Thuis >> 20 november
20 november
DE KERK VAN CHRISTUS EN DE APOSTELEN
(ca. 30 – 100 na Christus)
De handelingen van de apostelen
Nadat de Evangelieverslagen zijn afgesloten met de hemelvaart van Jezus, concentreert de Schrift zich op de
inspanningen van de apostelen en anderen om het goede nieuws van Jezus over de hele wereld te
verspreiden en op het begin van de kerk, die bestaat uit trouwe discipelen van Christus. Het historische verslag
over de eerste dertig jaar van de kerk staat alom bekend als de Handelingen van de Apostelen en is blijkbaar
geschreven door Lukas. Lukas beschrijft een groot aantal handelingen van een aantal van de apostelen, met
name die van Petrus en Paulus (die een bijzonder apostel zal worden), maar ook van anderen zoals Stefanus,
Filippus, Barnabas en Silas. Maar belangrijker is dat Lukas heeft vastgelegd hoe de Heilige Geest te werk is
gegaan in de kerk van de eerste eeuw. Na een korte inleiding op zijn geschrift, benadrukt Lukas de openbaring
van de Heilige Geest tijdens de bekrachtiging en de verspreiding van het evangelie.
Hand. 1:1-5 - Jeruzalem (ca. 30 n.C.)
INLEIDING. Beste Theofilus, in mijn eerste boek heb ik u verteld over het leven van Jezus en Zijn
lessen en hoe Hij terugging naar de hemel, nadat Hij Zijn apostelen verdere aanwijzingen door
de Heilige Geest had gegeven. Gedurende de veertig dagen na Zijn kruisiging is Hij van tijd tot
tijd bij de apostelen geweest en bewees hun op allerlei manieren dat Hij het echt Zelf was.
Telkens weer sprak Hij met hen over het Koninkrijk van God. Tijdens één van deze ontmoetingen
zei Hij dat zij Jeruzalem nog niet mochten verlaten: "Wacht eerst op wat de Vader beloofd heeft",
zei Hij. "Ik heb al verteld wat er zal gebeuren. Johannes doopte met water, maar over enkele
dagen zullen jullie met de Heilige Geest gedoopt worden."
De kracht van de Heilige Geest
Zoals in de Evangelies werd vastgelegd, droeg Jezus de apostelen op om in Jeruzalem te wachten totdat zij
kracht van boven zouden ontvangen. Dit was ongetwijfeld een verwijzing naar de kracht van Gods Heilige
Geest, waarvan Hij beloofd had dat zij Deze zouden ontvangen. Lukas begint zijn historische verslag met een
relaas over een bijzonder vertoon van Gods macht in de bediening van de apostelen. Deze vindt plaats tijdens
het Pinksterfeest, dat door de Joden elk jaar vijftig dagen na het Paschafeest wordt gevierd. Het feest staat ook
bekend als het Wekenfeest en werd oorspronkelijk ingesteld om de eerste vruchten van de oogst te vieren.
Pinksteren is één van de drie grote Joodse feesten en trekt jaarlijks grote aantallen Joden vanuit de hele
wereld naar Jeruzalem.
Te midden van een menigte feestvierders daalt de Heilige Geest met kracht neer op de kleine groep Galilese
mannen die Jezus had uitgekozen als Zijn woordvoerders. Op wonderbaarlijke wijze horen de mensen hen
spreken in alle talen die op dat moment in Jeruzalem door de bezoekende Joden gesproken worden; zij
verkondigen de wonderen van God. Lukas beschrijft de preek van Petrus, een roerende oproep aan de Joden
om Jezus te erkennen als de Messias uit de profetieën en als de herrezen Heer. Wanneer Petrus zijn
toehoorders krachtig beschuldigt van het spelen van een rol in de kruisiging van hun Messias, komen
duizenden van hen onmiddellijk tot inkeer en worden gedoopt. Deze gebeurtenis luidt niet alleen de kracht van
de Heilige Geest in de bediening van de apostelen in, maar ook het formele begin van het geestelijke lichaam
van Christus, de kerk.
Hand. 2:1-4
DE HEILIGE GEEST. Op de Pinksterdag waren zij allemaal bij elkaar gekomen. In eens kwam er
uit de hemel een geluid, alsof er een storm opstak. Het was in het hele huis te horen. Zij zagen
iets wat op vuur leek; vlammen die zich boven ieder van hen verspreidden. Zij werden allemaal
gevuld met de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken: woorden die de Heilige
Geest hun ingaf.
Hand. 2:5-13
IN VREEMDE TALEN SPREKEN. In die dagen waren er in Jeruzalem vele gelovige Joden uit alle
landen van de wereld. Toen zij het geluid hoorden, liepen ze allemaal te hoop. Zij raakten in
verwarring, omdat ieder van hen de apostelen in zijn eigen taal hoorde spreken. Zij begrepen er
niets van. "Dat zijn toch mannen uit Galilea?" riepen zij verbaasd uit. "Hoe kan het dan dat zij
ónze taal spreken en nog andere talen ook? Kijk eens waar wij overal vandaan komen: uit
Parthië, Medië, Elam en Mesopotamië, uit Judea, Capadocië, Pontus, Asia, Frygië en Pamfylië,
uit Egypte en de streek van Cyrene in Libië. Er zijn hier Joden en Joodse bekeerlingen uit Rome,
Kreta en Arabië. Hoe bestaat het dat ieder van ons in zijn eigen taal hoort spreken over de
geweldige dingen, die God gedaan heeft!" Zij stonden aan de grond genageld en wisten niet wat
zij ervan moesten denken. Zij zeiden tegen elkaar: "Wat heeft dit toch te betekenen?"
"Och, die mensen hebben teveel zoete wijn gedronken", lachten sommigen schamper.
Hand. 2:14-36
PETRUS VERKONDIGT JEZUS ALS CHRISTUS. De twaalf apostelen stonden op en Petrus nam het
woord. "Mannen van Israël!" riep hij. "Inwoners en bezoekers van Jeruzalem! Luister! Ik zal u
uitleggen wat hier gebeurd is. Wij zijn helemaal niet dronken! De dag is nog maar net begonnen,
het is pas negen uur! Wat hier gebeurt, is al lang geleden door de profeet Joël voorspeld:
'God zal aan het einde van de tijd
Zijn Geest over alle mensen uitstorten.
Uw zonen en dochters zullen Gods woorden spreken.
Jonge mannen zullen visioenen zien
en oude mannen bijzondere dromen hebben.
In die dagen zal God Zijn Geest ook uitstorten over ondergeschikten
en zij zullen Zijn woorden spreken.
Hij zal hoog aan de hemel bijzondere dingen laten gebeuren
en beneden op de aarde duidelijke tekenen geven:
bloed, vuur en rookwolken.
Voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Here komt,
zal de zon donker worden
en de maan zo rood als bloed.
Maar ieder die de naam van de Here aanroept,
zal gered worden.'
Mannen van Israël, luister naar mij. Jezus van Nazareth is door God Zelf gestuurd. De wonderen
en bijzondere dingen die Hij deed, zijn daar een duidelijk bewijs van. U hebt die met eigen ogen
gezien. Maar Hij is, volgens Gods plan, in handen van ongelovige mensen gevallen. U hebt Hem
door Romeinse soldaten aan een kruis laten slaan. God, Die dit voorzag, heeft Hem uit de greep
van de dood bevrijd en weer levend gemaakt. De dood kon Hem niet vasthouden. Want David
sprak over Jezus, toen hij zei:
'Ik weet dat de Here altijd bij mij is.
Hij helpt mij en houdt mij overeind.
Daar ben ik zo blij om dat ik het moet uitzingen!
Er is zelfs hoop voor mijn lichaam.
Here, U zult mij niet dood laten blijven.
U zult het lichaam van Uw heilige Zoon niet laten vergaan.
U zult mij het leven teruggeven.
Door dicht bij mij te zijn, zult U mij vreugde geven.'
Vrienden, ik hoef u niet te vertellen dat David gestorven en begraven is. Zijn graf is nog altijd te
zien. Maar hij wist wat er na zijn dood zou gebeuren. God had hem beloofd dat één van zijn
nakomelingen in zijn plaats koning zou worden. Hij was een profeet en voorspelde dat de
Christus uit de dood zou opstaan. De Christus zou niet dood blijven en Zijn lichaam zou niet
vergaan. God heeft Jezus uit de dood laten opstaan; dat hebben wij allemaal gezien. Hij heeft
Hem toen de ereplaats aan Zijn rechterhand gegeven. Zoals beloofd gaf God Hem ook de
Heilige Geest en Jezus heeft de Heilige Geest uitgestort; en dat ziet en hoort u nu. David is niet
zelf naar de hemel gegaan en sprak dus niet over zichzelf toen hij zei:
'Dit sprak de Here tot mijn Here:
Kom naast Mij zitten,
aan mijn rechterhand,
dan zal Ik alle tegenstanders aan u onderwerpen.'
Het hele volk van Israël moet weten dat God deze Jezus, Die u gekruisigd hebt, tot Here en
Christus heeft gemaakt."
Hand. 2:37-41
EERSTE GELOVIGEN GEDOOPT. Toen de mensen dit hoorden, voelden zij zich heel erg
aangesproken en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: "Vrienden, wat moeten wij doen?"
Petrus antwoordde: "U moet zich bekeren tot God en u laten dopen in de naam van Jezus
Christus, want dan worden uw zonden vergeven. Dan komt ook de Heilige Geest in u wonen.
Want God heeft Die beloofd aan u en uw kinderen, aan ieder die door God geroepen wordt en
ook aan de verre, vreemde volken."
Petrus hield een lange toespraak en deed tenslotte een dringend beroep op hen: "Zorg dat u
bevrijd wordt van de slechte invloed van deze wereld." De mensen die aannamen wat hij zei,
werden gedoopt. Op die ene dag waren dat ongeveer 3000 personen.
Hand. 2:42-47
SAMENKOMST VAN GELOVIGEN. Zij bleven trouw aan wat de apostelen hun leerden en gingen
als een grote familie met elkaar om. Zij kwamen vaak samen voor de maaltijd van de Here en
voor gebed. Iedereen was vol ontzag voor de wonderen en tekenen die de apostelen deden. De
gelovigen deelden ook alles met elkaar. Zij verkochten hun huizen en andere eigendommen en
het geld gaven zij aan mensen die het nodig hadden. Elke dag kwamen zij in de tempel bijeen en
waren één van hart en ziel; zij aten bij elkaar thuis, blij en onbezorgd. Zij prezen God en het hele
volk was hun goedgezind. En God zorgde dat er elke dag weer nieuwe mensen bijkwamen, die
gered werden.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- november
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen