10 augustus


De grote deportatie

Na de dood van zijn vader bestijgt de achttienjarige Jojachin de troon van Juda, maar hij is slechts drie maanden lang koning. Nebukadnezar staat niet toe dat een tweede koning van Juda zijn gezag zal tarten. Daarom komt hij zelf naar Jeruzalem om de nieuwe koning als balling af te voeren. Ook al geeft het historische verslag aan dat Jojachin net zo slecht is als zijn voorvaderen, toch moeten we in alle eerlijkheid toegeven dat er tijdens zijn korte regeerperiode wellicht niets gedaan is door zijn koningin-moeder en zijn adviseurs om de boosaardige koers van Jojakim te veranderen. Maar God kent het hart van een mens al lang voordat zijn daden zijn gedachten onthullen en dus is het waarschijnlijk dat Jojachin na verloop van tijd net als zijn vader zou zijn geweest. Daarom waarschuwt Jeremia hem en zijn moeder voor het naderende noodlot.
Jojachins noodlot gaat hand in hand met het noodlot van duizenden anderen van Gods volk. Er heeft al een groot aantal deportaties plaatsgevonden en er zullen er nog meer volgen, maar dit is veruit de grootste deportatie van alle. Belangrijk is dat zich tussen de koninklijke en de priesterlijke ballingen een man bevindt, Ezechiël genaamd, die spoedig door God zal worden geroepen om een profeet te zijn voor zijn medegevangenen in Babylonië.

2 Kon. 24:6,8, 2 Kron. 36:8b,9a (597 v.C.) - Jeruzalem
JOJACHIN KINDERKONING. Na zijn dood werd zijn zoon Jojachin koning van Juda. Jojachin, de nieuwe koning van Juda was achttien jaar oud bij zijn troonsbestijging. Zijn bewind in Jeruzalem duurde slechts drie maanden. Nehusta, een dochter van Elnathan uit Jeruzalem, was zijn moeder.

2 Kon. 24:9, 2 Kron. 36:9b
JOJACHINS KARAKTER. Zijn bewind was goddeloos, net als dat van zijn vader.

Jer. 22:24-30
JEREMIA'S PROFETIE. Zo zeker als Ik leef", zegt de HERE, "Chonja, zoon van Jojakim, de koning van Juda, zelfs al was u de zegelring aan mijn rechterhand, dan nog zou Ik u afdoen en in handen geven van hen die van plan zijn u te doden en voor wie u zo doodsbang bent: In handen van Nebukadnezar en de Chaldeeën. Ik zal u en uw moeder dit land uitgooien en u zult sterven in een ver land. U zult nooit meer terugkeren naar het land waarnaar u verlangt.

  Deze Chonja lijkt op een onbruikbare, beschadigde pot.
  Hij en zijn kinderen zullen worden verbannen
  naar verre landen.
  O aarde, aarde!
  Luister naar het woord van de HERE!
  De HERE zegt:
  Noteer deze Chonja als mislukt en kinderloos,
  want geen van zijn kinderen zal ooit op Davids troon zitten
  of het land Juda regeren."

2 Kon. 24:10-12, 2 Kron. 36:10a, Dan. 1:1 (597 v.C.)
JOJACHIN GEVANGENGENOMEN. Ko Tijdens zijn regering belegerden de troepen van koning Nebukadnezar van Babel de stad Jeruzalem. Nebukadnezar kwam na het begin van het beleg zelf naar Jeruzalem en koning Jojachin, al zijn dienaren en de koningin-moeder gaven zich aan hem over.
Jojachin werd gevangen genomen in het achtste jaar van Nebukadnezars bewind. Kr Rond de jaarwisseling liet koning Nebukadnezar hem naar Babel komen.

2 Kon. 24:13-16, 2 Kron. 36:10b, Dan. 1:2 (597 v.C.)
DE GROTE DEPORTATIE. Ko De Babyloniërs haalden alle schatten uit de tempel en het koninklijk paleis en namen alles mee naar Babel. Ook al het goud dat koning Salomo op bevel van de HERE in de tempel had aangebracht, haalden zij weg. Dn Bij zijn terugkeer naar Babel nam Nebukadnezar uit de tempel van God een deel van de heilige voorwerpen mee. Hij zette deze in de schatkamer van de tempel van zijn eigen god in het land Sinear. Ko Koning Nebukadnezar maakte 10.000 inwoners van Jeruzalem tot gijzelaar, met alle prinsen, de beste soldaten, timmerlieden en smeden. Zo bleven slechts de allerarmsten in het land achter.
Nebukadnezar nam koning Jojachin, zijn vrouwen en dienaren en de koningin-moeder mee naar Babel. Tevens nam hij 7000 strijdbare mannen en 1000 timmerlieden en smeden mee. Alle 8000 waren sterk en geschikt om te vechten in oorlogstijd.

Heerschappij van Zedekia

Nu deze grote deportatie in volle gang is en de jonge Jojachin naar Babylon wordt gebracht, plaatst Nebukadnezar de oom van Jojachin, Mattanja, als schaduwkoning op de troon van Juda. Mattanja is de derde zoon van de voormalige koning Josia. Nebukadnezar geeft Mattanja de naam Zedekia en bij deze naam zal men hem ook in de toekomst kennen. Zedekia's karakter is verdorven, net als het karakter van zijn volk. Zedekia heeft de twijfelachtige eer om koning van Juda te zijn tijdens de uiteindelijke vernietiging van het land. Zijn elfjarige bewind komt met de val van Jeruzalem aan een rampzalig einde.

2 Kon. 24:17,18, 2 Kron. 36:10c,11, Jer. 37:1, Jer. 52:1 (597 v.C.)
ZEDEKIA DE SCHADUWKONING. Ko Als nieuwe koning voor het achtergebleven volk wees Nebukadnezar koning Jojachins oom Mattanja aan en hij veranderde diens naam in Zedekia. Jr Koning Nebukadnezar van Babel benoemde niet koning Jojakims zoon Chonja tot nieuwe koning van Juda, maar koos in zijn plaats Zedekia, de zoon van Josia. Ko Bij zijn troonsbestijging was Zedekia 21 jaar. Zijn bewind in Jeruzalem duurde elf jaar. Zijn moeder heette Hamutal en was een dochter van Jeremia uit Libna.

2 Kon. 24:19,20a, 2 Kron. 36:12,13b-16, Jer. 37:2, Jer. 52:2,3b
ZEDEKIA'S KARAKTER. Ko Hij voerde een goddeloos bewind, net als Jojakim. Kr Zedekia was hard en koppig als het erom ging zich tot de HERE, de God van Israël, te bekeren; dat weigerde hij absoluut. Ook zijn bewind kenmerkte zich in de ogen van de Eeuwige door goddeloosheid. Alle vooraanstaanden van het land, onder wie de hogepriesters, evenals het hele volk, vereerden de heidense afgoden van de omringende landen en ontheiligden de tempel van de HERE in Jeruzalem. Steeds weer stuurde de HERE, de God van hun voorouders, profeten om hen te waarschuwen, want het lot van Zijn volk en van Zijn tempel liet Hem niet onberoerd. Maar het volk bespotte deze boodschappers van God en sloeg hun waarschuwingen in de wind. Zij staken net zolang de draak met de profeten tot de HERE Zijn toorn niet langer kon inhouden en er geen hoop meer was op herstel. Jr Maar noch koning Zedekia, noch zijn functionarissen, noch het volk dat in het land was achtergebleven, luisterden naar wat de HERE door de profeet Jeremia zei. Ko Zo gebeurde het door de toorn van de HERE dat de inwoners van Jeruzalem en het land Juda werden weggevoerd.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- augustus



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen