Thuis >> 24 augustus
24 augustus
Jeremia ziet geestelijk herstel onder de Messias
Het leidt geen twijfel dat God van plan is om het volk van Israël naar Kanaän terug te brengen vanuit de diverse
plaatsen waar zij in ballingschap verkeren. En het leidt geen twijfel dat hij van plan is Israël als een verenigde
natie te herstellen. Hij zegt ook dat het nieuwe koninkrijk eeuwigdurend zal zijn, dat een zoon van David altijd
op de troon van Israël zal zitten, dat Israël onophoudelijk vrede zal kennen en dat Israël en God nooit meer
door de zonde zullen worden gescheiden.
Dit alles zal in toekomstige Joodse generaties een enorme verwarring veroorzaken, wanneer zij de beloften
van herstel lezen in de boeken van Jeremia, Jesaja en de andere profeten, maar om hen heen nog steeds een
vijandige wereld aantreffen. Velen van hen blijven wachten op de komst van een politiek Israël dat werkelijk
blijvende vrede en welvaart zal kennen. Velen kijken vooruit naar een machtige koning die hen zal bevrijden
van toekomstige onderdrukkers. Velen zien uit naar een land waarvan de geografische grenzen duidelijk
afgezet en veiliggesteld zijn. Maar Jeremia suggereert dat hun houding ten opzichte van het komende
koninkrijk niet juist is.
Er volgen nu drie verschillende vertogen waarin Jeremia verder kijkt dan de zeventigjarige ballingschap; naar
een koninkrijk van heel andere aard en naar de Messias die het volk van haar zonden zal bevrijden. In twee
van de vertogen herhaalt Jeremia bijna dezelfde poëtische profetie, die op zich al vergelijkbaar is met
verschillende profetieën van Jesaja.
Eerste vertoog
Jer. 23:1-4
RESTANT VERZAMELD. De HERE verklaart: "Ik zal een ramp brengen over de leiders van mijn
volk (de herders van mijn schapen) want zij hebben hen voor wie zij moesten zorgen, vernietigd
en uiteengejaagd. In plaats van goed voor mijn kudde te zorgen, hebt u haar weggejaagd en
naar de ondergang geleid. Daarom zal Ik over u het oordeel laten komen, dat u hebt verdiend om
het kwaad dat u hun hebt aangedaan", zegt de HERE, de God van Israël. "Ikzelf zal het
overblijfsel van mijn kudde bijeenhalen uit al de landen waarheen Ik het heb gestuurd en het
laten terugkeren naar zijn weiden, waar het vruchtbaar zal zijn en uitgroeien. Ik zal herders met
verantwoordelijkheidsgevoel over hen aanstellen en zij zullen niet meer bang hoeven te zijn en er
zal niemand ontbreken.
Jer. 23:5,6
RECHTSCHAPEN TELG VAN DAVID.
Want er komt een tijd",
zegt de HERE,
"dat Ik een rechtvaardige koning op Davids troon zal zetten.
Hij zal een koning zijn, Die wijs en rechtvaardig regeert.
Door Zijn toedoen zal op de hele aarde het recht zegevieren.
En dit is Zijn naam: De HERE onze Gerechtigheid.
Wanneer Hij koning is, zal Juda worden gered
en Israël in vrede leven.
Jer. 23:7,8
REDDING VAN ISRAEL ZAL GETUIGENIS ZIJN. In die dagen zullen mensen niet langer een eed
afleggen met de woorden: 'Zo waar de HERE leeft, Die Zijn volk Israël uit het land Egypte redde',
maar zij zullen zeggen: 'Zo waar de HERE leeft, Die de Israëlieten naar hun eigen land
terugbracht vanuit alle landen waarheen Hij hen had verbannen.'
Tweede vertoog
Jer. 33:14-16
RECHTSCHAPEN TELG VAN DAVID. Ja, de dag komt, zegt de HERE, dat Ik voor Israël en Juda al
het goede zal doen, dat Ik hun heb beloofd.
In die dagen zal Ik David een rechtvaardige nakomeling geven,
Hem op de troon zetten
en Hij zal rechtvaardig regeren.
Dan zullen de inwoners van Juda en Jeruzalem gered worden
en hun leuze zal zijn:
'De HERE is onze gerechtigheid!
Jer. 33:17,18
GEESTELIJK LEIDERSCHAP. Want de HERE heeft verklaard dat altijd een erfgenaam van David
op de troon van Israël zal zitten. En er zullen altijd Levieten zijn om brandoffers, spijsoffers en
geschenken aan de HERE te offeren."
Jer. 33:19-22
ZEKERHEID VAN BELOFTE. Toen kreeg Jeremia de volgende boodschap van de HERE: "Als u
mijn verbond met de dag en de nacht kunt verbreken, zodat zij ontregeld raken, alleen dan zal
mijn verbond met de Levieten en mijn dienaar David worden verbroken. Dan zal hij geen
nakomeling meer hebben om op de troon te zitten. En net als met de ontelbare sterren en het
zand op de stranden, dat onmeetbaar is, zo zal het zijn met de nakomelingen van mijn dienaar
David en van de Levieten, die voor Mij dienst doen."
Jer. 33:23-26
ISRAEL IN HET NIEUWE KONINKRIJK. Opnieuw richtte de HERE het woord tot Jeremia en Hij zei:
"Hebt u niet gehoord wat de mensen zeggen? Dat de HERE Juda en Israël uitkoos en daarna
weer verstootte! Zij spotten en zeggen dat Israël niet als een volk kan worden beschouwd. Maar
dit is het antwoord van de HERE: Ik zal mijn volk net zo min verstoten als Ik mijn wetten van dag
en nacht en van aarde en hemel verander. Ik zal de Joden of mijn dienaar David nooit verstoten.
Mijn plan (dat Davids Zoon eens deze nakomelingen van Abraham, Isaäk en Jakob zal regeren)
zal nooit worden gewijzigd. Integendeel, Ik zal hun weer voorspoed geven en Mij over hen
ontfermen."
Derde vertoog
Jer. 31:27,28
TIJD VAN WEDEROPBOUW. De HERE zegt: Er komt een tijd dat Ik het aantal inwoners en de
veestapel hier in Israël enorm zal laten groeien. In het verleden deed Ik moeite dit volk te
verwoesten en uit te roeien, maar nu zal Ik het weer zorgvuldig opbouwen.
Jer. 31:29,30
PERSOONLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID. De mensen zullen niet langer het gezegde 'kinderen
betalen voor hun vaders zonden' gebruiken, want iedereen zal voor zijn eigen zonden sterven;
ieder moet voor zijn eigen zonden boeten.
Jer. 31:31-34
NIEUW VERBOND.
Er komt een dag,
zegt de HERE,
dat Ik een nieuw verbond
met de mensen van Juda en Israël zal sluiten.
Het zal niet hetzelfde verbond zijn,
dat Ik met hun voorouders sloot
toen Ik die uit Egypte leidde.
Dat verbond hebben zij toen verbroken,
hoewel Ik voor hen zorgde als een man voor zijn vrouw.
Maar dit is het nieuwe verbond,
dat Ik dan met hen zal sluiten:
Ik zal mijn wetten in hun harten graveren,
zodat zij Mij willen eren;
dan zal Ik werkelijk hun God zijn
en zij zullen mijn volk zijn.
Dan hoeven zij elkaar niet meer te vertellen
dat het goed is de HERE te kennen,
want iedereen (klein en groot)
zal Mij dan werkelijk kennen,
zegt de HERE,
Ik zal hun zonden vergeven
en ze voor altijd vergeten.
Jer. 31:35-37
ISRAEL ALTIJD BIJZONDER. De HERE, Die ons overdag het zonlicht en 's nachts het licht van
maan en sterren geeft en Die de zee opzweept, zodat de golven beginnen te bulderen, (Zijn
naam is HERE van de hemelse legers) zegt:
Net zo min als Ik van plan ben deze natuurwetten te veranderen,
zal Ik ook mijn volk Israël niet verstoten!
De hemelen kunnen worden gemeten
en de grondslagen van de aarde kunnen worden onderzocht,
dan zal Ik er pas over denken hen voor altijd te verstoten
vanwege hun zonden!
Jer. 31:38-40
EEN EEUWIG JERUZALEM. Want er komt een tijd, zegt de HERE, dat heel Jeruzalem voor de
HERE zal zijn herbouwd. Vanaf de toren van Hananeël in het noordoosten van de stad tot aan de
Hoekpoort in het noordwesten; en vanaf de Garebheuvel in het zuidwesten tot Goa in het
zuidoosten. De hele stad, ook het kerkhof, zal heilig zijn voor de HERE, evenals de velden die
zich uitstrekken tot aan de Kidronbeek en vervolgens naar de Paardenpoort aan de oostkant van
de stad. Deze stad zal nooit meer worden ingenomen of verwoest.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- augustus
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen