17 februari


Deut. 9:1-3
OVERWINNING BELOOFD. "Luister, Israël! U gaat nu de Jordaan oversteken en het land van andere volken in bezit nemen. Die volken zijn veel groter en sterker dan u! Zij wonen in steden met hoge muren er omheen. Onder hen zijn de beruchte kinderen van Enak, reuzen tegen wie niemand het kan opnemen! Maar de HERE, uw God, zal voor u uit gaan als een verterend vuur om hen te verslaan, zodat u hen snel kunt verdrijven en vernietigen zoals de HERE u heeft bevolen.

Deut. 9:4,5
OVERWINNING NIET VERDIEND. Maar wanneer de HERE dit voor u heeft gedaan, zeg dan niet: 'De HERE heeft ons geholpen, omdat wij zo goed zijn!' Nee, Hij helpt u wegens de slechtheid van deze volken. Het is echt niet omdat u van die fijne, rechtvaardige en oprechte mensen bent dat de HERE hen voor u het land uitjaagt! Ik herhaal: Hij doet dit alleen wegens de slechtheid van deze volken en wegens de belofte, die Hij deed aan uw voorouders Abraham, Isaäk en Jakob.

Deut. 9:6-14
HERINNERING AAN GOUDEN KALF. Onthoud dus goed dat de HERE, uw God, u dit goede land niet geeft omdat u zo goed bent, want dat bent u helemaal niet. U bent een slecht en koppig volk.
Denk er maar aan (en vergeet dat nooit!) hoe u de HERE, uw God, in de woestijn steeds weer tot het uiterste dreef! Zo is het sinds de uittocht uit Egypte steeds geweest. Voortdurend bent u opstandig geweest tegen Hem. Weet u nog hoe toornig u Hem maakte bij de berg Horeb?
Hij stond op het punt u te vernietigen. Op dat moment was ik op de berg, waar ik het verbond ontving, dat de HERE met u had gesloten: de stenen plaquettes waarop de wetten waren geschreven. Ik was daar veertig dagen en nachten en al die tijd at en dronk ik niets.
Aan het einde van die veertig dagen en nachten gaf de HERE mij de plaquettes waarop Hij de geboden had geschreven, die Hij had uitgesproken vanaf de met vuur omgeven berg, terwijl het volk aan de voet van de berg toekeek. Hij droeg mij op snel naar beneden te gaan, omdat het volk zichzelf had verontreinigd. Het had de wetten van God al snel de rug toegekeerd door een afgodsbeeld van gegoten metaal te maken.
'Laat Mij mijn gang gaan, dan kan Ik de slechte en koppige mensen van dit volk vernietigen!' zei de HERE tegen mij, 'dan zal Ik hun naam onder de hemel wegvagen. Ik zal u dan tot een groot volk maken, machtiger en groter dan zij.'

Deut. 9:15-21
MOZES MOEST BEMIDDELEN. Ik kwam toen naar beneden van de brandende berg, met in mijn handen de twee stenen plaquettes waarop de wetten van God stonden geschreven. Beneden mij zag ik het kalf dat u had gemaakt in uw vreselijke zonde tegen de HERE, uw God. Wat keerde u Hem snel de rug toe! Toen hief ik de plaquettes hoog boven mijn hoofd en smeet ze op de grond kapot! Ik gooide ze in stukken waar u bij stond!
Opnieuw wierp ik mij veertig dagen en nachten voor de HERE neer, zonder te eten of te drinken. U had gedaan wat de HERE het meeste haatte en daardoor had u Zijn toorn opgewekt. Ik vreesde het ergste voor u, want de HERE stond op het punt u te vernietigen. Maar ook deze keer verhoorde de HERE mijn gebed. Ook Aäron verkeerde in groot gevaar omdat de HERE Zijn toorn op hem richtte. Maar ik bad toen voor Aäron en de HERE spaarde hem. Maar het bewijs van uw zonde (het kalf dat u had gemaakt) verbrandde ik en ik vermaalde het daarna tot fijn stof. Het stof gooide ik in een beek die van de berg naar beneden klaterde.

Deut. 9:22-24
ANDERE OPSTANDIGE VOORVALLEN. Achtereenvolgens bij Tabeëra, Massa en Kibroth-Taäva wekte u opnieuw de toorn van de HERE op.
Bij Kades-Barnéa, toen de HERE u opdroeg het land binnen te trekken, dat Hij u had gegeven, kwam u in opstand. U wilde niet geloven dat Hij u zou helpen; u weigerde Hem te gehoorzamen. Ja, u bent opstandig geweest tegen de HERE vanaf de eerste dag dat ik u leerde kennen.

Deut. 9:25-29
MOZES MOEST BIDDEN. Daarom viel ik nogmaals veertig dagen en nachten voor Hem neer toen de HERE op het punt stond u te vernietigen. Ik bad en vroeg Hem: 'Och HERE God, vernietig Uw eigen volk toch niet. Het is Uw erfdeel dat U uit Egypte redde met Uw sterke hand en machtige grootheid. Let alstublieft niet teveel op de opstandigheid en koppigheid van dit volk, maar denk toch aan Uw beloften aan Uw dienaren Abraham, Isaäk en Jakob. Zie alstublieft de grote verdorvenheid en zonde van dit volk over het hoofd. Want als U het vernietigt, zullen de Egyptenaren zeggen: 'Hij deed dat omdat Hij niet in staat was het volk naar het land te brengen, dat Hij het had beloofd' of 'Hij vernietigde het volk, omdat Hij het haatte; Hij leidde de mensen de wildernis in om hen daar te doden.' Het is hoe dan ook Uw volk en Uw erfdeel, dat U door Uw sterke arm en grote kracht uit Egypte bevrijdde."

Deut. 10:1-5
TWEEDE STENEN TAFELEN. "Toen droeg de HERE mij op twee stenen plaquettes te maken, gelijk aan de eerste twee en daarna een houten ark te bouwen om ze in te bewaren en vervolgens terug te keren naar God op de berg. Hij zei dat Hij op dit tweede paar plaquettes opnieuw de geboden zou schrijven, die op het eerste paar stonden, dat ik kapot had gegooid. Ik moest de nieuwe plaquettes in de ark opbergen.
Zo maakte ik een ark van acaciahout en hakte twee nieuwe stenen plaquettes uit, gelijk aan de eerste twee en nam die mee de berg op. De HERE schreef de Tien Geboden opnieuw op de plaquettes en gaf ze mij. (Het waren dezelfde geboden die Hij u gaf vanuit het midden van het vuur op de berg, terwijl u aan de voet van de berg toekeek). Toen ging ik weer naar beneden en plaatste de plaquettes in de ark die ik had gemaakt. Zij bevinden zich daar nu nog, precies zoals de HERE mij opdroeg.

Deut. 10:6-9
VERKLARENDE OPMERKINGEN. Het volk Israël reisde toen van Beëroth Bené-Jaäkan naar Moséra, waar Aäron stierf en werd begraven. Zijn zoon Eleazar volgde hem op als priester. Toen reisden wij naar Gudgod en vandaar naar Jotbath, een waterrijke streek. Op die plaats koos de HERE de stam Levi uit om de ark van het verbond te dragen, om voor Hem dienst te doen en in Zijn naam te zegenen, zoals dat momenteel wordt gedaan. Daarom heeft de stam Levi geen eigen deel van het beloofde land, zoals zijn broederstammen. Want de HERE is Zelf zijn erfdeel.

Deut. 10:10,11
MOZES SMEEKT GOD OM GENADE. Ook ditmaal bleef ik veertig dagen en nachten voor de HERE op de berg, net zoals de eerste keer en ook deze keer luisterde de HERE naar mijn smeekbeden en vernietigde u niet. Maar Hij zei tegen mij: 'Sta op, ga voor het volk uit naar het land dat Ik zijn vaders beloofde. Het is tijd om er binnen te trekken en het in bezit te nemen.'

Deut. 10:12,13
SAMENVATTING VAN GODS WIL. En nu, Israël, wat verlangt de HERE, uw God, anders van u dan dat u met eerbied en ontzag luistert naar alles wat Hij zegt. Dat u voor uw eigen bestwil de geboden die ik u vandaag geef, gehoorzaamt en dat u van Hem houdt en Hem dient met heel uw hart en ziel?

Deut. 10:14-11:1
GODS LIEFDE VOOR ISRAEL. Alle hemelen behoren toe aan de HERE, uw God, ook de aarde met alles wat daarbij hoort. Hij koos uw voorouders uit en hield zoveel van hen dat Hij u, hun kinderen, boven elk ander volk stelde. Reinig daarom uw zondige harten en wees niet langer koppig. De HERE, uw God, is God boven alle goden en Heer boven alle heren. Hij is de grote en machtige God, de ontzagwekkende God, Die onpartijdig is en Zich niet laat omkopen. Hij verschaft recht aan weduwe en wees. Hij heeft vreemdelingen lief en geeft hun voedsel en kleding. Daarom moet ook u van vreemdelingen houden, want u was zelf ooit vreemdeling in het land Egypte. U moet ontzag hebben voor de HERE, uw God, en Hem aanbidden. Houd u aan Hem vast en zweer alleen bij Zijn naam. Geef Hem alle eer; Hij is uw God, Degene Die machtige wonderen heeft gedaan, die u zelf hebt gezien. Toen uw voorouders naar Egypte trokken, waren zij maar met zeventig personen, maar de HERE, uw God, heeft u nu zo talrijk gemaakt als de sterren aan de hemel! U moet de HERE, uw God, liefhebben en al Zijn geboden gehoorzamen.

Deut. 11:2-7
VERTOON VAN GODS MACHT. Luister! Ik heb het niet tegen uw kinderen, die de straffen van de HERE nooit hebben ondergaan en die Zijn grootheid en vreselijke macht nooit hebben gezien. Zij waren geen getuigen van de wonderen die Hij in Egypte deed tegen Farao en zijn hele land. Zij hebben niet gezien wat God deed met de legers van Egypte, met hun paarden en strijdwagens; hoe Hij hen in de Schelfzee liet verdrinken terwijl zij u achtervolgden en hoe de HERE hen machteloos heeft laten staan tegenover u tot op de dag van vandaag! Zij hebben niet gezien hoe de HERE steeds weer voor u zorgde gedurende al die jaren dat u in de woestijn rondzwierf tot uw aankomst hier. Zij waren er niet bij toen Dathan en Abiram, de zonen van Eliab (uit de stam van Ruben) zondigden en in de aarde verdwenen, samen met hun tenten en huishoudens en al hun bezittingen, terwijl heel Israël toekeek! Maar ú hebt deze machtige wonderen wel gezien!

Deut. 11:8-12
VERPLICHTING TOT GEHOORZAAMHEID. Daarom moet u dus zorgvuldig de geboden gehoorzamen die ik u vandaag geef, zodat u de kracht krijgt om het land binnen te trekken en in bezit te nemen. Als u de geboden gehoorzaamt, zult u een lang en goed leven hebben in het land dat de HERE uw voorouders en u, hun nakomelingen, beloofde; een prachtig land, dat overvloeit van melk en honing! Want het land dat u gaat binnentrekken en in bezit nemen, is niet als het land Egypte, waar u vandaan bent gekomen en waar irrigatie nodig was. Het land waar u gaat wonen, heeft bergen en dalen en er valt genoeg regen; het is een land waarvoor de HERE, uw God, Zelf zorgt! Zijn ogen rusten er voortdurend op, elke dag van het jaar!

Deut. 11:13-17
ZEGENINGEN ZIJN VOORWAARDELIJK. De HERE zegt: 'Als u de geboden die Ik u vandaag geef, zorgvuldig naleeft en de HERE, uw God, met uw hele hart en ziel liefhebt en dient, zal Ik precies op tijd de vroege en late regens geven. Die zullen zorgen voor goede oogsten van koren, druiven voor uw wijn en olijven voor uw olie. Ik zal u goede weidegrond geven waarop uw vee kan grazen en uzelf zult genoeg te eten hebben en tevreden zijn.'
Maar pas ervoor op dat uw harten zich niet van God afkeren om andere goden te aanbidden. Want als u dat doet, zal de toorn van de HERE zich tegen u keren en Hij zal de hemelen sluiten; er zullen geen regens en oogsten zijn en u zult spoedig omkomen in het goede land dat de HERE u heeft gegeven.

Deut. 11:18-25
DIVERSE AANSPORINGEN. Houd deze geboden daarom goed in gedachten. Bind ze aan uw hand om u eraan te herinneren dat u ze moet gehoorzamen en draag ze op uw voorhoofd, tussen uw ogen! Leer ze aan uw kinderen. Spreek over die geboden wanneer u thuis zit en wanneer u buiten loopt, wanneer u naar bed gaat en weer opstaat! Schrijf ze op de deuren van uw huis en op uw poorten. Zodat, zolang er een hemel boven de aarde is, u en uw kinderen van een lang leven zullen genieten in het land dat de HERE u heeft beloofd.
Als u de geboden die ik u geef, zorgvuldig naleeft en de HERE, uw God liefhebt en op Zijn wegen wandelt, zal de HERE alle volken uit uw land verdrijven, ongeacht hoeveel groter en sterker zij zijn dan u. Waar u ook gaat, het land is van u. Uw grenzen zullen zich uitstrekken van de zuidelijke Negeb tot Libanon en van de Eufraat tot de Middellandse Zee. Niemand zal tegen u kunnen standhouden, want de HERE, uw God, zal schrik en angst voor u uit sturen, waar u ook gaat, precies zoals Hij heeft beloofd.

Deut. 11:26-32
EEN ZEGEN EN EEN VLOEK. Ik geef u vandaag de keus tussen Gods zegen en Gods vloek! Er zal een zegen op u rusten als u de geboden van de HERE, uw God gehoorzaamt. Maar een vloek als u weigert deze te gehoorzamen en de goden van andere volken aanbidt. Wanneer de HERE, uw God, u het land binnenbrengt om het in bezit te nemen, zult u de zegen uitspreken vanaf de berg Gerizim en de vloek vanaf de berg Ebal! (Gerizim en Ebal zijn bergen die ten westen van de Jordaan liggen, waar de Kanaänieten leven in het vlakke land bij Gilgal, waar de eikenbossen van Moré liggen). Want u moet de Jordaan oversteken en het land dat de HERE u geeft, in bezit nemen en er gaan wonen. Denk eraan alle geboden en voorschriften, die ik u vandaag geef, te gehoorzamen."

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- februari



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen