24 september
Daniëls laatste visioen
Is het toeval dat Daniël weer een wonderbaarlijk visioen van God ontvangt in het jaar waarin de fundering van
de tempel wordt gelegd en het herstel werkelijk op gang is gekomen? Ook dit visioen gaat over gebeurtenissen
die binnenkort zullen plaatsvinden en gebeurtenissen die pas in de verre toekomst zullen plaatsvinden. Het is
een tijd vol grote verwachtingen! Het is een tijd voor perspectief en een blik op het totaalbeeld. Het is een tijd
waarin God de mens ervan verzekert dat Hij in deze wereld en in de volgende wereld zal blijven heersen, zelfs
nadat dit beloofde herstel voltooid zal zijn. Het is een tijd om een blik te werpen op de verre toekomst en troost
te vinden in de wetenschap dat alle moeilijkheden van dit leven ooit gerechtvaardigd zullen worden.
Net als Daniëls eerdere visioenen is dit visioen gevuld met symboliek – met namen die blijkbaar dubbele
betekenissen hebben en met dubbelzinnige verwijzingen naar toekomstige gebeurtenissen in de geschiedenis
van de wereld. Het eerste deel van het visioen richt Daniëls aandacht op diverse koningen en vorsten, vooral
koningen uit “het noorden” die oorlog voeren met koningen uit “het zuiden”. De vier Perzische koningen zijn
wellicht Cambyses, Smerdis, Darius en Xerxes. “De machtige koning van Griekenland” is waarschijnlijk
Alexander de Grote. Als Egypte het koninkrijk van het zuiden is, dan zijn de koningen misschien wel de
Ptolemaeën: Soter (ca. 283 voor Christus), Filadelfus (ca. 486-285 voor Christus) en zijn dochter Berenice, en
Ptolemeüs Filopater. Als het Seleucidische Rijk van Syrië het koninkrijk van het noorden is, dan zijn de
bedoelde koningen wellicht Antiochus III (ca. 198-187 voor Christus) en bijna zeker de verachtelijke Antiochus
Epiphanes, die de tempel zal onteren en het brengen van offers tijdelijk een halt toe zal roepen (ca. 165 voor
Christus).
Het tweede deel van het visioen lijkt veel futuristischer. Daniël gebruikt het karakter van “de koning van het
noorden” als aanzet, maar het visioen lijkt vooruit te springen naar een tijd waarin een zekere “koning” zichzelf
op een heel pretentieuze manier zal verheffen. Het visioen eindigt met het meest hoopgevende feit dat er is; de
wederopstanding!
Dan. 10:1-3 (536 v.C.)
ROUWPERIODE. In het derde regeringsjaar van koning Kores van Perzië kreeg Daniël, ook wel
Beltsazar genoemd, een openbaring. Het ging over dingen die onherroepelijk in de toekomst
zouden gebeuren, over tijden van grote nood. Deze keer begreep Daniël de betekenis van wat
hem werd bekendgemaakt.
Ik, Daniël, was al drie weken in rouw over mijn volk. Al die tijd had ik geen wijn of vlees of andere
lekkere dingen gegeten. Ook verzorgde ik mijn uiterlijk niet.
Dan. 10:4-6
PLOTSELING VISIOEN. Op de vierentwintigste dag van de eerste maand stond ik aan de oever
van de rivier de Tigris. Ik keek op en plotseling stond vóór mij een man in linnen kleren met om
zijn middel een gordel van zuiver goud! Hij had een prachtig glanzende huid. Zijn gezicht
schitterde als de bliksem en zijn ogen leken op vlammende fakkels. Zijn armen en voeten
glansden als gepoetst koper en zijn stem klonk als het gedruis van een grote mensenmenigte.
Dan. 10:7-9
REACTIE OP VISIOEN. Alleen ikzelf zag dit visioen. De andere mannen die bij mij waren, zagen
niets. Maar zij werden wel overvallen door grote angst en vluchtten weg. Ik bleef alleen achter.
Door dit indrukwekkende visioen voelde ik mij onmachtig worden. Ik werd doodsbleek en voelde
me als verlamd. Toen hij tegen mij begon te praten, viel ik flauw en lag languit op de grond.
Dan. 10:10-19
DANIEL GERUSTGESTELD. Maar zijn hand raakte mij aan en richtte mij op, op handen en knieën.
Ik beefde van angst. Hij sprak tegen mij: "Daniël, geliefde man van God, sta op en luister
aandachtig naar wat ik u te vertellen heb, want God heeft mij naar u toegestuurd." Ik stond op,
maar beefde nog steeds.
"Wees niet bang, Daniël", zei hij. "Want uw gebed is in de hemel gehoord en verhoord, al vanaf
de allereerste dag waarop u voor God begon te bidden om inzicht. Diezelfde dag werd ik
gestuurd om u hier te ontmoeten. Maar onderweg werd ik 21 dagen lang opgehouden door de
machtige boze geest, die heerst over het rijk van de Perzen. Toen kwam Michaël, één van de
hoogste bevelhebbers van het hemelse leger, mij te hulp. Daardoor was ik in staat door deze
blokkade heen te breken. Ik ben hier gekomen om u te vertellen wat met uw volk in de eindtijd
zal gebeuren. Want de vervulling van deze profetie zal nog vele jaren op zich laten wachten."
Al die tijd keek ik naar de grond, niet in staat een woord uit te brengen. Toen raakte iemand (hij
zag eruit als een mens) mijn lippen aan en ik kon weer spreken. Ik zei tegen de persoon vóór mij:
"Mijn heer, ik ben verlamd van angst door uw verschijning. Ik heb geen kracht meer over. Hoe
kan iemand als ik zelfs maar met u spreken? Ik voel mij helemaal krachteloos en kan amper
ademen."
De persoon die er uitzag als een mens, raakte mij opnieuw aan waardoor ik weer wat kracht
kreeg. "God houdt erg veel van u", zei hij. "Wees dus niet bang. Rustig maar. U moet heel sterk
zijn!"
Terwijl hij sprak, voelde ik plotseling mijn kracht terugkeren en zei: "Ga maar door, mijn heer,
want dank zij u voel ik mij een stuk beter."
Dan. 10:20-11:4
POLITIEKE VERANDERINGEN. Hij antwoordde: "Weet u waarom ik ben gekomen? Ik ben hier om
u te vertellen wat in het 'Waarheidsboek van de Toekomst' staat. Wanneer ik vertrek, moet ik mij
weer vechtend een weg terug banen langs de vorst der Perzen. En na hem moet ik de strijd
aanbinden met de vorst van Griekenland. Alleen Michaël, de engel die waakt over uw volk Israël,
zal mij daarbij terzijde staan." "Ik", vervolgde hij, "werd naar Darius, de Meder, gestuurd in zijn
eerste regeringsjaar, om hem te helpen en bij te staan.
Nu zal ik u laten zien wat de toekomst zal brengen. Nog drie Perzische koningen zullen regeren
en na hen komt een vierde. Hij zal stukken rijker zijn dan de anderen en zijn rijkdom gebruiken
voor politieke doeleinden, omdat hij van plan is Griekenland de oorlog te verklaren. Er zal een
heldhaftige koning optreden, die over een groot rijk zal regeren en alles doet, wat hij wil. Maar
nauwelijks heeft hij de macht in handen of zijn rijk zal uiteenvallen in vier zwakkere delen. Het
zullen echter niet zijn eigen zonen zijn, die erover regeren.
Dan. 11:5-20
KONINGEN VAN NOORDEN EN ZUIDEN. Van één van de vier, de koning van Egypte, zal de macht
toenemen, maar één van zijn eigen machthebbers zal tegen hem in opstand komen. Deze zal de
touwtjes in handen nemen en er een nog machtiger rijk van maken. Verscheidene jaren later zal
een verbond worden gesloten tussen de koning van Syrië en die van Egypte. De dochter van de
koning van Egypte zal worden uitgehuwelijkt aan de koning van Syrië om de vrede te bezegelen.
Maar zij zal haar invloed op hem verliezen en niet alleen haar verwachtingen zullen worden
beschaamd, maar ook die van haar vader, de koning van Egypte, haar ambassadeurs en haar
echtgenoot.
Haar broer zal koning van Egypte worden, een leger op de been brengen en oprukken tegen de
koning van Syrië en deze verslaan. Bij zijn terugkeer naar Egypte zal hij de Syrische afgoden als
buit meenemen plus kostbare gouden en zilveren voorwerpen. Daarna zal hij de koning van
Syrië vele jaren met rust laten. Dan zal de koning van Syrië Egypte binnenvallen, maar al gauw
terugkeren naar zijn eigen land. De zonen van de Syrische koning zullen daarop een reusachtig
leger op de been brengen en van wapens voorzien. Daarmee zullen zij door Israël trekken en
Egypte overspoelen. Hun uiteindelijke doel is een vesting daar.
Verbitterd zal de koning van Egypte zich verdedigen tegen de enorme Syrische troepenmacht en
die verslaan. Trots op deze overwinning, zal hij tienduizenden vijanden doden, maar zijn succes
zal niet van lange duur zijn. Een aantal jaren later zal de Syrische koning terugkeren met een tot
de tanden bewapend leger, veel groter dan wat hij had verloren.
Ook andere volken zullen zich bij hem aansluiten om tegen Egypte te vechten. Er zullen
oproerkraaiers uit de Joden, uw eigen volk, bij zijn. Zo zullen zij proberen een profetie te
vervullen, maar hun plan zal niet slagen. De Syrische koning en zijn bondgenoten zullen een
versterkte stad in Egypte belegeren en innemen. En alle trotse strijdkrachten van Egypte zullen
het onderspit delven. De Syrische koning zal, zonder op tegenstand te stuiten, verder oprukken.
Niemand zal hem kunnen tegenhouden. Hij zal ook het prachtige Judea binnenvallen en
plunderen. Hij zal ernaar streven tevens het Egyptische koninkrijk in zijn macht te krijgen.
Daarom zal hij een verbond sluiten met de Egyptische koning en één van zijn eigen dochters aan
hem uithuwelijken. In het geheim moet zij voor hem werken. Maar dit plan zal mislukken. Daarna
zal hij zich richten op de kustgebieden en er vele veroveren. Maar een generaal zal hem zijn
macht ontnemen en maken dat hij zich vernederd terugtrekt. Hij zal naar huis terugkeren, maar
onderweg in problemen verzeild raken en voorgoed verdwijnen.
Zijn opvolger zal in de herinnering voortleven als de koning, die een man naar Israël stuurde om
belasting te innen. Maar na een korte regeringstijd zal hij op geheimzinnige wijze sterven, niet in
een oorlog, ook niet door een sluipmoord.
Dan. 11:21-35
DE VERACHTELIJKE KONING. Daarna zal een slecht mens aan de macht komen. Hij zou eigenlijk
niet direct in aanmerking komen voor troonsopvolging, maar onverhoeds zal hij op het toneel
verschijnen en zich door list en bedrog meester maken van het koningschap. Alle tegenstand zal
voor hem worden weggevaagd: ook een leider van de priesters zal verdwijnen. Zijn beloften zijn
slechts loze woorden, want vanaf het begin bestaat zijn werk alleen maar uit bedrog. Met een
handjevol aanhangers zal hij opklimmen en machtig worden. Zonder waarschuwing vooraf zal hij
de rijkste gebieden van het land binnenvallen en doen wat nog nooit iemand vóór hem heeft
gedaan: Hij zal de rijken hun bezittingen afnemen en die kwistig uitdelen onder zijn mannen. Met
groot succes zal hij machtige vestingen in zijn gebieden belegeren en innemen, maar dit zal niet
lang duren.
Daarna zal hij alle moed bijeenrapen en een groot leger tegen Egypte op de been brengen. En
Egypte zal hetzelfde doen. Maar de pogingen van de koning van Egypte om zich te verdedigen,
zijn tevergeefs, want men beraamt aanslagen tegen hem. Zijn eigen huisgenoten zullen zijn
ondergang bewerken. Zijn leger zal deserteren en velen zullen sneuvelen. Deze beide koningen
zullen daarna complotten tegen elkaar smeden aan de conferentietafel en proberen elkaar te
misleiden. Toch zal dat alles nutteloos zijn, want geen van beiden zal in zijn opzet slagen voordat
het door God vastgestelde moment is aangebroken. Dan zal de Syrische koning met rijke buit
teruggaan naar zijn land. Onderweg zal hij door Israël trekken en er verwoestingen aanrichten.
Op een zeker moment zal hij opnieuw Egypte binnenvallen. Maar dit keer zal het heel anders
aflopen dan bij de eerste twee gelegenheden. Want hij zal worden afgeschrikt door
oorlogsschepen uit Cyprus. Hij zal zich terugtrekken en naar huis gaan. Woedend, om zijn
gedwongen terugreis, zal deze Syrische koning opnieuw in Jeruzalem verwoestingen aanrichten
en zich verbinden met de afvalligen.
Er zal een eind worden gemaakt aan het brengen van het dagelijkse offer en men zal een afgod
in de tempel zetten om te worden aanbeden. Bij zijn vertrek zal hij de macht overdragen aan hen,
die het verbond met God vaarwel hebben gezegd. Deze goddeloze mannen zullen de macht in
handen krijgen. De koning zal de mensen die de dingen van God haten, met vleierijen voor zich
weten te winnen. Maar zij die God kennen en Hem trouw zijn, zullen sterk worden en dappere
daden verrichten.
Degenen, die geestelijk inzicht hebben, zullen in die dagen velen deelgenoot maken van hun
kennis. Maar zij zullen voortdurend in gevaar verkeren. Velen van hen zullen sterven door het
zwaard, verbrand worden, gevangen gezet of beroofd. Maar terwijl zij vallen, zal hun hulp worden
geboden. Doch enkele goddeloze mensen zullen op het toneel verschijnen. Zij zullen net doen
alsof zij willen helpen, maar in feite zijn zij uit op eigen voordeel. Sommigen met het meeste
inzicht in de dingen van God, zullen in die tijd in de val lopen. Maar dit zal hen alleen louteren en
reinigen en hen zuiver maken tot de eindtijd, die komt op Gods tijd.
Dan. 11:36-45
KONING DIE ZICHZELF VERHEFT. De koning zal precies doen waar hij zin in heeft. Hij zal beweren
dat hij groter is dan elke bestaande god en zelfs spotten met de God der goden. Het zal hem
goed gaan tot Gods geduld op is. Want Gods plannen zijn onveranderlijk. 'Hij zal geen respect
hebben voor de afgod van zijn voorouders, ook niet voor de afgod, die bij de vrouwen geliefd is,
of voor een andere afgod. Want hij zal er prat op gaan dat hij groter is dan al deze afgoden. In
plaats daarvan zal hij de vestinggod aanbidden, een afgod van wie zijn voorouders nog nooit
hebben gehoord. Hij zal hem vereren met goud, zilver, edelstenen en andere kostbaarheden.
Met de 'hulp' van deze afgod zal hij onneembare vestingen veroveren. Wie deze afgod vereert,
zal hij eren en hoge bestuursposten geven. Als beloning zal hij het land onder hen verdelen.
In de eindtijd zal de koning van Egypte hem opnieuw aanvallen en de koning van Syrië zal
reageren met een verrassingsaanval. Zijn reusachtige leger met wagens en ruiters en zijn talloze
oorlogsschepen zullen de landen binnenvallen als een overstroming. Hij zal verscheidene landen
binnendringen (waaronder ook het prachtige Judea) en velen zullen vallen. Edom, Moab en het
grootste deel van de Ammonieten zullen ontkomen, maar Egypte en vele andere landen zal hij
bezetten. Hij zal al het goud en zilver en andere kostbaarheden van Egypte in beslag nemen en
Libiërs en Ethiopiërs zullen zijn slaven worden. Maar hij zal worden gealarmeerd door berichten
uit het oosten en het noorden. Ziedend van woede zal hij uitrukken om velen te vernietigen. Hij
zal tussen Jeruzalem en de zee zijn tenten opslaan. Terwijl hij daar is, zal hij sterven zonder dat
iemand hem helpt."
Dan. 12:1-4
EINDTIJD. "In die tijd zal de grote vorst Michaël, die over uw volk waakt, opstaan en voor u
vechten. Er zal een periode van grote nood en zwaar lijden aanbreken. Toch zal van uw volk
ieder, wiens naam in het Boek staat, hieraan ontkomen. En velen die al dood en begraven zijn,
zullen opstaan. Sommigen zullen eeuwig leven ontvangen, anderen zullen afgewezen worden en
eeuwige schande ondervinden. Wie verstandig zijn (het volk van God) zullen stralen als een
strakblauwe lucht. En wie de mensen tot gerechtigheid hebben gebracht, zullen schitteren als de
sterren, voor eeuwig en altijd. Maar, Daniël, houd deze profetie geheim. Verzegel wat u hebt
opgeschreven, tot de eindtijd. Velen zullen zich erin verdiepen en men zal veel meer inzicht in
deze zaken krijgen."
Dan. 12:5-12
TIJD VAN VERVULLING. Toen zag ik twee mannen, ieder op een oever van de rivier. Eén van hen
vroeg aan de man met de linnen kleren, die boven het water van de rivier stond: "Hoelang zal het
duren voordat deze wonderlijke zaken ten einde zijn?"
De man in de linnen kleren hief zijn beide handen omhoog naar de hemel en ik hoorde hem
zweren bij Hem Die eeuwig leeft: "Zij zullen pas voorbij zijn 3,5 jaar nadat de macht van Gods
volk is tenietgedaan."
Ik hoorde wel wat hij zei, maar begreep niet wat hij bedoelde. Daarom vroeg ik: "Mijn heer, hoe
zal het einde van deze dingen eruit zien?"
Maar hij zei: "Ga nu weg, Daniël, want alles wat ik heb gezegd zal tot de eindtijd onbegrepen
blijven. Velen zullen worden gereinigd en gezuiverd, maar de goddelozen zullen goddeloos
blijven leven en geen van hen zal mijn woorden begrijpen. Alleen de verstandige mensen zullen
weten wat ze betekenen.
Vanaf de dag, waarop het brengen van het dagelijks offer wordt gestaakt en iets gruwelijks en
verwoestends wordt neergezet om te aanbidden, zullen 1290 dagen voorbijgaan. Zalig zijn zij die
de 1335e dag halen!
Net als in andere apocalyptische profetieën, staat ook in dit geval het tijdstip waarop deze gebeurtenissen
zullen plaatsvinden ter discussie. Het eerste deel van het visioen heeft kennelijk betrekking op gebeurtenissen
die in de komende vier eeuwen zullen plaatsvinden. Omdat het historische verslag in de Schrift grotendeels
zwijgt over deze tijdsperiode, is het mogelijk dat dit visioen bestemd is om dat gat op te vullen, al is het in grote
lijnen. Bovendien zouden deze gebeurtenissen vooral belangrijk zijn omdat zij de weg plaveien voor de komst
van de Messias.
Het visioen eindigt met een geruststelling voor Daniël zelf, waarin hem wordt verteld dat hij na zijn dood weer
zal opstaan om zijn beloning in ontvangst te nemen.
Dan. 12:13
BELOFTE AAN DANIEL. Maar wat uzelf betreft: Ga het einde van uw leven rustig tegemoet en sterf
in vrede. Want u zult weer opstaan en uw bestemming bereiken in die laatste dagen."
Zo wordt het verslag over Daniëls leven en zijn wonderbaarlijke ervaringen met de geestelijke wereld
afgesloten. Hoe moeilijk zijn visioenen soms ook te bevatten zijn, zij zijn toch van onschatbare waarde omdat
zij ons voorstellingsvermogen uitdagen door ons vooruit te laten blikken in een tijd waarin alle mysteries
geopenbaard zullen worden.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- september
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen