22 september
Daniël in de leeuwenkuil
Enige tijd later, tijdens de heerschappij van Darius de Mediër, wordt een complot tegen Daniël gesmeed door
mensen die zich verzetten tegen zijn hoge machtspositie. Het eindresultaat is dat Daniël in een leeuwenkuil
wordt gegooid, maar daarin beschermd wordt door de God tot wie hij zo trouw bidt. Het incident geeft een
interessant inzicht in Darius, die zich (tenminste tijdelijk) zelfs evangelistisch gedraagt in naam van deze
wonderbaarlijke “God van Daniël”.
Dan. 6:2,3 (ca. 541-540 v.C.)
DANIELS HOGE RANG. [Darius] benoemde 120 gouverneurs, die ieder een deel van het rijk
moesten besturen. Zij waren verantwoording verschuldigd aan drie onderkoningen, van wie
Daniël er één was. Zo ontstond een doeltreffende regeringsstructuur.
Dan. 6:4-6
SAMENZWEERDERS ZETTEN VAL. Al gauw bleek dat Daniël met kop en schouders uitstak boven
de beide andere onderkoningen en de gouverneurs. Hij bleek buitengewoon begaafd. De koning
dacht er zelfs over hem de hoogste post in het koninkrijk te geven. Dit zette kwaad bloed bij de
twee andere onderkoningen en de gouverneurs. Zij probeerden een fout te vinden in Daniëls
beleid, zodat zij een aanklacht tegen hem konden indienen bij de koning. Maar zij konden geen
enkele fout ontdekken! Hij was eerlijk en betrouwbaar en boven alle kritiek verheven. "Het enige
wat overblijft, is hem aan te vallen op zijn godsdienst!" concludeerden zij.
Dan. 6:7-10
VERBOD OP GEBEDEN. Zij gingen naar de koning en zeiden met veel nadruk: "Koning Darius, leef
in eeuwigheid! Wij, onderkoningen, functionarissen, gouverneurs, adviseurs en landvoogden, zijn
unaniem tot de slotsom gekomen dat u een koninklijk besluit moet uitvaardigen. Daarin moet u
bepalen dat ieder die de komende dertig dagen een verzoek richt tot een god of een mens,
behalve tot u, in de leeuwenkuil zal worden geworpen. Majesteit, wij verzoeken u onder dit
verbod uw handtekening te zetten, zodat het onder geen enkele omstandigheid kan worden
ingetrokken of herroepen. Het moet een 'wet van Meden en Perzen' zijn."
Koning Darius ondertekende dat koninklijke besluit.
Dan. 6:11
DANIEL BIDT TOCH. Toen Daniël hoorde dat deze wet was uitgevaardigd, ging hij naar huis. Zoals
gewoonlijk knielde hij boven in zijn slaapkamer, waar hij open vensters in de richting van
Jeruzalem had. Driemaal per dag ging hij daar in gebed en loofde zijn God. Ook nu week hij niet
van deze gewoonte af.
Dan. 6:12-16
KONING OVER DANIEL VERTELD. Toen drongen de mannen Daniëls huis binnen en vonden hem
terwijl hij bad tot God. Zij haastten zich naar de koning en herinnerden hem aan zijn verbod. "U
hebt toch een verbod uitgevaardigd", zeiden zij, "dat niemand toestaat binnen dertig dagen een
verzoek te richten tot een god of mens, behalve tot u? En zouden de overtreders van dat gebod
niet in de leeuwenkuil worden gegooid?"
"Jazeker", antwoordde de koning, "het is een 'wet van Meden en Perzen' en kan niet worden
herroepen."
Toen vertelden zij de koning: "Daniël, één van de Joodse ballingen, trekt zich niets aan van u of
uw verbod. Driemaal per dag gaat hij bidden." Toen hij dat hoorde, kreeg de koning heel erg spijt
dat hij de wet had ondertekend. De rest van de dag piekerde hij erover hoe hij Daniël uit deze
netelige situatie kon redden.
's Avonds kwamen de mannen terug en zetten de koning nog meer onder druk: "Majesteit, u weet
dat het een 'wet van Meden en Perzen' is. Geen enkel verbod of besluit dat door u getekend is,
mag veranderd worden."
Dan. 6:17-19
DANIEL IN LEEUWENKUIL. Uiteindelijk gaf de koning bevel Daniël gevangen te nemen en in de
leeuwenkuil te gooien. De koning zei nog tegen hem: "Ik hoop dat uw God, Die u zo trouw dient,
u zal bevrijden!"
Er werd een steen voor de opening van de kuil gerold en de koning verzegelde hem met zijn
eigen zegelring en met die van zijn regeringsleiders. Zo kon niemand Daniël nog redden van de
leeuwen. De koning ging terug naar zijn paleis en vastte die nacht. Hij wilde ook niet dat één van
zijn vrouwen bij hem kwam en lag de hele nacht wakker.
Dan. 6:20-24
DANIEL ONGEDEERD. De volgende morgen stond hij heel vroeg op en haastte zich naar de
leeuwenkuil. Bij de kuil gekomen, riep hij met verdrietige stem: "Daniël, dienaar van de levende
God, heeft uw God Die u zo trouw dient, u kunnen bevrijden van de leeuwen?"
Toen hoorde hij een stem! "Majesteit, ik wens u een lang leven toe!" Het was Daniël! "Mijn God
heeft Zijn engel gestuurd", zei Daniël, "om de muil van de leeuwen dicht te houden, zodat zij mij
niet zouden verscheuren. Want in Gods ogen ben ik onschuldig en ook tegen u heb ik niets
misdaan."
De koning was geweldig blij en beval Daniël uit de kuil omhoog te trekken. Hij bleek totaal
ongedeerd te zijn, dank zij zijn vertrouwen op God.
Dan. 6:25
SAMENZWEERDERS GEDOOD. De koning gebood de mannen te halen, die de aanklacht tegen
Daniël hadden ingediend, en zij werden met hun vrouwen en kinderen in de leeuwenkuil gegooid.
Nauwelijks waren zij in de kuil terechtgekomen of de leeuwen stortten zich op hen en
verbrijzelden zelfs hun beenderen.
Dan. 6:26-28
NIEUWE VERORDENING. Toen schreef koning Darius aan alle onderdanen in zijn rijk:
"Wij wensen u veel vrede en voorspoed!
Hierbij bepaal ik dat men in alle delen van mijn koninkrijk diepe eerbied en ontzag moet hebben
voor de God van Daniël.
&Want Hij is de levende God,
Die eeuwig blijft.
Wiens koninkrijk nooit wankelt
en aan Wiens macht nooit een einde zal komen.
Hij bevrijdt en redt Zijn volk
en doet indrukwekkende wonderen
in hemel en op aarde.
Hij is de God, Die Daniël heeft verlost
uit de macht van de leeuwen."
Darius' enthousiasme over de “God van Daniël” is blijkbaar niet van lange duur. Er bestaat geen bewijs dat
Babylon zich daadwerkelijk tot God wendt. Integendeel, het lijkt erop dat Darius' karakter zó onaangedaan is
dat hij zijn eigen volk verraadt. Darius realiseert zich hoe verzwakt Babylonië is ten opzichte van de macht van
Perzië; hij loopt over naar Kores en helpt hem het land waarover hij zelf geheerst heeft omver te werpen.
Omdat Nabonidus in ballingschap zo'n dronkaard is geworden dat hij de stad niet kan verdedigen, kan Kores
Babylonië zomaar binnenwandelen en wordt hij als koning van Babylonië begroet.
Zo komt er een einde aan de macht van het grote Babylonische Rijk, precies zoals de profeten hadden
voorspeld. Nooit zal het meer een grote machtspositie innemen. Tijdens deze wisseling van de macht in
Babylon verlaat Daniël het paleis en zijn prominente positie als gouverneur.
Dan. 1:21
DIENSTTIJD EINDIGT. Daniël bleef adviseur tot het eerste regeringsjaar van koning Kores.
Toch blijkt Daniël ook in de gunst te staan van de nieuwe Perzische regering.
Dan. 6:29
DANIELS LOT. Daniël was hooggeplaatst en erg geliefd tijdens de regering van Darius en tijdens
de regering van de Perzische koning Kores.
Het is onbekend wat Daniël vanaf dit moment doet, maar verondersteld wordt dat hij in Babylon blijft. Na een
stilte van twee tot drie jaar zal men weer van hem horen.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- september
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen