26 december


Eerste brief van Johannes

Aan het einde van de eerste eeuw krijgt de kerk te maken met serieuze uitdagingen, zowel binnen als buiten de kerk. Vervolging en lijden zijn deel van het Christen-zijn, waar die Christenen zich ook bevinden.
Maar uit de eigen gelederen is een nog grotere vijand opgestaan: vals onderricht. De Gnostische filosofie, die in deze periode populair is, leert dat materie van nature kwaadaardig is en dat het menselijk lichaam derhalve eveneens kwaadaardig is. Deze filosofie heeft niet alleen tot buitenissige immoraliteit geleid omdat aan lichamelijke verlangens wordt toegegeven, maar ook tot de conclusie dat God Zelf onmogelijk in een lichamelijke gedaante zou kunnen verschijnen. Dit is natuurlijk een duidelijke bedreiging voor het Christelijke geloof dat Jezus in een menselijke gestalte naar de aarde kwam. Wie zou beter tegen deze dwaling kunnen waarschuwen dan de man die zelf ooggetuige is geweest van het bewijs voor de Godheid van Jezus? Wie had een zodanig respectabele en gezagdragende positie bekleed dat Christenen over de hele wereld zijn woorden als waarheid zouden aanvaarden? Waarschijnlijk had niemand dit beter kunnen doen dan de apostel Johannes, die op dit moment al erg oud is. Ook al noemt hij zichzelf niet bij naam, toch is Johannes ongetwijfeld de schrijver van drie korte brieven die na ongeveer 90-95 na Christus zijn geschreven, mogelijk in Efeze.
De eerste van de drie brieven van Johannes is niet gericht aan een specifieke gemeente of een bepaald individu. De brief is waarschijnlijk bedoeld voor algemene circulatie. Johannes schrijft zijn “kleine kinderen”, alsof hij daadwerkelijk hun vader is, over de noodzaak om in het licht van Gods rechtschapenheid te blijven leven. Hij waarschuwt zijn lezers voor de antichristen; mensen die onderwijzen dat Jezus níet God in een mensenlichaam zou zijn. Johannes is bezorgd over hun dagelijkse levenswandel en over hun geloof in de Godheid van Jezus en spoort hen daarom aan om levens te leiden die betamelijk zijn voor kinderen van God. Hij wijst erop dat ware gelovigen van ongelovigen kunnen worden onderscheiden door hun liefde voor elkaar, hun vrome levens en hun gehoorzaamheid aan Gods geboden. Johannes sluit zijn brief af met te wijzen op de zekerheid en de geborgenheid die Gods kinderen hebben in Jezus Christus.

1 Joh. 1:1-4
OOGGETUIGENVERSLAG VAN JOHANNES. Christus, het levende woord, was er al voor het begin van alle dingen. God heeft door Hem het leven bekendgemaakt. Met eigen ogen hebben wij Hem gezien, met onze handen Hem aangeraakt. Het leven is niet langer verborgen, want wij hebben het zelf gezien. En omdat wij het zelf gezien hebben, maken wij het ook aan anderen bekend. Het was bij de Vader, maar is voor ons zichtbaar geworden. Wat wij gezien en gehoord hebben, vertellen wij ook verder omdat wij graag willen dat velen deel zullen hebben aan onze gemeenschap met de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus. Wij schrijven u dit allemaal om u te laten delen in de blijdschap die wij hebben ervaren.

Leef in het licht der rechtschapenheid

1 Joh. 1:5-7
FUNDAMENT VAN GEMEENSCHAP. Wat wij van God gehoord hebben en hierbij doorgeven, is dit: God is licht en er is in Hem geen spoor van duisternis. Als wij dus zeggen dat wij bij Hem horen, maar in het donker leven, liegen wij; wat wij zeggen, is niet waar. Maar als wij in het licht van God leven, zijn wij één met elkaar en wast het bloed van Zijn Zoon Jezus ons schoon van al onze zonden.

1 Joh. 1:8-10
ZONDEN MOETEN BEKEND WORDEN. Als wij beweren zonder zonde te zijn, bedriegen wij onszelf en doen wij de waarheid geweld aan. Maar als wij onze zonden bekennen, is God zo trouw en rechtvaardig ons die te vergeven. Hij reinigt ons van alle zonde. Als wij beweren nooit gezondigd te hebben, zeggen wij daarmee dat God een leugenaar is en sluiten wij ons af voor wat Hij zegt.

1 Joh. 2:1,2
CHRISTUS IS ONZE ADVOCAAT. Kinderen, ik zeg dit om u van de zonde af te houden. Maar als iemand zondigt, hebben wij een rechtvaardige verdediger bij de Vader: Jezus Christus. Hij nam de straf voor onze zonden op Zich en maakte ons één met God. Hij is het offer voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die van de hele wereld.

1 Joh. 2:3-6
ALLEEN DE GEHOORZAMEN KENNEN GOD. Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat wij bij Hem horen? Als we doen wat Hij zegt! Als iemand zegt dat hij Christus kent, maar niet doet wat Christus zegt, is hij een leugenaar. Zo iemand doet de waarheid geweld aan. Maar wie doet wat Christus van hem vraagt, is vol van de liefde van God. Daaraan is te zien of u christen bent of niet. Ieder die zegt één met Christus te zijn, moet leven zoals Hij leefde.

1 Joh. 2:7-11
LIEFDE IS DE TEST. Beste vrienden, ik schrijf u geen nieuw maar een oud gebod; u kent het al vanaf het begin. Toch is het steeds weer nieuw en het betreft zowel Christus als u. Als wij dit gebod gehoorzamen door elkaar lief te hebben, verdwijnt de duisternis uit ons leven en komt het licht van Christus binnen.
Wie beweert in het licht van Christus te leven, maar een hekel aan zijn broeder heeft, leeft nog steeds in het donker. Maar wie van zijn broeder houdt, leeft in het licht en gaat zijn weg zonder te struikelen. Wie een hekel aan zijn broeder heeft, leeft in het donker en weet niet waar hij loopt. Omdat het donker is, kan hij niets zien.

1 Joh. 2:12-14
REDENEN VOOR SCHRIJVEN.

  Ik schrijf u dit allemaal, vrienden,
  omdat uw zonden vergeven zijn door wat Christus voor u heeft gedaan.
  Ik schrijf dit allemaal, vaders,
  omdat u Christus kent, Die er vanaf het begin geweest is.
  Ik schrijf dit allemaal, jongelui,
  omdat u het van de duivel hebt gewonnen.
  Dus, kinderen, u kent de Vader.
  En vaders, u kent Christus, Die er vanaf het begin geweest is.
  En, jongelui,
  u bent sterk;
  houd vast aan wat God heeft gezegd;
  u hebt het van de duivel gewonnen.

1 Joh. 2:15-17
HOUD VAN GOD, NIET VAN DE WERELD. Houd niet van de zondige wereld en van wat die te bieden heeft; want als u van de wereld houdt, blijkt daaruit dat u de liefde van de Vader hebt afgewezen. Alles wat van de wereld is (de zondige begeerten, de hebzucht en de hoogmoed, die door macht en bezit ontstaat) is er niet door de Vader, maar door de wereld. Aan de wereld en haar zondige begeerten komt een einde; maar wie doet wat God wil, zal eeuwig blijven leven.

Waarschuwingen tegen antichristen

1 Joh. 2:18,19
PAS OP VOOR ANTICHRISTEN. Vrienden, de wereld loopt op haar einde. U hebt gehoord dat de antichrist zal komen. Hij is de grote vijand van Christus. Maar ik wil u erop wijzen dat er al heel wat vijanden van Christus rondlopen. Daaruit blijkt duidelijk dat het laatste uur voor de wereld geslagen heeft. Die vijanden van Christus hebben vroeger bij ons gehoord, maar niet echt. Anders zouden ze bij ons zijn gebleven. Door ons de rug toe te keren, hebben zij laten zien dat ze niet allemaal bij ons hoorden.

1 Joh. 2:20-23
ANTICHRISTEN ONTKENNEN GODHEID. U bent heel anders, want de Heilige Geest is in u komen wonen en daardoor kent u de waarheid. Ik schrijf u dus niet omdat u de waarheid niet zou kennen, maar omdat u de waarheid van de leugen moet kunnen onderscheiden. En wie is de leugenaar? Dat is degene die zegt dat Jezus niet de Christus is. Zo iemand is een vijand van Christus, een antichrist, omdat hij niet gelooft in God de Vader en in Zijn Zoon Jezus Christus. Want wie niet in de Zoon gelooft, kent ook de Vader niet. Maar wie in de Zoon gelooft, kent ook de Vader.

1 Joh. 2:24-28
LAAT GELOOF NIET VAREN. Blijf trouw aan wat u in het begin gehoord hebt. Als u dat doet, zult u altijd één zijn met de Zoon en de Vader. Christus, de Zoon, heeft ons het eeuwige leven beloofd.
Ik vond het mijn plicht u te waarschuwen voor de mensen die proberen u op een dwaalspoor te brengen. Maar u hebt de Heilige Geest ontvangen en Hij woont in u. Daarom hoeft niemand anders u te leren wat God wil, want Hij Zelf is uw Leraar. Wat Hij zegt, is de waarheid en geen leugen. Doe daarom wat de Heilige Geest u geleerd heeft en blijf één met Christus.
Nogmaals, vrienden, blijf één met de Here. Dan zullen wij Hem kunnen ontmoeten en ons niet voor Hem hoeven te schamen.

Als kinderen van God leven

1 Joh. 2:29-3:3
WEES RECHTSCHAPEN ALS KINDEREN. Omdat wij weten dat God goed en rechtvaardig is, mogen wij terecht aannemen dat alle mensen, die doen wat goed en rechtvaardig is, kinderen van God zijn. Wat heeft de Vader geweldig veel liefde voor ons! Wij héten niet alleen Zijn kinderen, wij zíjn het ook. De mensen, die God niet kennen, begrijpen daar niets van. Ja, vrienden, wij zijn kinderen van God en kunnen ons er geen voorstelling van maken hoe het later zal zijn. Maar wij weten één ding: Als Christus komt, zullen wij zijn zoals Hij, omdat wij Hem dan zien zoals Hij werkelijk is. Ieder die dit gelooft, leidt een rein leven omdat Christus rein is.

1 Joh. 3:4-6
ZONDIGEN IS TEGENGESTELD AAN GELOVEN. Wie zondigt, overtreedt de wet van God, want elke zonde is een overtreding van die wet. U weet dat de Zoon van God mens geworden is om onze zonden te kunnen wegnemen. En Hij kon dat omdat Hij nooit gezondigd heeft. Als wij één met Hem blijven, zullen wij ook niet zondigen. Maar de mensen die blijven zondigen, moeten goed beseffen dat zij zondigen omdat zij Christus nooit echt hebben gekend.

1 Joh. 3:7-10
GODS KINDEREN LEIDEN RECHTSCHAPEN LEVEN. Laat u door niemand iets wijs maken, vrienden. Wie het goede doet, doet dat omdat Christus rechtvaardig is. Maar wie blijft zondigen, bewijst daarmee dat hij bij de duivel hoort, die nadat hij voor het eerst gezondigd had, altijd is blijven zondigen. Maar de Zoon van God is gekomen om aan de activiteiten van de duivel een einde te maken. Wie nieuw leven van God ontvangen heeft, kan niet langer zondigen omdat het leven van God in hem is. Hij kan niet doorgaan met zondigen, omdat God zijn Vader is. Wij kunnen nu dus zien wie een kind van God en wie een kind van de duivel is. Wie verkeerde dingen doet en ook niet van zijn broeder houdt, hoort niet bij het gezin van God.

1 Joh. 3:11-15
GODS KINDEREN HOUDEN VAN ELKAAR. Want u hebt vanaf het begin gehoord dat wij elkaar moeten liefhebben. Wij moeten niet zijn als Kaïn, die bij de duivel hoorde en zijn broer vermoordde. Waarom deed hij dat? Omdat Kaïn verkeerde dingen had gedaan en wist dat zijn broer eerlijk en goed leefde. Het hoeft u dus niet te verwonderen, broeders, als de wereld u haat. Als wij van onze broeders houden, blijkt daaruit dat wij van de dood naar het leven zijn overgegaan. Maar wie niet van zijn broeders houdt, blijft in de dood. Wie zijn broeder haat, heeft hem in zijn hart eigenlijk al vermoord. En u weet dat er in het hart van een moordenaar geen plaats is voor het eeuwige leven van God.

1 Joh. 3:16-18
DADEN BEWIJS VAN LIEFDE. Door het voorbeeld van Christus, Die voor ons gestorven is, weten wij wat echte liefde is. Daarom moeten ook wij ons leven opofferen voor onze broeders. Als iemand genoeg heeft om van te leven en ziet dat zijn broeder gebrek lijdt, maar zich verhardt en hem niet helpt, hoe kan Gods liefde dan in hem blijven? Vrienden, wij moeten ophouden te zéggen dat we van elkaar houden. Wij moeten echt van elkaar houden en het uit onze daden laten blijken.

1 Joh. 3:19-22
GEHOORZAAMHEID VERSTERKT VERTROUWEN. Daaraan kunnen wij weten of de waarheid onze vader is. Dan zullen wij niet bang voor God hoeven te zijn. Maar ook als ons geweten ons aanklaagt, is God toch groter dan ons geweten. Hij weet alles.
Als ons geweten ons niet aanklaagt, vrienden, kunnen wij vol vertrouwen naar God opkijken. Wij krijgen wat wij van Hem vragen, omdat wij Hem gehoorzamen en doen wat Hij wil.

1 Joh. 3:23,24
MEN MOET GELOVEN EN LIEFHEBBEN. God vraagt van ons dat wij in Zijn Zoon Jezus Christus geloven en dat wij van elkaar houden, zoals Christus ons heeft opgedragen. De mensen die zich houden aan wat God heeft gezegd, blijven één met Hem; en Hij blijft één met hen. Door de Geest, Die God ons heeft gegeven, weten wij dat Hij één met ons blijft.

Onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen

1 Joh. 4:1-3
ANTICHRISTEN ONTKENNEN GOD IN LICHAMELIJKE GESTALTE. Vrienden, geloof niet alles wat u hoort, ook al wordt er beweerd dat het een boodschap van God is. Ga eerst na of er wel echt namens God gesproken wordt, want er lopen nogal wat valse profeten op deze wereld rond. Hieraan kunnen wij weten of Gods Geest spreekt: Ieder die erkent dat Jezus Christus een mens van vlees en bloed geworden is, zegt dat door de Geest van God. Ieder die dat ontkent, heeft de geest van de antichrist, de vijand van Christus, waarvan wij weten dat hij komen zou, maar die nu al in de wereld actief is.

1 Joh. 4:4-6
WERELDSE DOCTRINES VAN ANTICHRISTEN. Vrienden, u bent eigendom van God en hebt Zijn tegenstanders overwonnen, omdat er Iemand in u woont Die sterker is dan de geest die de wereld beheerst. De tegenstanders van God horen bij de wereld en maken zich dus alleen maar druk om dingen, die van de wereld zijn. Daarom hebben zij in de wereld ook iets te zeggen. Omdat wij het eigendom van God zijn, zullen alleen de mensen die Hem kennen, naar ons luisteren en de anderen niet. Op die manier is het mogelijk om te onderscheiden of iets namens God gezegd wordt of niet, of het waarheid is of leugen.

1 Joh. 4:7-12
GELOVIGEN WEERSPIEGELEN GODS LIEFDE. Vrienden, laten wij elkaar liefhebben want de liefde komt van God. Wie liefheeft, is een kind van God en kent God. Maar wie niet liefheeft, kent God niet; want God is Zelf liefde. God heeft ons laten zien hoe groot Zijn liefde voor ons is, door Zijn enige Zoon naar deze slechte wereld te sturen. Door Hem wilde God ons nieuw leven geven. De liefde waarover het hier gaat, is niet onze liefde voor God, maar Zijn liefde voor ons. Daarom stuurde Hij Zijn Zoon, Die de straf voor onze zonden op Zich heeft genomen om de verhouding tussen God en ons weer goed te maken. Omdat God ons zo heeft liefgehad, moeten wij elkaar ook liefhebben. Niemand heeft God ooit gezien, maar als wij elkaar liefhebben, leeft God in ons; dan is Zijn liefde volledig in ons aanwezig.

1 Joh. 4:13-15
GELOVIGEN HEBBEN GODS GEEST. En Hij heeft ons Zijn Heilige Geest gegeven; daardoor weten wij dat wij één met Hem zijn en Hij één met ons is. Omdat wij het met eigen ogen hebben gezien, getuigen wij ervan dat God Zijn Zoon gestuurd heeft als Redder van de wereld. Ieder die dit gelooft en zegt dat Jezus de Zoon van God is, blijft één met God.

1 Joh. 4:16-19
GEEST VAN LIEFDE. Wij hebben de liefde van God leren kennen; daarom vertrouwen wij op die liefde, die God voor ons heeft.
God is liefde. Wie blijft liefhebben, blijft één met God. Als de liefde in ons haar doel bereikt, kunnen wij vol vertrouwen de dag van het grote oordeel tegemoet zien, omdat wij in deze wereld leven zoals Christus er leefde. In de liefde is geen plaats voor angst. Integendeel, de volmaakte liefde verdrijft de angst. Angst houdt altijd verband met straf. Wie nog angst kent, kent de volmaakte liefde nog niet. Dat wij Hem liefhebben, komt doordat Hij ons het eerst heeft liefgehad.

1 Joh. 4:20-5:1
LIEFDEVOLLE GOD VRAAGT OM LIEFDEVOLLE MENS. Als iemand zegt dat hij van God houdt, maar een hekel aan zijn broeder heeft, is hij een leugenaar. Als hij niet van zijn broeder houdt die hij kan zien, hoe kan hij dan van God houden Die hij nooit heeft gezien? God heeft duidelijk gezegd dat wij niet alleen van Hem moeten houden, maar ook van onze broeder. Ieder die gelooft dat Jezus de Christus is (dat Hij Gods Zoon en onze Redder is) is een kind van God. En ieder die van de Vader houdt, houdt ook van Diens kinderen.

1 Joh. 5:2-5
LIEFDEVOLLE GOD VRAAGT OM GEHOORZAAMHEID. Hieruit volgt dus dat wij, als wij God liefhebben en doen wat Hij zegt, ook Zijn kinderen liefhebben. Want God liefhebben, is doen wat Hij zegt. En dat is helemaal niet zo moeilijk. Elk kind van God kan Hem gehoorzamen en de verleidingen van de wereld overwinnen door op Hem te vertrouwen en door het geloof in Jezus Christus. Alleen als wij geloven dat Jezus de Zoon van God is, kunnen wij de verleidingen van de wereld weerstaan.

1 Joh. 5:6-9
GETUIGEN VAN JEZUS. Wij weten dat Jezus de Zoon van God is omdat dat bevestigd is door Zijn doop in water en door Zijn dood aan het kruis. En ook de Heilige Geest, Die altijd de waarheid spreekt, zegt dat Hij de Zoon van God is. Er zijn drie getuigen in de hemel: De Vader, Christus en de Heilige Geest; samen zijn Zij één. En er zijn drie getuigen op aarde: De Heilige Geest, het water waarin wij gedoopt worden en het bloed van Christus, dat voor ons gevloeid heeft; ook deze drie horen bij elkaar. Als wij mensen geloven die getuigen, moeten wij zéker het getuigenis van God aannemen. Hij zegt dat Jezus Christus Zijn Zoon is.

1 Joh. 5:10-12
LEVENSWIJZE VAN GELOVIGEN GETUIGT. Ieder die dit gelooft, heeft het getuigenis van God aanvaard. Als iemand dit niet gelooft, zegt hij daarmee dat God een leugenaar is, omdat hij niet gelooft wat God over Zijn Zoon heeft gezegd. En wat heeft God dan wel gezegd? Dat Hij ons eeuwig leven heeft gegeven en dat dit leven in Zijn Zoon is. Wie dus de Zoon van God heeft, heeft het leven; maar wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.

Zekerheid in Christus

1 Joh. 5:13
ZEKERHEID OVER EEUWIGE LEVEN. Ik heb dit geschreven aan u, die in de Zoon van God gelooft, om u de zekerheid te geven dat u eeuwig leven hebt.

1 Joh. 5:14-17
ZEKERHEID OVER JUISTE GEBEDEN. Wij weten dat Hij naar ons luistert als wij Hem iets vragen wat met Zijn wil overeenstemt. En als wij weten dat Hij naar ons luistert, mogen wij er ook zeker van zijn dat Hij ons geeft wat wij Hem vragen.
Als u iemand ziet zondigen op een manier die niet de dood tot gevolg heeft, vraag God dan het hem niet toe te rekenen; als hij geen dodelijke zonde heeft gedaan, zal God hem het leven geven. Er bestaat namelijk een zonde die dodelijk is; en ik zeg niet dat u moet bidden voor iemand die zo zwaar gezondigd heeft. Alle onrecht is zonde, maar niet alle zonde is dodelijk.

1 Joh. 5:18-20
GEBORGENHEID IN JEZUS CHRISTUS. Wij weten dat ieder die een kind van God is, niet zondigt; want de Zoon van God beschermt hem en de duivel kan hem niets doen. Wij weten dat wij kinderen van God zijn en dat de hele wereld in de macht van de duivel is. Wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons heeft laten zien hoe wij de enige en echte God kunnen leren kennen. Wij zijn één met de ware God door Zijn Zoon Jezus Christus. Hij is de ware God; Hem te kennen, is het eeuwige leven.

1 Joh. 5:21
GEEN GEBORGENHEID IN AFGODEN. Vrienden, houd u ver van alles wat Gods plaats in uw hart zou kunnen innemen.

Tweede brief van Johannes

De tweede en derde brief van Johannes lijken samen geschreven te zijn, rond dezelfde tijd als de eerste brief. Maar deze brieven zijn persoonlijker van aard. In zijn tweede brief noemt Johannes zichzelf eenvoudigweg “de ouderling” en richt hij zich enigszins mysterieus tot “de vrouw, die door God uitgekozen is en aan haar kinderen”. Of dit betrekking heeft op een specifieke vrouw en haar gezin of een symbolische verwijzing is naar een bepaalde gemeente is niet helemaal duidelijk, maar de eerste optie is wellicht de juiste omdat er geen andere symbolische taal in de brief wordt gebruikt. Inhoudelijk is de brief een korte samenvatting van de algemenere brief van Johannes. De brief wordt afgesloten met een persoonlijke opmerking.

2 Joh. 1-3
GROET. Van: Johannes, de ouderling.

Aan: De vrouw, die door God uitgekozen is en aan haar kinderen. Ik heb u oprecht lief en daarin ben ik niet de enige; alle mensen die de waarheid hebben leren kennen, houden ook van u. Want de waarheid blijft in ons en zal altijd bij ons zijn.

Wij zullen ook de genade, het medeleven en de vrede van God de Vader en van Zijn Zoon Jezus Christus ontvangen, in waarheid en liefde.

2 Joh. 4-6
OPROEP TOT LIEFDE EN GEHOORZAAMHEID. Ik heb ervan genoten enkele van uw kinderen te ontmoeten, die zich door de waarheid laten leiden, zoals de Vader ons heeft opgedragen. Daarom wil ik u herinneren aan het oude gebod dat God ons al in het begin heeft gegeven: Gelovigen moeten elkaar liefhebben. Als wij God liefhebben, zullen wij leven zoals Hij wil. Hij heeft ons vanaf het allereerste begin gezegd dat wij elkaar moeten liefhebben.

2 Joh. 7-11
WAARSCHUWING TEGEN ANTICHRISTEN. Pas op voor de vele verleiders die in deze wereld rondlopen. Zij beweren dat Jezus Christus niet als een mens van vlees en bloed gekomen is. Daaruit blijkt dat zij verleiders en vijanden van Christus zijn. Wees daarom op uw hoede. Anders doet u alles teniet wat wij tot stand hebben gebracht en krijgt u niet uw volle loon. Wie verder gaat dan wat Christus geleerd heeft, heeft geen gemeenschap met God. Maar wie zich houdt aan wat Christus heeft geleerd, heeft niet alleen gemeenschap met Hem, maar ook met Zijn Vader. Als iemand bij u komt om u iets anders te leren, laat hem dan niet binnen. Geef hem geen enkele bemoediging. Want als u dat wel doet, bent u medeplichtig aan het kwaad dat hij aanricht.

2 Joh. 12
HOOP OP PERSOONLIJK BEZOEK. Ik heb u nog veel meer te zeggen, maar ik wil dat niet per brief doen. Ik hoop naar u toe te komen en er persoonlijk met u over te spreken. Dat zal ons bijzondere vreugde geven!

2 Joh. 13
GROETEN. U ontvangt de hartelijke groeten van de kinderen van uw zuster.

Derde brief van Johannes

De derde korte brief van Johannes is geschreven aan een Christen die Gajus genoemd wordt en kennelijk een kerkleider is, misschien wel van de gemeente waar de tweede brief aan gericht was. In deze brief wordt Gajus geprezen voor zijn gastvrijheid en zijn steun aan rondtrekkende evangelisten. Johannes vermeldt ook zijn onvrede over een man, Diotrefes genaamd, die vijandig stond tegenover deze reizende evangelisten en tegenover Johannes zelf. Het is mogelijk dat Diotrefes een deel van de Gnostische leer aanhangt die Johannes probeert te bestrijden, of dat Diotrefes mogelijke bedreigingen van zijn persoonlijke invloed in de plaatselijke gemeente probeert tegen te gaan. In tegenstellig tot Diotrefes wordt een broeder, Demetrius genaamd, hoog geprezen. De brief is weliswaar kort, maar is desondanks een goed voorbeeld van Christelijke relaties en bekommering om onze naasten.

3 Joh. 1
GROET. Van: Johannes, de ouderling.

Aan: Mijn vriend Gajus, die ik van harte liefheb.

3 Joh. 2-4
VREUGDE OVER TROUW VAN GAJUS. Mijn vriend, ik bid dat het u in elk opzicht goed mag gaan, ook wat uw gezondheid betreft. Ik weet dat ik mij over uw omgang met God geen zorgen hoef te maken. Want enkele broeders die hier kwamen, hebben mij verteld over uw trouw aan de waarheid, die blijkt uit uw oprechte manier van leven. Dat heeft mij heel blij gemaakt. Niets maakt mij zo blij als het horen van zulke berichten over mijn vrienden.

3 Joh. 5-8
LOF VOOR GAJUS. Goede vriend, uw trouw blijkt uit alles wat u voor de broeders doet, ook als u hen nog niet eerder hebt ontmoet. Zij hebben hier in de gemeente over uw liefde verteld. Het is heel goed hen op weg te helpen; u begrijpt hoe belangrijk het werk is dat zij voor God doen. Zij zijn op reis gegaan terwille van de Here en nemen niets aan van mensen die niet in Hem geloven. Daarom moeten wij zulke mannen ondersteunen. Zo helpen wij hen de waarheid meer en meer bekend te maken.

3 Joh. 9,10
TERECHTWIJZING VAN DIOTREFES. Ik heb hierover een korte brief naar de gemeente geschreven, maar die trotse Diotrefes, die zo graag hun leider wil zijn, accepteert ons gezag niet en weigert te luisteren. Als ik kom, zal ik iedereen vertellen wat hij allemaal doet en welke lelijke praatjes hij over ons rondstrooit. En daar laat hij het niet bij. Hij weigert niet alleen zélf reizende broeders te ontvangen, hij houdt ook de mensen tegen die dat wel willen doen; en als ze niet naar hem luisteren, gooit hij ze uit de gemeente.

3 Joh. 11
AANSPORING OM GOED TE DOEN. Volg dit slechte voorbeeld niet na, mijn vriend, maar het goede. Wie goed doet, is een kind van God; maar wie kwaad doet, kent God niet.

3 Joh. 12
LOF VOOR DEMETRIUS. Iedereen spreekt goed van Demetrius en dat is terecht! Wij kunnen ons daar van harte bij aansluiten; en u weet dat wij de waarheid spreken.

3 Joh. 13,14
HOOP OP PERSOONLIJK BEZOEK. Ik heb u nog veel meer te zeggen, maar ik wil dat niet per brief doen. Ik hoop binnenkort naar u toe te komen en er persoonlijk met u over te spreken.

3 Joh. 15
GROETEN. Ik wens u het allerbeste. U moet de groeten hebben van de vrienden hier. Breng alle vrienden daar persoonlijk mijn groeten over.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- december



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen