Gemeentestichtende bewegingen
Gemeentestichtende bewegingen - Wat zijn dat?
"Church Planting Movements" (oftewel" "Gemeentestichtende bewegingen") is de titel van een boek van David Garrison van de International Mission Board. In dit boek beschrijft Garrison een aantal gevallen waarin het aantal gemeenten in een bepaald gebied sterk en exponentieel is gegroeid. In een analyse van deze gevallen identificeert hij een aantal elementen die alle gevallen met elkaar gemeen hadden. Het resultaat is dat hij een "gemeentestichtende beweging" definieert als "... een snelle, zich vermenigvuldigende toename van autochtone gemeenten die binnen een bepaalde bevolkingsgroep of -segment nieuwe gemeenten stichten."1
-
Snel - nieuwe gemeenten beginnen veel sneller dan het geval was voor traditionele gemeenten.
Vermenigvuldigend - het aantal gemeenten groeit exponentieel omdat zij zichzelf vermeerderen, niet omdat er nieuwe gemeenten worden toegevoegd.
Autochtoon - zij beginnen binnen de betreffende cultuur of bevolkingsgroep en zijn niet afhankelijk van middelen van buitenaf om zich te kunnen vermenigvuldigen.
Gemeenten stichten gemeenten - gewone doorsneeleden van gemeenten, in plaats van professionele geestelijken/kerkleiders, zijn verantwoordelijk voor de start van nieuwe gemeenten.
Gemeentestichtende bewegingen - Tien universele elementen
Garrision ontdekte een tiental componenten die in al deze gemeentestichtende bewegingen voorkwamen:
- Gebed - de gebeden van de gelovigen bevatten een urgentie, hartstocht en vitaliteit.
- Overvloedig zaaien van het evangelie - gelovigen gebruiken alle mogelijke middelen, inclusief massamedia, om de boodschap van Jezus onder zo veel mogelijk mensen te verspreiden, zodat de hele regio verzadigd wordt met het evangelie.
- Bewuste gemeentestichting - Christelijke leiders realiseren zich dat gemeentestichting de meest effectieve vorm van discipelschap is en ontwikkelen vanaf het begin een strategie waarin men zich sterk concentreert op de planting van nieuwe gemeenten. Alles wat niet aan dit kerndoel bijdraagt wordt aan de kant geschoven.
- Gezag van de Schrift - de Bijbel wordt vertaald in de moedertaal van de bevolking en gelovigen zien de Bijbel - geen andere boeken, hulpmiddelen of leraren - zonder aarzeling als het gezag over hun dagelijkse levens.
- Plaatselijk leiderschap - plaatselijke leiders leiden de beweging en nemen de verantwoordelijkheid op zich. Geen voorgangers, pastors of missionarissen van buitenaf dus.
- Leiderschap in handen van leken - gelovigen realiseren zich dat zij persoonlijk initiatief moeten nemen en niet moeten wachten op professionele leiders om dat te doen, als zij hun eigen cultuur voor Christus willen winnen.
- Celgroepen of thuisgemeenten - kleine gemeenten zijn gemakkelijk te leiden en kunnen zich gemakkelijk voortplanten; gemeenten die in huizen of winkelpanden beginnen vormen het grootste percentage van de gemeenten in een gemeentestichtende beweging.
- Gemeenten stichten gemeenten - Christenen geloven dat vermeerdering natuurlijk is en dat zij geen bronnen van buitenaf nodig hebben om het gebod van Christus om discipelen te maken te gehoorzamen.
- Snelle vermeerdering - gelovigen voelen een grote mate van urgentie om hun verloren buren en naasten met het goede nieuws te bereiken en proberen zaken te vermijden die niet essentieel zijn voor het stichten van gemeenten.
- Gezonde gemeenten - elk gemeente streeft de volgende vijf doelen na: aanbidding, evangelisatie, discipelschap, dienstbaarheid en gemeenschap.
Gemeentestichtende bewegingen - Te vermijden fouten!
Misschien is het belangrijker wat gelovigen in gemeentestichtende bewegingen niet doen dan wat zij wel doen. Garrison noemt de volgende obstakels, dat wil zeggen praktijken die de start van een gemeentestichtende beweging kunnen belemmeren of een beginnende gemeentestichtende beweging in de kiem kunnen smoren:
- Het stellen van niet-Bijbelse vereisten aan nieuwe gemeenten (land, gebouwen, betaald personeel, wettelijke documenten, minimum aantal leden, enzovoorts).
- Het aanzetten van nieuwe gemeenten tot het verlaten van hun plaatselijke taal, cultuur, klederdracht, muziek, kunstvormen, enzovoorts.
- Het aanmoedigen van een nabootsing van het werelds, immoreel of slecht gedrag van andere zogenaamde Christenen in hun gemeenschap.
- Het gebruik van modellen van kerken (dure gebouwen en arbeidsintensieve programma's) die materiaal, personeel of financiën van buitenaf nodig hebben om te kunnen blijven bestaan.
- Het gebruik van fondsen van buitenaf waar nieuwe gelovigen en gemeenten afhankelijk van blijven.
- Het stellen van buiten-Bijbelse vereisten aan leiders, zoals theologische scholing of uitgebreide trainingsprogramma's, voordat zij met hun werk kunnen beginnen.
- Altijd alles in een bepaalde volgorde willen doen. Bijvoorbeeld nooit overwegen dat discipelschap kan beginnen vóórdat iemand zich tot Christus heeft bekeerd.
- Het stichten van steriele gemeenten. Verwacht niet dat vermeerdering zal plaatsvinden, als je tegelijkertijd de boodschap uitdraagt dat gelovigen of gemeenten zich normaliter niet willen vermenigvuldigen.
- Alleen een vooraf opgestelde strategie voor de gemeentestichting volgen, waardoor flexibiliteit en de leiding van de Geest worden vermeden.
1 David Garrison, Church Plantings Movements: How God is Redeeming a Lost Word (Midlothian, VA: WIGTake Resources, 2004), p. 21.
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen