, door Zijn Geest en niet door het angstvallig houden van allerlei opgelegde wetten.

Rom. 7:7-12
WET BOOD GELEGENHEID TOT ZONDIGEN. Is de wet dan de oorzaak van de zonde? Geen sprake van! Zonder de wet zou ik nooit geweten hebben wat zonde is. Als de wet niet had gezegd dat ik niet iets mag verlangen wat van een ander is, zou ik niet hebben geweten dat dit verkeerd is. Maar de zonde maakte misbruik van de wet om slechte begeerten in mij op te wekken. Want als er geen wet is, die overtreden kan worden, heeft de zonde geen schijn van kans. Vroeger leefde ik zonder de wet. Maar toen ik de wet leerde kennen, ontdekte ik wat zonde is. En het leven maakte plaats voor de dood. De strenge regels die mij naar het leven moesten leiden, bleken mij naar de dood te voeren. De zonde zag haar kans schoon en gebruikte die voorschriften om mij op de verkeerde weg te brengen en te doden. Maar op Gods wet is niets aan te merken; wat die wet van ons eist, is zuiver, rechtvaardig en goed.

Rom. 7:13,14
WET NIET OORZAAK VAN ZONDEN. Heeft het goede dan mijn dood veroorzaakt? Geen sprake van! De zonde heeft iets goeds gebruikt om mij de dood in te jagen. Daaruit blijkt haar ware aard. Wij weten dat de wet van God een geestelijke zaak is. Daarom kan ik er niet bij. Ik ben een mens van vlees en bloed, die onderworpen is aan de zonde.

Rom. 7:15-20
DE WET IS GOED; DE MENS IS ZONDIG. Mijn doen en laten zijn voor mijzelf een raadsel. Want ik doe niet wat ik graag wil. Nee, ik doe juist dingen waar ik een afschuwelijke hekel aan heb. Ik doe dus wat ik niet wil. Maar dat betekent dat ik het met de wet eens ben; dat ik de wet goed vind. Wel, dan doe ik die slechte dingen niet zélf, maar de zonde die mij beheerst. Ik weet dat ik door en door slecht ben, tenminste wat mijn oude natuur betreft. Ik kan het goede niet doen. Ik wil het wel, maar ik kan het niet. Hoewel ik het goede wil, doe ik het niet. In plaats daarvan doe ik het slechte en dat wil ik nu juist niet. Als ik doe wat ik niet wil, doe ik dat eigenlijk niet zelf, maar de zonde in mij.

Rom. 7:21-26
STRIJD TUSSEN LICHAAM EN GEEST. Zo ervaar ik steeds weer: Als ik het goede wil doen, kan ik het niet laten het slechte te doen. In mijn diepste wezen wil ik heel graag doen wat Gods wet van mij vraagt. Maar ik zie dat mijn doen en laten daarmee volledig in tegenspraak is. Wat mijn verstand wil en mijn lichaam doet, is altijd in strijd met elkaar. De zonde leeft in mijn lichaam. Wat ben ik er ellendig aan toe! Wie zal mij verlossen uit deze vreselijke macht van de dood? Ik dank God dat er een uitweg is door Jezus Christus, onze Here! Om kort te gaan: Ik sta met mijn verstand wel achter de wet van God, maar ben in mijn dagelijks leven onderworpen aan de wet van de zonde.

Bevrijd van de dood

Rom. 8:1-8
GEEN VEROORDELING. Het is duidelijk dat mensen die van Christus Jezus zijn, niet veroordeeld zullen worden. Doordat u met Christus Jezus verbonden bent, geldt voor u de nieuwe wet: De wet van de Geest, de wet van het leven. U bent losgemaakt uit de wurgende greep van de zonde en bevrijd uit de macht van de dood. Het was voor de wet niet mogelijk te bevrijden, omdat zij stukliep op de zwakheid van de menselijke natuur. Daarom heeft God Zijn eigen Zoon gestuurd, Die net als de zondige mensen, een menselijk lichaam had. Om ons te bevrijden van de zonde heeft Hij het oordeel van God op Zich genomen. Nu wordt aan de eis van de wet voldaan, want wij doen niet meer onze eigen zin, maar laten ons leiden door de Heilige Geest.
Wie zijn eigen zin doet, denkt en leeft alleen op natuurlijk vlak. Maar wie zich door de Heilige Geest laat leiden, denkt en leeft geestelijk. Het alleen maar doen van uw eigen zin leidt tenslotte tot de dood. Maar de kracht van de Heilige Geest brengt ons leven en vrede. Onze eigen zin gaat recht in tegen de wil van God. Hij onderwerpt zich niet aan Gods wet en kan dat ook niet. Mensen die alleen maar hun eigen zin doen, kunnen God dan ook niet tevreden stellen.

Rom. 8:9-11
GEEST BRENGT LEVEN. Met u is het anders. U doet niet meer uw eigen zin, maar laat u leiden door de Geest; tenminste als de Geest van God in u woont. Als u de Geest van Christus niet hebt, hoort u niet bij Hem. Door de zonde is uw lichaam onderworpen aan de dood. Maar als Christus in u woont, is uw geest levend omdat God u als rechtvaardig beschouwt. Als de Geest van God in u woont, heeft dat ook gevolgen voor uw lichaam. God heeft Jezus uit de dood opgewekt. Wel, doordat Zijn Geest in u woont, zal Hij ook uw sterfelijke lichaam levend maken.

Rom. 8:12-17
PLICHT OM NAAR GEEST TE LEVEN. Dus, broeders, zijn wij aan onze eigen zin niets meer verplicht. Wij hoeven er niet aan toe te geven. Als u zich door uw eigen zin laat leiden, zult u sterven. Maar als u zich laat leiden door de Heilige Geest en uw eigen zin prijsgeeft, zult u leven. Want allen die door de Geest van God geleid worden, zijn zonen van God. Wij hoeven dus geen slaven van de angst meer te zijn. Nee, God heeft ons een andere geest gegeven. Wij zijn door Hem aangenomen als zonen. En doordat Zijn Geest in ons woont, roepen wij: "Abba! Vader!" Want in ons diepste wezen overtuigt Gods Geest ons ervan dat wij kinderen van God zijn. En als wij Gods kinderen zijn, krijgen wij ook wat ons, als Zijn kinderen, toekomt. Wat God aan Zijn Zoon Jezus Christus geeft, zal Hij ons ook geven. Als wij hetzelfde lijden doormaken als Hij, zullen wij ook dezelfde heerlijkheid krijgen als Hij.

Rom. 8:18-25
LIJDEN VERBLEEKT BIJ HOOP. Maar wat voor lijden wij hier ook doormaken, het valt in het niet bij de schitterende heerlijkheid, die God ons straks zal laten zien. De schepping ziet hunkerend uit naar het moment waarop zal blijken wie de zonen van God zijn. De hele schepping is namelijk onderworpen aan dood en verval, hoewel niet uit eigen vrije wil. God heeft dat gedaan als gevolg van de zonde. Maar er is hoop! Ook de schepping zal bevrijd worden uit de macht van dood en verval en dezelfde heerlijke vrijheid krijgen als de kinderen van God.
Wij weten dat de hele schepping in afwachting van dat grote moment nog altijd zucht en kreunt. Dat geldt ook voor ons. Ook al hebben wij, als een voorproef van het nieuwe leven, de Heilige Geest ontvangen. Wij zuchten ook en hunkeren naar de dag dat ons lichaam zal worden verlost van ziekte en dood. Deze verwachting is onze redding. Maar het is nog niet zover, anders zou het geen verwachting meer zijn. Iets wat er al is, hoef je immers niet meer te verwachten. Maar zolang het er nog niet is, blijven wij het geduldig verwachten.

Rom. 8:26,27
GEEST OVERBRUGT KLOOF. De Heilige Geest helpt ons hierbij, want wij zijn zo zwak. Wij weten niet eens hoe wij moeten bidden. Daarom behartigt de Heilige Geest onze belangen. Zo intens dat daarvoor geen woorden zijn. En God, Die het diepste wezen van alle mensen onderzoekt, begrijpt wat de Geest bedoelt. Wat Hij voor de gelovigen vraagt, is in overeenstemming met Gods wil.

Rom. 8:28-34
EEUWIG PLAN VOOR GELOVIGEN. Eén ding weten wij: Voor wie Hem liefhebben laat God alles meewerken voor hun bestwil, want Hij heeft een plan met hen. Hij heeft altijd geweten wie Hem zouden liefhebben. En Hij bepaalde ook dat die mensen Zijn Zoon zouden weerspiegelen. Want Hij wilde dat Zijn Zoon de eerste en belangrijkste van vele broers zou zijn. Maar God heeft allen die daartoe bestemd waren, ook geroepen. En Hij heeft hen ook rechtvaardig gemaakt. Meer nog: Hij heeft hen ook in Zijn schitterende heerlijkheid opgenomen.
Wat kunnen wij hier nog over zeggen? Als God aan onze kant staat, wie zal dan tegen ons zijn? God heeft immers Zijn eigen Zoon niet ontzien, maar Hem uitgeleverd terwille van ons allemaal. Zal Hij, nu Hij Zijn Zoon heeft gegeven, ons dan ook niet alles geven? God heeft ons uitgekozen. Wie kan ons dan nog beschuldigen? God spreekt ons vrij van elke schuld. Wie zou ons kunnen veroordelen? Christus Jezus is immers voor ons gestorven! Wat nog belangrijker is: Hij is uit de dood teruggekomen en zit aan de rechterhand van God, waar Hij onze belangen behartigt.

Rom. 8:35-39
GODS LIEFDE FAALT NOOIT. Wat kan ons ooit van de liefde van Christus scheiden? Onderdrukking? Nood? Vervolging? Honger? Ontbering? Gevaar? De dood? Wij lezen in de Psalmen

  dat wij, omdat wij bij Hem horen, de hele dag de dood voor ogen hebben.
  Wij worden beschouwd als slachtschapen.

Maar onder al die omstandigheden hebben wij, dank zij Hem Die zoveel van ons houdt, de overwinning! Ik ben ervan overtuigd dat niets ons kan scheiden van Gods liefde, die in Christus tot uiting komt. De dood niet, het leven niet, engelen niet, regeringen niet, de dingen van vandaag niet, de dingen van morgen niet. Nee, er is geen enkele kracht die dat kan. Hoe hoog we zijn gestegen of in welke diepte wij ons ook bevinden, niets in de hele schepping kan ons scheiden van Gods liefde, die ons gegeven is in Christus Jezus, onze Heer.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- december



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen