15 november


De laatste rede

Alleen in het boek Johannes wordt de laatste rede van Jezus vastgelegd. Hij houdt deze rede wanneer Hij met Zijn gekozen discipelen naar de Olijfberg gaat, vlak voordat zij het Kidrondal oversteken (de oostelijke grens van Jeruzalem). Elk woord dat Jezus spreekt is een weerspiegeling van de last die Hij op Zijn schouders voelt omdat Hij deze mannen moet achterlaten om het werk te voltooien dat Hij begonnen is. Jezus bemoedigt hen in hun geloof en belooft hun dat zij in Zijn naam grote daden zullen verrichten. Hij spoort hen opnieuw aan om elkaar lief te hebben zodat ze de onvermijdelijke vervolging die hen te wachten staat het hoofd kunnen bieden. Jezus legt uit waarom het noodzakelijk is dat Hij weggaat, maar ook dat Hij hen niet helemaal alleen achter zal laten. Jezus verzekert hun dat de Heilige Geest bij hen zal zijn en hen bij hun opdracht zal helpen.
Nadat Hij hen eraan herinnert dat er vreugde zal voortkomen uit het leed dat spoedig zal aanbreken, bidt Hij. In Zijn gebed vraagt Jezus allereerst voor de verheerlijking van God zelf. Vervolgens bidt Hij voor de elf apostelen en ten slotte voor alle discipelen, dat zij elkaar zullen liefhebben en zo voortdurend getuigen voor de hele wereld mogen zijn.
De laatste rede begint met een allegorie over de wijnstok en zijn ranken als een les over de goede vruchten die er in Christus kunnen worden voortgebracht.

Joh. 15:1-8
WIJNSTOK EN RANKEN. "Ik ben de echte wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. De ranken aan Mij die geen vrucht dragen, kapt Hij weg. De ranken die wel vrucht dragen, snoeit Hij om er nog meer vruchten aan te laten komen. U bent zuiver door het woord dat Ik tot u gesproken heb. Blijf dicht bij Mij, dan blijf Ik in u. Net zoals een rank alleen maar kan vrucht dragen als zij in de wijnstok blijft, kunt ook u alleen maar vruchtbaar leven als u in Mij blijft.
Ik ben de wijnstok en u bent de ranken. Als u dicht bij Mij blijft en Ik blijf in u, brengt u veel vrucht voort. Want zonder Mij kunt u niets doen. Wie niet in Mij blijft, wordt weggegooid als een waardeloze rank en zal verdorren. Samen met andere dorre ranken wordt hij in het vuur gegooid en verbrand. Maar als u één met Mij blijft en mijn woorden niet vergeet, kunt u vragen wat u wilt en het zal gebeuren. Door veel vrucht te dragen, bewijst u mijn discipelen te zijn. Daardoor wordt mijn Vader grootgemaakt.

Joh. 15:9-17
ELKAAR LIEFHEBBEN. Zoals de Vader van Mij houdt, houd Ik van u. Blijf u bewust van mijn liefde. Zorg ervoor dat Ik van u kan blijven houden, door te doen wat Ik zeg. Want de Vader is van Mij blijven houden, doordat Ik heb gedaan wat Hij zei. Leef vanuit Zijn liefde. Ik heb dit gezegd met de bedoeling dat mijn blijdschap in u zal zijn. U zult grote blijdschap ervaren. Ik zeg dat u net zoveel van elkaar moet houden als Ik van u gehouden heb. Wie zijn leven voor zijn vrienden overheeft, heeft de grootste liefde. U bent mijn vrienden als u doet wat Ik zeg. Ik noem u niet langer slaven, want een heer neemt zijn slaven niet in vertrouwen. Maar Ik noem u vrienden, omdat Ik u alles heb verteld wat Ik van mijn Vader gehoord heb. U hebt niet Mij uitgekozen, maar Ik heb u uitgekozen. Ik heb u aangewezen om erop uit te gaan en blijvende vrucht voort te brengen, zodat mijn Vader u alles zal geven wat u Hem vraagt in mijn naam. Ik draag u op van elkaar te houden.

Joh. 15:18-16:4
VOORBEREIDING OP VERVOLGING. Als de mensen u haten, vergeet dan niet dat zij Mij al eerder hebben gehaat. De mensen zouden alleen van u houden als u bij de wereld hoorde. Maar nu dat niet zo is, haten zij u. Dat doen zij omdat Ik u van hen heb losgemaakt. Weet u nog dat Ik zei dat een dienaar niet de meerdere van zijn heer is? Als zij Mij hebben vervolgd, zullen ze u ook vervolgen. Als zij niet naar Mij hebben geluisterd, zullen ze ook niet naar u luisteren. De mensen zullen u vervolgen omdat u bij Mij hoort. Zij kennen God niet, Die Mij gestuurd heeft. Als Ik niet gekomen was en tot hen gesproken had, zouden ze niet schuldig zijn. Maar nu hebben zij geen verontschuldiging voor de zonden die zij doen. Wie Mij haat, haat ook mijn Vader. Als Ik niet zulke grote wonderen onder hen had gedaan, zouden zij niet schuldig zijn. Maar nu hebben zij die wonderen met hun eigen ogen gezien, en ondanks dat haten zij zowel Mij als mijn Vader. Daardoor wordt werkelijkheid wat in hun wet staat: "Zij hebben mij zonder reden gehaat.'
Als Ik bij de Vader ben, zal Ik mijn Plaatsvervanger sturen. Dat is de Heilige Geest, de bron van alle waarheid. Hij komt uit de Vader en zal u alles over Mij vertellen. Omdat u vanaf het begin bij Mij bent geweest, moet u ook van Mij getuigen. Ik heb dit verteld omdat Ik niet wil dat u de nederlaag lijdt. Want de Joden zullen u niet alleen uit de synagoge gooien, maar zelfs doden; en dan denken zij ook nog God daarmee een grote dienst te bewijzen. Zij zullen dat doen, omdat zij de Vader en Mij niet kennen. Ik zeg dit hierom: als een en ander gebeurt, zult u zich mijn woorden herinneren. In het begin heb Ik hier niets over gezegd, omdat Ik nog hier was.

Joh. 16:5-11
NOODZAAK VAN VERTREK. Maar nu ga Ik terug naar God, Die Mij gestuurd heeft. Niemand vraagt waar Ik naar toe ga. Mijn woorden maken u verdrietig. Wat Ik zeg, is de waarheid. Toch is het voor u beter dat Ik wegga, anders kan mijn Plaatsvervanger niet bij u komen. Als Ik wegga, stuur Ik Hem naar u toe. Als mijn Plaatsvervanger komt, zal Hij de mensen in de wereld overtuigen van zonde, rechtvaardigheid en oordeel. Van zonde omdat zij weigeren in Mij te geloven. Van rechtvaardigheid, omdat Ik naar de Vader ga en u Mij niet meer zult zien. En het oordeel houdt in dat de overheerser van deze wereld al geoordeeld is.

Joh. 16:12-15
LEIDING VAN DE HEILIGE GEEST. Ik zou u nog zoveel moeten zeggen, maar dat zou nu te zwaar zijn. Maar als de Heilige Geest komt, zal Hij u de weg wijzen naar de volledige waarheid. Wat Hij u zal zeggen, heeft Hij niet uit Zichzelf, maar Hij geeft door wat Hij hoort. Hij zal vertellen wat er in de toekomst gaat gebeuren. Door u te vertellen wat Hij van Mij hoort, zal Hij Mij grootmaken. Alles wat van de Vader is, is ook van Mij. Daarom zeg Ik dat Hij alles wat Hij van Mij hoort, aan u zal vertellen.

Joh. 16:16-18
DISCIPELEN STAAN VERSTELD. Nog even en u zult Mij niet meer zien. En niet lang daarna zult u Mij weer terugzien."
Enkele discipelen zeiden tegen elkaar: "Wat zou Hij bedoelen met 'nog even' en 'Ik ga naar de Vader'? Wij begrijpen er niets van!"

Joh. 16:19-24
VREUGDE UIT VERDRIET. Jezus wist wat zij Hem wilden vragen en zei: "U vraagt zich zeker af wat Ik bedoel met: 'Nog even en u ziet Mij niet meer. En niet lang daarna zult u Mij weer terugzien.' Luister goed! De mensen zullen blij zijn over wat er met Mij gebeurt, maar u zult door verdriet overmand worden. Maar uw verdriet zal omslaan in blijdschap. Net als bij een zwangere vrouw die moet bevallen. Tijdens de geboorte heeft zij veel pijn. Maar als het voorbij is, denkt zij niet meer aan de pijn en de moeite, zo blij en gelukkig is zij met haar kind. U hebt nu wel verdriet omdat Ik wegga, maar Ik zal u terugzien. Dan zult u grote blijdschap ervaren en die kan niemand u meer afnemen. Als het zover is, hoeft u Mij niets meer te vragen. Luister goed, Ik zeg dat u dan alles rechtstreeks aan de Vader kunt vragen en Hij zal het u geven in mijn naam. Tot nu toe hebt u nog niet in mijn naam gebeden. Bid en u zult ontvangen. Dat zal u grote vreugde geven.

Joh. 16:25-28
WOORDEN ZULLEN DUIDELIJK WORDEN. Ik heb tot nu toe veel beeldspraak gebruikt, maar er komt een moment dat dat niet meer nodig is. Dan kan Ik u zonder beperking over de Vader vertellen. Als het zover is, kunt u in mijn naam bidden. Ik hoef dan niets meer voor u aan de Vader te vragen, want de Vader houdt Zelf van u omdat u van Mij houdt en gelooft dat Ik bij Hem vandaan kom. Ik ben van de Vader naar de wereld gekomen. Nu verlaat Ik de wereld en ga terug naar de Vader."

Joh. 16:29-33
GELOOF VAN DISCIPELEN. Zijn discipelen zeiden: "Dat is tenminste niet zo onbegrijpelijk. Nu spreekt U duidelijke taal. Wij weten nu dat U van alles op de hoogte bent. Niemand hoeft U iets te vertellen. Daarom geloven wij dat U van God komt."
"Gelooft u het nu eindelijk?" antwoordde Jezus. "Er komt een tijd dat u uiteengejaagd wordt; dan gaat ieder zijn eigen weg en laat Mij in de steek. Maar echt alleen zal Ik niet zijn, omdat de Vader dicht bij Mij is. Dit heb Ik u verteld, omdat Ik wil dat u mijn vrede bewaart. In de wereld zult u het zwaar te verduren krijgen. Maar houd moed! Ik heb de wereld overwonnen."

Joh. 17:1-5
JEZUS BIDT VOOR ZICHZELF. Nadat Jezus dit gezegd had, keek Hij omhoog naar de hemel en zei:

"Vader, het is zover. Laat zien hoe groot en machtig Uw Zoon is, dan kan Hij laten zien hoe groot en machtig U bent. U hebt Hem macht gegeven over alle mensen, om aan ieder die U Hem hebt toevertrouwd, eeuwig leven te geven. Het eeuwige leven is dat zij U kennen als de enig ware God, en Jezus als de Christus Die U naar de aarde hebt gestuurd. Ik heb de mensen laten zien hoe groot Uw macht en majesteit zijn. Daarmee heb Ik gedaan wat U Mij had opgedragen. Vader, laat Mij nu bij U terugkomen om de eer en de heerlijkheid te ontvangen die Ik voor het ontstaan van de wereld al had.

Joh. 17:6-19
JEZUS BIDT VOOR DISCIPELEN. Door wat Ik gedaan en gezegd heb, weten deze mensen nu wie U bent. U hebt hen aan Mij gegeven, omdat zij van U waren. Zij hebben zich gehouden aan wat U zei. Zij weten dat alles wat Ik heb van U komt. Want wat U Mij hebt verteld, heb Ik aan hen doorgegeven. En zij hebben het aanvaard. Zij zijn tot het geloof en de overtuiging gekomen dat U Mij hebt gestuurd. Ik bid voor hen. Niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij hebt toevertrouwd. Zij zijn van U. Alles wat van Mij is, is van U. En wat van U is, is van Mij. In hen wordt weerspiegeld wie Ik ben. Ik verlaat de wereld en kom bij U, maar zij blijven nog in de wereld. Heilige Vader, bescherm hen in Uw naam, die U Mij gegeven hebt, zodat zij één kunnen zijn zoals Wij. Zolang Ik bij hen was, beschermde Ik hen in Uw naam die U Mij hebt gegeven. Ik heb geen van hen aan zijn lot overgelaten, behalve Judas, die zich door de duivel liet leiden. Daardoor kwam immers uit wat in de Boeken stond.
Nu kom Ik bij U. Ik zeg dit allemaal terwijl Ik nog in de wereld ben, omdat Ik wil dat zij vol zullen zijn van de blijdschap die Ik heb. Ik heb hun doorgegeven wat U verteld hebt. De wereld haat hen omdat zij, net als Ik, niet bij de wereld horen. Ik vraag U niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te beschermen tegen de duivel. Zij horen net zo min bij de wereld als Ik. Maak hen zuiver en heilig door hen te onderwijzen in Uw woord van waarheid. Ik stuur hen de wereld in, zoals U Mij de wereld hebt ingestuurd. Ik geef Mijzelf voor hen over om hen door de waarheid aan U te verbinden.

Joh. 17:20-26
JEZUS BIDT VOOR GELOVIGEN. Wat Ik U vraag, is niet alleen voor hen. Het is ook voor de mensen die door hen in Mij zullen gaan geloven. Ik vraag U, Vader, of zij net zo één mogen zijn als U en Ik. U bent in Mij en Ik ben in U. Laat hen ook zo in Ons zijn. Dan zal de wereld geloven dat U Mij gestuurd hebt. Ik heb hun dezelfde eer gegeven als U Mij gegeven hebt, om hen zo één te laten zijn als U en Ik. Doordat Ik in hen ben en U in Mij bent, zullen zij een volmaakte eenheid zijn. Dan zal de wereld erkennen dat U Mij gestuurd hebt en dat U net zoveel van hen houdt als van Mij.
Vader, U hebt hen aan Mij gegeven. Ik wil dat zij bij Mij zullen zijn om mijn schitterende majesteit te zien. U hebt Mij die majesteit gegeven, omdat U al van Mij hield voor het ontstaan van de wereld.
Rechtvaardige Vader, al kent de wereld U niet, Ik ken U. En mijn discipelen weten dat U Mij gestuurd hebt. Ik heb hun verteld wie U bent en zal dat blijven doen. Want Ik wil dat Uw liefde voor Mij in hen zal zijn, en dat Ikzelf ook in hen zal zijn."

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- november



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen