11 juli


Geestelijk verval onder Manasse

Een kwart eeuw lang heeft Juda, onder het gewetensvolle leiderschap van Hizkia, een geestelijke opleving ervaren. Maar elke generatie dient zelf voor zijn eigen toewijding aan de Heer te kiezen en de vezels van het geloof zijn zó broos, dat een enkele misleide leider de harten van gelovigen kan aanzetten tot het aanbidden van valse goden. Het is niet duidelijk of Hizkia te druk bezig was met het naar God terugleiden van zijn volk en daardoor zijn eigen kinderen negeerde, of dat zijn zoon op de leeftijd van 12 jaar misschien de macht te vroeg in de schoot geworpen krijgt. Het treurige feit blijft dat Manasse het volk van God terug naar afgoderij en andere heidense praktijken doet afglijden.

2 Kon. 20:21, 21:2a, 2 Kron. 32:33b, 33:1 - Jeruzalem (696 v.C.)
MANASSE KONING VAN JUDA. Na zijn dood volgde zijn zoon Manasse hem op. Manasse, de nieuwe koning van Juda, was bij zijn troonsbestijging twaalf jaar. De duur van zijn bewind vanuit Jeruzalem was 55 jaar. De naam van zijn moeder was Hefsibah.

2 Kon. 21:2b-9, 2 Kron. 33:2-9 - Jeruzalem
JUDA VERVALT IN AFGODERIJ. Zijn bewind was goddeloos. Hij deed dezelfde goddeloze dingen die de volken hadden gedaan, die door de HERE uit het land waren verdreven om plaats te maken voor het volk Israël. Hij herbouwde de altaren op de heuvels, die zijn vader Hizkia had afgebroken. Hij bouwde altaren voor Baäl en plaatste een schandelijk afgodsbeeld van Asjéra, net zoals koning Achab van Israël had gedaan. Heidense altaren voor de zonnegod, de maangod en de sterregoden werden zelfs in de twee binnenhoven van de tempel van de HERE neergezet; nota bene in het gebouw dat de HERE had uitgekozen en waaraan Hij Zijn naam had verbonden. Zelfs offerde hij één van zijn eigen zonen als brandoffer op een heidens altaar. Hij hield zich bezig met zwarte magie, waarzeggerij, dodenbezwering en tovenarij. In Gods ogen was Manasse een goddeloze man en hij riep dan ook de toorn van de HERE op.
Manasse ging zelfs zover dat hij een afgodsbeeld van Asjéra in de tempel liet zetten; de plaats waarover de HERE tegen David en Salomo had gezegd: "Ik zal mijn naam voor altijd aan deze tempel verbinden en aan Jeruzalem, de stad die Ik heb gekozen uit alle andere steden van de stammen van Israël. Als de Israëlieten leven volgens alle wetten en voorschriften die Ik hun door Mozes gaf, zal Ik ervoor zorgen dat zij dit land van hun vaderen nooit meer hoeven te verlaten." Maar het volk luisterde niet naar de HERE en Manasse zorgde ervoor dat zijn onderdanen nog meer goddeloze dingen deden dan de volken rondom ooit hadden gedaan, ook al had de HERE die volken uitgeroeid om hun goddeloosheid, toen het volk Israël het land binnenkwam.

2 Kon. 21:16
EEN BLOEDIG REGIME. Alsof de door God gehate afgoderij waarin Manasse zijn onderdanen voorging, nog niet genoeg was, vermoordde hij ook nog talloze onschuldige mensen. Jeruzalem was van de ene tot de andere kant overdekt met de lijken van zijn slachtoffers.

2 Kon. 21:10-15
BOODSCHAP VAN PROFETEN. Toen verklaarde de HERE door de profeten: "Omdat koning Manasse deze goddeloze dingen heeft gedaan en zelfs nog verdorvener is dan de Amorieten, die lang geleden in dit land woonden en omdat hij het volk van Juda tot zonde heeft aangespoord door de afgoden te vereren, zal Ik zulke grote rampen over Jeruzalem en Juda laten komen dat zij die het horen, hun eigen oren niet zullen geloven. Ik zal ervoor zorgen dat Jeruzalem hetzelfde lot zal ondergaan als Samaria en het huis van Achab. Ik zal Jeruzalem leegschrapen, zoals een man zijn bord leegschraapt om het daarna omgekeerd op tafel te leggen om te drogen. Dan zal Ik de weinigen die van mijn volk zijn overgebleven, de rug toekeren en uitleveren aan roofzuchtige vijanden. Want zij hebben zich goddeloos gedragen en mijn toorn opgewekt al sinds Ik hun voorouders uit Egypte bevrijdde."

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- juli



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen