8 december



Over de Joodse ervaring

Rom. 9:1-5
ZORGEN OM JOODS ERFGOED. Er is één ding dat mij veel verdriet doet. Het is een onophoudelijke pijn in mijn hart. Christus weet dat ik de waarheid spreek en de Heilige Geest bevestigt het in mijn geweten: Dat is de toestand van mijn eigen volk, de Israëlieten. Echt, ik zou zelf van Christus afgesneden willen zijn, als ik daarmee mijn broeders van de ondergang zou kunnen redden. De Israëlieten zijn door God aangenomen als Zijn zonen. Zij hebben gezien hoe groot en machtig Hij is. Zij weten welk verbond Hij met hen heeft gesloten. God heeft hun verteld hoe zij moeten leven en Hem kunnen dienen. Zij weten welke beloften Hij aan hun voorouders heeft gedaan. En het grootste van al: Christus is, naar de mens gesproken, uit hen voortgekomen. Christus, Die boven alles staat. Alle lof en eer is daarom voor God, voor altijd! Amen.

Rom. 9:6-13
BASIS VAN GODS BELOFTE. Heeft God dan Zijn woord gebroken? Dat is uitgesloten! Maar niet alle Israëlieten zijn échte Israëlieten. Al stammen zij van Abraham af, daarom zijn zij nog niet allemaal ware kinderen van Abraham. Want God heeft gezegd dat Hij alleen Isaäk als Abrahams zoon beschouwde. Dus zijn Abrahams natuurlijke kinderen niet vanzelf kinderen van God. Nee, dat zijn alleen zij die, net als Abraham, op de belofte van God vertrouwen. God had Abraham namelijk beloofd: "Volgend jaar kom Ik terug en dan zal Sara een zoon krijgen."
Ook Isaäks vrouw Rebekka kreeg een belofte van God. Toen zij in verwachting was van een tweeling, zei God dat het eerste kind de dienaar van het tweede zou worden. Daarmee bedoelde Hij de twee volken, die uit deze jongens zouden voortkomen. Want ergens in de Boeken staat dat God gezegd heeft: "Jakob heb Ik liefgehad, maar Esau niet." Voor God stond dat al vast, hoewel zij nog niet eens geboren waren en geen goed of kwaad hadden gedaan. Daardoor was duidelijk dat God nooit iemand uitkiest op grond van diens daden, maar omdat Hij hem riep.

Rom. 9:14-18
GOD KAN IEDEREEN GENADIG ZIJN. Is God dan onrechtvaardig? Geen sprake van! Denk maar eens aan wat Hij tegen Mozes zei:

  "Ik ben vriendelijk voor wie Ik wil;
  en Ik ontferm Mij over wie Ik wil."

Het hangt er dus niet van af of u graag wilt of erg uw best doet. Nee, het hangt af van God, Die het goede met ons voor heeft. Zo zei Hij tegen Farao, de koning van Egypte: "Het is niet voor niets dat Ik u nog zo lang koning laat zijn. Ik gebruik u om te laten zien hoe groot mijn kracht is, want de hele wereld moet van Mij horen." Hieruit blijkt dat God doet wat Hij wil. Of Hij bewijst Zijn genade of Hij verhardt, zoals dat bij Farao het geval was.

Rom. 9:19-24
MENS KAN GODS GENADE NIET BEGRENZEN. Maar als het zo ligt, waarom neemt God het mij dan kwalijk dat ik niet doe wat Hij wil? Hoe durft u zo tegen God te spreken? Het maaksel zegt toch ook niet tegen zijn maker: "Waarom hebt u mij zo gemaakt?" Een pottenbakker mag met een stuk klei doen wat hij wil. Hij maakt er een mooie, dure vaas van of een gewone pot.
Wel, als God uiting wil geven aan Zijn toorn en als Hij wil laten zien hoe groot Zijn kracht is, wat dan nog? Heeft Hij niet lang genoeg geduld gehad met de mensen, die straf verdienden en rijp waren voor de ondergang? Waar het Hem om gaat, is dat Zijn buitengewone grootheid gezien wordt door de mensen, met wie Hij het goed voor heeft. Hij heeft hen lang van te voren aangewezen en nu ook geroepen. Die mensen zijn wij! Niet alleen Israëlieten, maar mensen uit alle volken.

Rom. 9:25-29
PROFETEN VERTELDEN OVER GENADE. In het boek van de profeet Hosea zegt God immers:

  "Het volk dat niet van Mij was, zal Ik mijn volk noemen.
  En de mensen die Ik niet liefhad, zal Ik liefhebben.
  Op de plaats waar gezegd werd dat zij mijn volk niet waren,
  zullen zij zonen van de levende God worden genoemd."

Maar over de Israëlieten riep de profeet Jesaja uit:

  "Al is hun aantal nu niet te tellen,
  er zal maar een klein groepje van overblijven.
  Want de Here rekent grondig met het volk af.
  Hij maakt korte metten."

Jesaja had al eerder gezegd:

  "Als God niet zo goed was geweest
  om enkele Israëlieten over te laten,
  zou het volk van Israël volledig uitgeroeid zijn,
  net als de inwoners van Sodom en Gomorra."

Rom. 9:30-33
JODEN ZAGEN GENADE NIET. Wat kunnen wij hieruit opmaken? Het volgende: De volken die niet hun best deden om door God aangenomen te worden, zijn toch aangenomen en wel omdat zij nu in Jezus Christus geloven. Maar de Israëlieten deden daarvoor wél hun uiterste best. Zij hielden zich strikt aan de wet van God en probeerden zo door Hem aangenomen te worden. Maar het is hun niet gelukt. Waarom niet? Omdat zij niet op Jezus Christus vertrouwden, maar dachten dat het helemaal van henzelf afhing, van hun eigen prestaties. Jezus Christus was voor hen het grote struikelblok. God had hen daar al voor gewaarschuwd.

  "Pas op", zei Hij, "Ik leg temidden van de Israëlieten een struikelblok neer,
  een steen waaraan zij zich zullen stoten.
  Maar wie op Hem zijn vertrouwen vestigt,
  zal nooit teleurgesteld worden."

Rom. 10:1-4
JODEN PROBEERDEN REDDING TE VERDIENEN. Broeders, het verlangen van mijn hart en mijn gebed tot God is dat het Joodse volk gered mag worden. Ik weet dat zij met veel toewijding God dienen, maar met verkeerde ijver. Zij begrijpen niet dat Christus gestorven is om het tussen God en hen goed te maken. In plaats daarvan proberen zij door goed te leven Gods gunst te winnen en willen zij zich niet door Jezus Christus laten redden. Want nu Christus er is, hoeft niemand meer zijn best te doen om volgens de wet van Mozes rechtvaardig te worden. Ieder die op Christus vertrouwt, wordt rechtvaardig.

Rom. 10:5-13
REDDING VOOR ALLEN. Volgens Mozes bent u alleen rechtvaardig als u precies doet wat in de wet staat; alleen dán zult u leven. Maar met de rechtvaardigheid, die uit het vertrouwen op Christus voortkomt, is het heel anders. Daaruit blijkt dat u niet naar de hemel hoeft op te stijgen om Christus te laten afdalen. En dat u ook niet in de afgrond hoeft te gaan om Christus uit de dood tot leven te brengen. Zij zegt dat wat u zoekt, vlakbij is; in uw mond en in uw hart. U moet op Christus vertrouwen! Dat vertellen wij hier en overal. Want als u zegt dat Jezus Christus uw Heer is en als u met uw hele hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u gered worden. Door met uw hele hart op Christus te vertrouwen, wordt u rechtvaardig verklaard. En door daarvoor uit te komen, wordt u gered. Zo staat het ook in de Boeken: "Ieder die op Hem vertrouwt, zal niet teleurgesteld worden." En het maakt geen verschil of u Jood bent of niet. God is Heer over allen. Hij geeft Zijn rijkdom aan alle mensen die een beroep op Hem doen. Want er staat ook: "Ieder die de naam van de Here aanroept, zal gered worden."

Rom. 10:14-17
EVANGELIE BRENGT GELOOF VOORT. Maar als zij niet in Hem geloven, hoe kunnen zij Hem dan aanroepen? En als zij nooit van Hem gehoord hebben, hoe kunnen zij dan in Hem geloven? Als niemand hun over Hem vertelt, hoe kunnen zij het dan horen? Wie zal het hun vertellen, als hij niet gestuurd is? Daarover staat in de Boeken: "Wat heerlijk! Ik hoor het geluid van de voeten van de brenger van het goede nieuws!" Maar niet iedereen heeft geluisterd naar het goede nieuws van God. De profeet Jesaja zei al: "Here, wie gelooft wat wij vertellen?" Dus alleen door te luisteren naar wat Christus gezegd heeft, kunt u in Hem gaan geloven.

Rom. 10:18-21
ISRAEL WEES PREDIKING AF. Maar hebben de Israëlieten het dan niet gehoord? Jawel!

  Waar ter wereld ook mensen wonen,
  het nieuws heeft hen overal bereikt.

Hebben de Israëlieten het dan niet begrepen? Luister eerst eens naar Mozes. Hij zei

  dat God hen jaloers zou maken op een minderwaardig volk;
  zij zouden kwaad worden op een onverstandig volk.

Jesaja zei het nog sterker:

  "God zal worden gevonden door mensen die Hem niet zochten.
  Hij zal Zich bekendmaken aan mensen die geen belangstelling voor Hem hadden."

Maar wat Israël zelf betreft, zegt hij:

  "Het is een ongehoorzaam en dwars volk,
  waarnaar God de hele dag Zijn handen uitgestrekt houdt."

Rom. 11:1-6
ALTIJD EEN TROUW RESTANT. Heeft God Zijn eigen volk dan afgeschreven? Nee! Ik ben immers zelf een Israëliet. Ik ben een nakomeling van Abraham en ik hoor bij de stam van Benjamin. Nee, God heeft het volk van Zijn keuze niet afgeschreven. U herinnert zich wel hoe de profeet Elia zich bij God over Israël beklaagde. "Here", zei hij, "zij hebben Uw profeten vermoord en Uw altaren omvergehaald. Alleen ik ben nog over en nu willen zij mij ook vermoorden." En wat antwoordde God hem? "Ik heb ervoor gezorgd dat er nog 7000 mannen aan mijn kant staan. Ook die hebben hun knieën niet voor Baäl gebogen." Ook in deze tijd zijn er Israëlieten die bij God horen. Hij heeft in Zijn genade een aantal van hen uitgekozen. Het was de genade van God. Ze konden er zelf niets aan toedoen, anders zou het geen genade zijn.

Rom. 11:7-10
GODDELOZEN BLIND VOOR WAARHEID. De Israëlieten hebben dus niet gekregen wat zij zo graag wilden, op een klein gedeelte na. Die waren door God uitgekozen. Maar de meesten werden steeds ongevoeliger. Dat klopt met wat in de Boeken staat:

  "God heeft hen geestelijk diep in slaap gebracht.
  Met hun ogen zien zij niet
  en met hun oren horen zij niet.
  Dat is nog steeds zo."

David zei:

  "Laat het lekkere eten een valstrik voor hen worden.
  Laten ze in de val lopen en struikelen. Dat is hun verdiende loon.
  Maak hun ogen zó dat zij niet meer kunnen zien.
  Maak hun rug voor altijd krom."

Rom. 11:11,12
JODEN BRACHTEN GENADE NAAR NIET-JODEN. Zijn de Israëlieten dan gestruikeld om voorgoed te blijven liggen? Natuurlijk niet! Maar door hun weigering om te gehoorzamen, is nu de andere volken het heil te beurt gevallen en wel om de Israëlieten jaloers te maken. De wereld heeft dus voordeel van hun ongehoorzaamheid. Als hun val de andere volken al zoveel goeds heeft gebracht, hoeveel te meer zal dat het geval zijn als straks alle Israëlieten gaan gehoorzamen!

Rom. 11:13-16
NIET-JODEN KUNNEN JODEN TERUGWINNEN. Ja, ik heb het tegen u, die geen Joden zijn. U weet dat God mij met een bijzondere opdracht naar de andere volken heeft gestuurd. En ik vind dat geweldig! Maar wat zou het heerlijk zijn als ik mijn eigen volk jaloers kon maken, zodat in elk geval enkelen ervan Jezus Christus zouden aannemen en daardoor gered zouden worden! Wat zou het geweldig zijn als zij in Christus gingen geloven. Toen God Zich van hen afkeerde, betekende dit dat Hij Zich naar de rest van de wereld keerde om hun Zijn redding aan te bieden. Nog geweldiger is het als de Joden tot Christus komen. Dan is het net alsof dode mensen weer levend worden. Omdat Abraham en de profeten het volk van God waren, zullen hun kinderen het ook zijn. Als de wortel van God is, zijn de takken ook van Hem.

Rom. 11:17-24
NIET-JODEN MOETEN ZICH NIETS VERBEELDEN. Sommige takken van de goede olijfboom zijn afgebroken. En u, niet-Joden, bent als wilde olijftakken op de goede olijfboom geënt. Nu u tussen de andere takken staat, krijgt u net als zij voedsel uit de wortel. Nu moet u vooral niet neerkijken op de takken, die weggebroken zijn. Verbeeld u maar niets! U bent maar een tak en niet de wortel, die alle takken draagt. U zult dan vragen: "Maar die takken zijn toch weggebroken om plaats te maken voor ons?" Ja, dat is wel zo. Maar vergeet niet dat zij werden weggebroken, omdat zij weigerden te geloven. En u staat daar zolang u op Hem vertrouwt. Verbeeld u maar niets! Wees heel voorzichtig. Als God de oorspronkelijke takken van de boom niet heeft gespaard, zal Hij u zeker niet sparen.
U ziet dus dat God niet alleen goed is, maar ook streng. Hij is streng voor wie Hem ongehoorzaam zijn, maar vriendelijk voor wie Hem blijven vertrouwen en gehoorzamen. Anders zult u ook afgesneden worden. Aan de andere kant: Als de Israëlieten tot geloof komen, zullen zij weer op de boom worden geënt. Ja, God kan dat! Hij heeft u van de wilde olijfbomen afgekapt en op de goede geënt. Dat was tegen de natuur. Van nature was u takken van de wilde en niet van de goede olijfboom. Nu, wat zal God dan doen met de mensen die van nature takken van de goede boom zijn? Hij zal hen weer op hun eigen boom enten!

Rom. 11:25-32
GENADE STREKT ZICH UIT NAAR ALLE MENSEN. Broeders, ik wil niet dat Gods plan met Israël voor u geheim blijft. Wees niet eigenwijs. Voorlopig moet een deel van de Israëlieten niets van Jezus Christus hebben. En dat duurt tot de grote massa uit de andere volken in Gods koninkrijk is ingegaan. Dan zal heel Israël gered worden. Dat staat ook in de Boeken:

  "De grote bevrijder zal uit Sion komen
  om het kwaad van Israël weg te doen.
  Dit is mijn afspraak met hen:
  Ik zal hun zonden wegnemen."

Zij staan dus vijandig tegenover het goede nieuws van Jezus Christus. Daar hebt u voordeel van. Maar omdat zij vanouds het volk zijn dat God uitgekozen heeft, houdt Hij nog steeds van hen. Want als Hij iets zegt, komt Hij er niet op terug. En als Hij in genade iets heeft gegeven, blijft het gegeven. Vroeger verzette u zich tegen God. Maar omdat de Israëlieten zich tegen Hem hebben verzet, heeft Hij u nu genade gegeven. Nu zijn zij het dus die zich tegen God verzetten, terwijl u genade hebt gekregen. Maar de bedoeling daarvan is dat zij ook genade zullen krijgen. Want God heeft alle mensen aan de ongehoorzaamheid overgegeven om hun allemaal genadig te kunnen zijn.

Rom. 11:33-36
LOFZANG.

  Wat is God groot! Zijn rijkdom, wijsheid en kennis zijn onmeetbaar.
  Geen mens weet hoe Hij Zijn beslissingen neemt.
  Het is onmogelijk Zijn wegen na te gaan.
  Wie kan vertellen wat er in de gedachten van de Here omgaat?
  Wie zou Hem ooit raad kunnen geven?
  Wie heeft Hem ooit iets gegeven
  waarvoor Hij iets terug moet geven?
  Want alles komt van God, alles bestaat door God en alles eindigt in God.
  Voor Hem is alle eer, voor altijd en eeuwig. Amen.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- december



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen