17 september
De Heer
Job 38:1-3
GODS BEURT OM VRAGEN TE STELLEN. Toen gaf de HERE Job vanuit een storm Zijn antwoord:
"Wie is het die door onzinnig gepraat
mijn besluiten onbegrijpelijk probeert te maken?
Maak u maar klaar om Mij te ontmoeten,
want Ik wil u iets vragen
en antwoord van u hebben.
Job 38:4-15
WELKE MACHT HEEFT JOB?
Waar was u toen Ik het fundament legde voor deze aarde?
Zeg het Mij, u weet immers zoveel!
Weet u hoe haar afmetingen werden vastgesteld
en wie dat alles heeft nagemeten? Kom, vertel op!
Waarop steunen de fundamenten en wie plaatste de hoekstenen,
terwijl de morgensterren samen zongen
en alle engelen juichten van blijdschap?
Wie stelde de grenzen van de zeeën vast
toen zij vanuit het verborgene omhoogschuimden?
Wie hulde hen in dikke wolken
en diepe duisternis,
sloot hen in door hun kusten vast te stellen
en zei: 'Tot zover en niet verder!
Hier zullen uw trotse golven tot stilstand komen!'?
Hebt u ooit een nieuwe morgen opgeroepen
en de zonsopgang in het oosten laten verschijnen?
Hebt u het daglicht ooit bevolen zich tot de uithoeken van de aarde te verspreiden
om zo een eind te maken aan het nachtelijk werk van de goddelozen?
De aarde verandert als een homp klei onder de opdruk van een zegel
en haar kenmerken worden zichtbaar als van een kledingstuk.
Zo worden de goddelozen gestoord in hun praktijken
en wordt een halt toegeroepen aan de arm die klaar stond om toe te slaan.
Job 38:16-21
WELK BEGRIP?
Bent u doorgedrongen tot de bronnen van de zee
en hebt u de spelonken van haar onpeilbare diepte bezocht?
Heeft men u verteld waar u de poorten van het dodenrijk kunt vinden?
Hebt u ook maar enig begrip van de afmetingen van de aarde?
Vertel het Mij maar als u het weet!
Waar komt het licht vandaan en hoe kunt u daar komen?
Of vertel Mij iets over de duisternis. Waar komt die vandaan?
Kunt u haar grenzen bepalen
of de plaats waar zij vandaan komt?
Maar dat weet u natuurlijk allemaal al lang.
Want u werd geboren voordat alles werd geschapen
en u heeft zo'n lange ervaring!
Job 38:22-30
WELKE HEERSCHAPPIJ?
Bent u in de schatkamers van de sneeuw geweest
of hebt u gezien waar de hagel wordt gemaakt en opgeslagen ligt?
De sneeuw en hagel die Ik heb bewaard
voor de tijd van oorlog en rampen.
Waar loopt de weg naar het punt waar het licht zich verdeelt?
En waar ligt de oorsprong van de oostenwind?
Wie groef het kanaal voor de stortregens?
Wie baande een weg voor het onweer
en zorgde ervoor dat de regen in barre woestijnen neervalt,
zodat de gescheurde en troosteloze bodem wordt doordrenkt met water
en het jonge gras weer kan opschieten?
Heeft de regen een vader?
Waar komen de dauwdruppels vandaan?
Wie is de moeder van het ijs
en van de vorst die neerdaalt uit de hemel?
Want het water verandert dan in ijs
en wordt zo hard als rotssteen.
Job 38:31-33
WELKE INVLOED?
Kunt u de loop van de sterren tegenhouden?
Kunt u invloed uitoefenen op Orion of op de Pleiaden?
Kunt u ervoor zorgen dat de seizoenen op de juiste momenten inzetten
en kunt u het sterrenbeeld van de Grote Beer
met zijn medesterren langs de hemel leiden?
Kent u de wetten van het heelal
en weet u welke invloed deze op de aarde uitoefenen?
Job 38:34,35
WELK GEZAG?
Kunt u tot de wolken roepen
en ervoor zorgen dat u doordrenkt wordt met regen?
Kunt u de bliksem tevoorschijn roepen
en hem laten inslaan waar u dat wilt?
Job 38:36-39
WELKE WIJSHEID?
Wie heeft wijsheid gelegd in het innerlijk van de mens
en aan de geest van de mens het verstand gegeven?
Wie is wijs genoeg om de wolken te tellen?
Wie kan de hemelse waterkruiken uitgieten,
zodat het stof tot harde klei wordt?"
Job 39:1-3
WELKE VOORZIENIGHEID?
Kunt u de prooi verzorgen voor een leeuwin
en de honger van haar jongen stillen,
die in het hol of in het struikgewas liggen te wachten?
Wie zorgt voor de raven wanneer hun jongen tot God roepen
en hongerig door het nest kruipen?
Job 39:4-7
WELKE KENNIS?
Weet u wanneer steenbokken hun jongen ter wereld brengen?
Hebt u dat wel eens zien gebeuren?
Weet u hoeveel maanden zij moeten dragen
voordat zij zich krommen om hun jongen te werpen
en die vracht niet langer hoeven te dragen?
Hun jongen groeien op in het open veld,
waarna zij hun ouders verlaten en nooit meer bij hen terugkeren.
Job 39:8-15
WELKE VRIJHEID?
Wie laat de wilde ezels vrij rondlopen?
Ik heb hun een leefgebied gegeven in de wildernis en de zoutvlakten.
Want zij lachen om het lawaai van de stad
en het geschreeuw van drijvers.
De bergweiden zijn hun grasland;
daar zoeken zij naar groene blaadjes.
Zal de wilde os u willen dienen?
Zal hij 's nachts bij uw voerbak blijven staan?
Kunt u de wilde os voor het ploegen gebruiken?
Zal hij de eg voor u trekken?
Zult u op hem vertrouwen omdat hij zo sterk is?
Zult u hem zelf laten uitmaken waar hij werkt?
Kunt u hem gebruiken om
uw graan binnen te brengen naar de dorsvloer?
Job 39:16-33
WELKE CREATIVITEIT?
De struisvogel klapt vrolijk met haar vleugels,
maar kent geen echte moederlijke liefde onder haar slagpen en veren.
Zij legt haar eieren op de grond
en laat ze warm worden in het zand.
Ze vergeet daarbij dat iemand ze kan kapottrappen
of dat de wilde dieren ze kunnen vernielen.
Zij behandelt haar jongen wreed alsof ze helemaal niet van haar zijn;
zij vindt het niet erg ze te dragen en de eieren te leggen,
want God heeft haar geen wijsheid
of gezond verstand gegeven!
Maar als zij opspringt om weg te rennen,
verslaat zij het snelste paard met zijn berijder!
Hebt u het paard zijn kracht
en die prachtige manen gegeven?
Hebt u hem het vermogen gegeven te springen als een sprinkhaan?
Zijn trotse gesnuif is een prachtig geluid.
Hij woelt vrolijk met zijn hoeven de grond om
en is trots op zijn kracht.
En wanneer hij ten strijde trekt,
toont hij geen angst voor het zwaard
en gaat hij er niet vandoor als de pijlkoker klettert
en speren en lansen blinken.
Opgewonden stormt hij over het veld
en is niet meer te houden wanneer het trompetgeschal klinkt.
Bij het geluid van de hoorn begint hij te snuiven.
Van ver ruikt hij de strijd.
De strijdkreten en het geluid van de bevelen klinken hem vertrouwd in de oren.
Weet u hoe een havik zijn vleugels naar het zuiden uitslaat?
Vliegt de arend op uw bevel omhoog
om op de hoge rotsen een nest te bouwen?
Hij leeft dag en nacht op de rotsen
en bouwt daar zijn nest als een onneembaar fort.
Van daaruit bespiedt hij zijn prooi ver beneden hem.
Zijn jongen in het nest leven van bloed,
want waar gesneuvelden zijn, daar is de arend ook."
Job 39:34,35
REACTIE GEEIST. De HERE vervolgde:
"Wilt u nog steeds redetwisten met de Almachtige en Hem verbeteren?
Of is dit genoeg?
Kan de man die Mij wilde bekritiseren,
Mij nu ook de antwoorden geven?"
Job 39:36-38
JOB MET STOMHEID GESLAGEN. Job antwoordde God:
"Ik ben een onwaardig mens,
hoe zou ik U kunnen antwoorden?
Ik houd mijn mond dicht en zal niet voor de tweede maal spreken.
Ik heb al veel te veel gezegd."
Job 40:1-2
MEER VRAGEN. Toen sprak God vanuit een wervelwind opnieuw tot Job en zei:
"Gedraag u als een man, ga staan en maak u klaar!
Ik zal u opnieuw vragen stellen
en daarop verwacht Ik wel een antwoord van u.
Job 40:3-9
WELK RECHT OM GOD TE BESCHULDIGEN?
Wilt u mijn rechtvaardigheid betwijfelen
en Mij veroordelen, zodat u zichzelf schoon kunt praten?
Bent u net zo sterk als God
en kunt u net zo donderen met uw stem als Hij?
Goed, trek uw statige gewaden dan maar aan
en hul uzelf in majesteit en pracht.
Geef uw woede de vrije loop!
Laat hem losbarsten tegen alle trotse mensen.
Verneder de hooghartigen met een enkele blik
en vertrap de goddelozen op de plaats waar zij staan.
Begraaf hen in het stof
en laat de dood hun gezicht verstijven.
Als u daartoe in staat bent, ben Ik het met u eens
als u zegt dat uw eigen kracht u kan redden.
Job 40:10-19
MENS VREEST GROTE DIEREN.
Kijk eens naar het nijlpaard.
Ik heb hem gemaakt, net zoals Ik u heb gemaakt.
Hij eet gras als een os.
Let eens op zijn krachtige lendenen
en op zijn buikspieren.
Zijn staart is zo recht als een ceder.
De pezen van zijn dijen zijn stevig verstrengeld.
Zijn botten lijken op koperen buizen
en zijn ribben zien eruit als ijzeren staven.
Hij is één van de geweldenaren in Gods schepping
en bezit een stel tanden zo sterk en scherp als Gods zwaard.
De bergen geven hem hun beste voedsel;
de andere wilde dieren spelen rustig bij hem in de buurt.
Hij ligt onder de lotus, verscholen in het riet
en in de schaduw van de wilgen aan de waterkant.
Hij schrikt niet terug voor snelstromende rivieren,
zelfs niet als de machtige stroomversnellingen van de Jordaan
op hem af zouden komen.
Niemand krijgt de kans hem in een ogenblik van onoplettendheid te overmeesteren
door zijn ogen te bedekken
of hem een ring door de neus te doen en hem daaraan weg te leiden.
Job 40:20-41:25
ZELFS GROTE REPTIELEN GEVREESD.
Kunt u de krokodil met een haak en een vislijn vangen?
Of een lasso om zijn tong leggen?
Kunt u hem met een touw door zijn neus in bedwang houden
of zijn kaak met een pin doorboren?
Zal hij u smeken om medelijden
of u door vleiende woorden proberen om te praten?
Zal hij zich er bij neerleggen
dat u hem voor zijn verdere leven tot slaaf maakt?
Kunt u hem net als een vogel in een huisdier veranderen
en uw kleine dochtertjes met hem laten spelen?
Zullen de mannen die samen vissen hem aan de vishandelaren verkopen
en zullen deze hem onder zich verdelen?
Zal zijn huid worden doorboord met pijlen
of kan iemand een harpoen in zijn kop planten?
Als u hem met de hand wilt aanraken,
zal het gevecht dat volgt u nog lang heugen
en u zult dat geen tweede maal proberen.
Nee, het is onmogelijk hem te vangen.
Alleen al wanneer je naar hem kijkt, deins je terug."
"Er is niemand die het waagt hem op te hitsen,
laat staan dat er iemand is die wil proberen hem te overwinnen.
En als niemand tegen hem is opgewassen,
zou er dan wel iemand bestaan die het tegen Mij kan opnemen?
Ik ben niemand iets schuldig.
Alles onder de hemelen is van Mij.
Ik mag niet vergeten de geweldige kracht van zijn ledematen
en zijn elegante lichaamsbouw te noemen.
Wie durft zijn huid af te stropen
en met een bit binnen het bereik van zijn machtige kaken te komen,
laat staan ze open te trekken?
Want zijn tanden zijn vreselijke wapens.
De overlappende schubben op zijn rug
vormen een ondoordringbaar pantser,
zodat er geen lucht tussen kan komen
en niemand erin slaagt ze te doorboren.
Wanneer hij snuift, schieten lichtflitsen naar buiten.
Zijn ogen gloeien als de eerste zonnestralen.
Vuur springt uit zijn muil.
Er komt rook uit zijn neusgaten,
net als uit een kookpot die op een fel brandend vuur staat.
Ja, zijn adem kan kolen laten ontbranden;
vlammen schieten op uit zijn bek.
In zijn nek schuilt een angstaanjagende kracht,
die overal verschrikking zaait.
Zijn vlees is hard en stevig,
niet zacht en vet.
Zijn hart is zo hard als rots,
als een molensteen.
Als hij opstaat, slaat zelfs de sterkste mannen de angst om het hart.
Zij vluchten weg voordat ze door hem worden verpletterd.
Een zwaard is een nutteloos wapen tegen hem
en ook andere wapens halen niets uit.
Tegenover zijn kracht is ijzer net zo nutteloos als stro
en koper net zo week als verrot hout.
Voor pijlen slaat hij niet op de vlucht.
Slingerstenen dan?
U kunt net zo goed proberen hem met watten dood te gooien!
Stokken zijn net zo goed als strohalmen
en hij lacht als men speren naar hem toeslingert.
Zijn buik is bedekt met schubben,
die zo scherp zijn als glasscherven
en hij beweegt zich over het land voort als een dorsmachine.
Als hij zich opwindt, bruist het water omhoog
en komen zelfs de diepere waterlagen in beroering.
Als hij zich door het water beweegt,
laat hij een breed lichtend spoor van schuim achter.
Het water lijkt dan net zilverkleurig haar.
Nergens anders op aarde is een dier te vinden
dat zo weinig angst hoeft te hebben.
Hij is het meest trotse van alle dieren
en heerser over hen allen."
Job 42:1-3
JOBS ANTWOORD IS EEN BEKENTENIS. Daarna gaf Job de HERE antwoord:
"Ik weet dat U alles kunt
en dat niemand U kan tegenhouden.
U vraagt wie het is die op zo'n onzinnige manier over Uw besluiten sprak.
Ik ben het.
Ik praatte over dingen waarvan ik niets weet en die ik niet begreep;
dingen die veel te ver boven mijn begrip uitgaan.
Job 42:4-6
JOBS BEROUW.
U zei: 'Luister, dan zal Ik wat zeggen.
Laat Mij u enkele vragen stellen.
Probeer die maar eens te beantwoorden!'
Maar nu zeg ik: 'Ik had al eerder van U gehoord,
maar nu heb ik U gezien.
Daarom walg ik van mijzelf
en uit berouw verneder ik mij in stof en as."
Job 42:7-9
JOBS VRIENDEN TERECHTGEWEZEN. Nadat de HERE tegen Job was uitgesproken, wendde Hij
zich tot de Temaniet Elifaz en zei: "Ik ben toornig op u en uw twee vrienden, want u had geen
gelijk met wat u over Mij zei. Job had het wel bij het rechte eind. Neem nu zeven jonge stieren en
zeven rammen, ga naar mijn dienaar Job en breng een brandoffer voor uzelf. Mijn dienaar Job
zal voor u bidden en Ik zal naar hem luisteren, terwijl hij namens u spreekt, en u niet straffen
zoals Ik eigenlijk zou moeten doen om uw zonde. En omdat u niet op de juiste wijze over Mij hebt
gesproken, in tegenstelling tot mijn dienaar Job." De Temaniet Elifaz, de Suhiet Bildad en de
Naämathiet Sofar deden wat de HERE hun had opgedragen. En de HERE aanvaardde het
gebed dat Job namens hen uitsprak.
Job 42:10-17
JOBS WELVAART HERSTELD. Toen Job voor zijn vrienden had gebeden, gaf de HERE hem zijn
rijkdom en geluk weer terug. Hij gaf hem zelfs tweemaal zoveel als vroeger. Daarna kwamen al
zijn broers, zusters en zijn vroegere vrienden en bekenden naar zijn huis voor een feestmaal. Zij
beklaagden hem om alles wat hij had moeten doormaken en troostten hem na alle ellende, die
de HERE hem had bezorgd. Ieder bracht een geldgeschenk en een gouden ring voor hem mee.
Op die manier zegende de HERE Job aan het eind van zijn leven meer dan Hij aan het begin
had gedaan. Want nu bezat hij 14.000 schapen, 6000 kamelen, 1000 span ossen en 1000 ezels.
God gaf hem bovendien nog eens zeven zonen en drie dochters. Zijn dochters heetten Jemima,
Kezia en Kerenhappuch. Nergens in het land waren zulke mooie vrouwen als de dochters van
Job; hun vader gaf hun ieder een stuk van de erfenis, net als hun broers.
Job leefde daarna nog 140 jaar en maakte nog mee dat zijn kleinkinderen en achterkleinkinderen
werden geboren. Tenslotte stierf hij op heel hoge leeftijd en tevreden met zijn leven.
Zelfs in dit literaire meesterwerk kunnen we niet alle antwoorden vinden die we graag zouden willen hebben.
Maar dat is op zich een onderdeel van de les die Job geleerd heeft. In dit leven zal de mens nooit alle wijsheid
van God leren kennen. De mens bevindt zich in sommige opzichten niet eens in een positie om de vraag
“Waarom?” te stellen. Maar sommige dingen worden duidelijk uit Jobs ervaring met God. Ten eerste zullen
boosaardige mensen ooit zonder uitzondering veroordeeld worden, al is dit niet altijd merkbaar in dit leven. Ten
tweede wordt het idee dat lijden altijd het gevolg zou zijn van zonden volledig ontkracht. En tenslotte bevindt de
mens zich niet in een positie om zijn eigen situatie te rechtvaardigen door God van onrechtvaardigheid te
beschuldigen.
Zoals Job zelf al aangeeft, zullen deze theologische wetenswaardigheden waarschijnlijk niet de tranen
bedwingen van mensen die troosteloos in gevangenschap verblijven, lijden onder vervolging of van pijn
ineenkrimpen door een ziekte of aandoening. Maar zij vormen wel een uitdaging voor Gods volk in ballingschap
om de soevereine macht van God op nederige wijze te erkennen en te vertrouwen dat er in Zijn wijsheid
werkelijk een tijd en een doel is voor alles, inclusief tegenslagen en leed. Of het nu duidelijk is of niet, God is
aan het werk in het leven van elk individu en in de levens van hele volken, om Zijn mensen naar een diepere
relatie met Hemzelf te leiden en dus naar een grotere saamhorigheid met elkaar en met Hem.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- september
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen