Thuis >> 13 november
13 november
De laatste week – dinsdagmiddag
Terwijl deze lange dag vol confrontaties en onderricht ten einde loopt, vertelt Jezus Zijn discipelen dat Zijn dood
slechts twee dagen in de toekomst ligt. In het paleis van de hogepriester zijn de priesters en de ouderlingen al
bezig met hun plannen tegen Hem. De samenzweerders zijn zich ervan bewust dat het Paschafeest in
aantocht is en willen graag dat Jezus al vóór het feest gedood wordt om rellen te voorkomen. Wanneer zij hun
dodelijke plan nog aan het smeden zijn, worden zij benaderd door Judas Iskariot, één van de gekozen
discipelen van Christus.
Judas heeft uit persoonlijke overwegingen besloten om Jezus te verraden en is naar de leden van de raad
toegestapt om met hen te onderhandelen. Natuurlijk zijn zij verheugd over deze onverwachte medewerking van
Judas. Het bedrag dat zij overeenkomen bedraagt dertig zilverstukken (in die tijd ongeveer de prijs van een
slaaf). Het is niet duidelijk of Judas zich volledig bewust is van de ernstige gevolgen van zijn verraad. Latere
gebeurtenissen geven aan dat hij misschien niet heeft voorzien dat Jezus hierdoor daadwerkelijk zou sterven.
Hoe dan ook, Judas is blijkbaar zowel begerig als oneerlijk, ondanks het feit dat hij als een soort
penningmeester heeft opgetreden voor de discipelen.
Mat. 26:1,2
JEZUS VOORZIET KRUISIGING. Vervolgens zei Jezus tegen Zijn discipelen: "Jullie weten dat het
Paasfeest overmorgen begint. Morgen zal Ik verraden en gekruisigd worden."
Mat. 26:3-5, Mar. 14:1,2, Luk. 22:1,2
SAMENZWERING VAN PRIESTERS EN OUDERLINGEN. Op dat moment was in het paleis van
hogepriester Kajafas juist een vergadering van de Hoge Raad. Zij probeerden een listige manier
te vinden om Jezus gevangen te nemen en te doden. "Wij moeten het niet op het Paasfeest
doen", zeiden sommigen. "Want dan ontstaat er vast en zeker een enorme rel!"
Mat. 26:14-16, Mar. 14:10,11, Luk. 22:3-6
JUDAS ONDERHANDELT OVER VERRADERSLOON. Lk Satan kwam in Judas Iskariot, één van de
twaalf discipelen. Daarop ging Judas naar de leidende priesters en de tempelwachters om met
hen te overleggen hoe hij hen kon helpen Jezus gevangen te nemen. Mt Hij vroeg: "Hoeveel krijg
ik als ik u Jezus in handen speel?" Zij gaven hem dertig zilveren munten. Lk Judas vond dat best
en begon uit te kijken naar een gelegenheid om Jezus te laten gevangen nemen zonder dat de
mensen er iets van zouden merken.
De laatste week – woensdag
De voorgaande gebeurtenissen van de laatste week zijn door de Evangelieschrijvers duidelijk geschreven
binnen de context van de zondag, maandag of dinsdag, zoals zij hier zijn weergegeven. Maar de precieze
tijdlijn van de gebeurtenissen die daarna volgen lijkt minder zeker. Vooral Johannes schrijft maar heel summier
over de gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de triomfantelijke intocht van Jezus en het zogenaamde
“Laatste Avondmaal” van Jezus en Zijn discipelen. Johannes beschrijft verschillende reacties van het publiek in
deze periode en laat zien dat er ondanks het onderricht en de miraculeuze daden van Jezus toch nog veel
mensen niet geloven of bang zijn om hun geloof in Hem toe te geven. Vervolgens beschrijft Johannes kennelijk
de laatste oproep van Jezus aan het volk voordat Hij wordt gearresteerd. Omdat er geen bewijs bestaat dat
deze gebeurtenissen plaatsvonden op de drie voorgaande dagen, worden zij in deze chronologische volgorde
op de woensdag weergegeven, ook al is dat enigszins speculatief.
Veel belangrijker op dit punt is de chronologie met betrekking tot het laatste avondmaal, de kruisiging van
Jezus en Zijn daarop volgende wederopstanding. Traditioneel wordt de donderdagavond als het tijdstip van het
laatste avondmaal beschouwd, gevolgd door de kruisiging op vrijdagmiddag en de wederopstanding op
zondagochtend. Maar een dergelijke tijdrekening roept ten minste twee vragen op. Ten eerste, welke redenen
hebben wij om aan te nemen dat er in een dergelijk drukke week een volledige dag zou zijn zonder enige
activiteit of ten minste zonder activiteit die de moeite waard is om op schrift vast te leggen? Ten tweede, en dit
is veel belangrijker, als Jezus op vrijdagavond wordt gekruisigd en vervolgens haastig in een graf wordt gelegd,
hoe kan er dan voldoende tijd beschikbaar zijn voor de vervulling van Jezus' eigen profetie, waarin Hij zei dat
Hij drie dagen en drie nachten in het graf zou liggen alvorens weer tot leven te worden gewekt? Zelfs als we
onze uiterste best doen in dat traditionele tijdschema drie dagdelen te vinden, dan nog is het onmogelijk om
daarin drie nachten aan te treffen.
De oplossing van beide vraagstukken kan gevonden worden in de erkenning dat het laatste avondmaal
plaatsvond op woensdagavond, gevolgd door de kruisiging en de begrafenis op donderdag. Het aanvaarden
van die aanname vereist een begrip van het Paschafeest, het Feest van de Ongezuurde Broden en de werking
van de Joodse tijdrekening. Wat de tijdrekening betreft is het belangrijk te weten dat de Joodse dag begint op
het moment van zonsondergang van de voorgaande avond. Dit betekent bijvoorbeeld dat onze
woensdagavond feitelijk donderdag is en dat onze donderdagavond feitelijk vrijdag is.
Het Paschafeest wordt op de veertiende dag van de maand Nisan in acht genomen, wat overeenkomt met
maart/april. Zoals eerder werd opgemerkt, wordt het Paschafeest gevierd als herinnering aan de bevrijding van
de Israëlieten uit hun Egyptische slavernij, vele eeuwen eerder. De naam van het feest stamt uit het 'overslaan'
van de Israëlieten toen de eerstgeborene van elk Egyptisch gezin werd gedood. Als onderdeel van diezelfde
herdenking volgt na het Paschafeest het zevendaagse Feest van de Ongezuurde Broden, dat de Joden
herinnert aan de vlucht van hun voorvaders uit Egypte; een tijd waarin de Israëlieten alleen maar ongezuurde
broden aten (in de tijd van Jezus is het heel normaal om beide vieringen kortweg met één enkele naam aan te
duiden, óf het “Paschafeest” óf het “Feest van de Ongezuurde Broden”). Op Gods aanwijzing (Leviticus 23)
moet laat op de veertiende dag van de maand (het Paschafeest) een lam geslacht worden en moet die avond
het Pascha-maal gegeten worden. Dat zou dus het begin van de vijftiende dag zijn, de eerste dag van het
Feest van Ongezuurde Broden. De hele vijftiende dag wordt vervolgens gevierd als een bijzondere Sabbat, een
uitermate heilige dag, ongeacht op welke dag van de week deze dag blijkt te vallen (als de vijftiende dag een
vrijdag is, dan worden dus zowel de vrijdag als de volgende dag, zaterdag, als Sabbat in acht genomen).
Tegen die achtergrond wordt het totaalbeeld al duidelijker. Matteüs, Markus en Lukas leggen vast hoe de
discipelen voorbereidingen treffen voor het Pascha-maal, dat gegeten zal worden op de eerste dag van het
Feest van Ongezuurde Broden. Die voorbereidingen vinden dus plaats op de veertiende dag, die natuurlijk
begint op de avond van de dertiende dag (een van die voorbereidingen bestaat uit het verwijderen van alle gist
uit het huis). Het lijkt er dus op dat de discipelen aannemen dat zij de kamer op de bovenverdieping
gereedmaken voor het bijzondere Pascha-maal dat zij verwachten de volgende dag met Jezus te eten, en dat
zij zich er niet van bewust zijn dat de gewone maaltijd op de eerste avond hun “laatste avondmaal” met Jezus
zal zijn.
Ook al verwijst Jezus naar deze gelegenheid als een onderdeel van de Pascha-viering, toch lijkt Hij ook uit te
leggen waarom het belangrijk is dat Zijn discipelen samen met Hem eten op de avond vóór het feitelijke
Pascha-maal. Zoals we zullen lezen: “Ik heb er geweldig naar verlangd dit Paasmaal met jullie te eten. Nog
even en dan breekt voor Mij een tijd van groot lijden aan. Ik zeg jullie dat Ik het Paasmaal beslist niet meer zal
eten tot het Koninkrijk van God volle werkelijkheid is geworden.” Jezus' verwijzing naar Zijn lijden is duidelijk
een anticipatie op Zijn eigen offerdood die later die dag zal plaatsvinden, waardoor Hij niet in staat zal zijn om
aan het feitelijke Pascha-maal deel te nemen.
Het verslag van Johannes rekent af met alle twijfels over het feit dat dit avondmaal plaatsvond vóór het
feitelijke Pascha-maal. Wanneer Jezus tijdens het maal tegen Judas zegt dat hij moet doen wat hij van plan is
te doen, denken enkele van de andere discipelen “dat hij iets voor het feest moest kopen”. Daarnaast zullen de
Joden die Jezus willen laten arresteren het paleis van Pilatus niet vóór het Pascha-feest willen binnengaan, uit
angst om zo ceremonieel onrein te worden, wat hen zou verhinderen aan het Pascha-maal deel te nemen.
Maar het meest overtuigende feit is wel dat de dag van de kruisiging van Jezus heel eenvoudig wordt
aangeduid met: “Die avond zou de Sabbat van de Paasweek beginnen.” Het is dus de dag waarop het lam voor
het Pascha-maal wordt gedood om op de avond van die dag te worden opgegeten.
Het meest betekenisvolle gevolg van deze breuk met de traditionele tijdlijn is dat op deze manier te zien is hoe
de kruisiging van Jezus een perfecte symbolisatie is van het Pascha-lam. Volgens de Hebreeuwse wet wordt
het Pascha-lam op de tiende dag uitgekozen en dan “bewaard” tot de veertiende dag, wanneer het voor de
zonden van het volk geofferd wordt. Als de dag van de triomfantelijke intocht van Jezus beschouwd wordt als
de tiende dag, dan zou donderdag de veertiende dag zijn en dus de dag waarop Jezus wordt gekruisigd. Veel
belangrijker dan deze parallel is echter het feit dat Jezus, als het perfecte Lam van God, het Paschafeest niet
viert met een ander gewoon offerlam, maar dat Hij Zelf het Lam wordt dat geofferd wordt – precies op het juiste
moment!
Er bestaat dus krachtig bewijs voor de stelling dat het laatste avondmaal plaatsvindt op de dag vóór de “Dag
der Voorbereiding”, wat in onze tijdrekening de woensdagavond is. Wanneer we op deze aanname verder
bouwen, dan vindt niet alleen het laatste openbare onderricht van Jezus op deze laatste woensdag plaats,
maar ook de vondst van de kamer op de bovenverdieping door de twee apostelen en de voorbereidingen voor
het Paschafeest.
Luk. 21:37,38 - De tempel (woensdagochtend)
JEZUS ONDERWIJST BIJ TEMPEL. Elke dag ging Jezus naar de tempel om onderwijs te geven. De
mensen kwamen al vroeg in de morgen naar Hem luisteren. En elke avond ging Hij de stad uit om ergens op de Olijfberg de nacht door te brengen.
Joh. 12:37
VELEN GELOVEN NOG STEEDS NIET. Ondanks de vele wonderen die Hij voor hun ogen had
gedaan, geloofden de meeste mensen niet dat Hij de Christus was.
Joh. 12:38-41
ONGELOOF IS VERVULLING VAN PROFETIE. Op hen waren de woorden van de profeet Jesaja van
toepassing:
"Wie heeft geloofd wat wij vertelden?
En wie heeft ingezien dat God Zijn hand in al deze wonderen had?"
Jesaja heeft geschreven dat zij niet konden geloven.
"God heeft hun ogen blind
en hun hart ongevoelig gemaakt.
Hij wilde niet dat zij inzicht en begrip zouden krijgen.
Anders zouden ze naar Hem toekomen
en zou Hij hen moeten genezen."
Jesaja schreef hier over Jezus, want hij had Zijn schitterende heerlijkheid gezien.
Joh. 12:42,43
SOMMIGEN ZIJN BANG. Toch waren er heel wat vooraanstaande Joden, die wel geloofden dat
Jezus de Christus was. Maar zij durfden er niet voor uit te komen, omdat zij bang waren dat de
Farizeeërs hen uit de synagoge zouden verjagen. Zij vonden het belangrijker wat de mensen van
hen zeiden, dan wat God van hen dacht.
Joh. 12:44-50
LAATSTE OPENBARE OPROEP. "Wie op Mij vertrouwt", riep Jezus uit, "vertrouwt eigenlijk op God
Die Mij gestuurd heeft. En wie Mij ziet, ziet God, Die Mij gestuurd heeft. Ik ben als licht naar de
wereld gekomen om ieder die op Mij vertrouwt uit het donker te halen.
Als iemand hoort wat Ik zeg en zich er niets van aantrekt, zal Ik hem niet veroordelen. Ik ben niet
gekomen om de wereld te veroordelen, maar om haar te redden. Wie Mij afwijst en niet luistert
naar wat Ik zeg, zal op de laatste dag veroordeeld worden; en wel door het woord dat Ik
gesproken heb. Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar Ik heb gezegd wat Mij is
opgedragen door mijn Vader, Die Mij heeft gestuurd. Hij heeft Mij opgedragen de mensen eeuwig
leven te geven. Daarom zeg Ik alleen wat mijn Vader Mij verteld heeft."
Mat. 26:17-19, Mar. 14:12-16, Luk. 22:7-13 - Bovenkamer (woensdagmiddag)
VOORBEREIDINGEN VAN DISCIPELEN. Op de eerste dag van het Paasfeest moest in ieder gezin
een lam of een geitje worden geslacht. Toen die dag aanbrak, stuurde Jezus Petrus en Johannes
erop uit om het Paasmaal klaar te maken.
"Waar moeten we dat doen?" vroegen ze.
"Zodra jullie de stad binnenkomen", antwoordde Hij, "zul je een man zien die een kruik water
draagt. Volg hem en ga hetzelfde huis binnen als hij. Zeg tegen de huiseigenaar: 'De Meester
vraagt of u ons de kamer wilt laten zien waar Hij en Zijn discipelen het Paasmaal kunnen eten.'
Hij zal jullie meenemen naar boven, naar een grote, compleet ingerichte kamer. Maak daar het
Paasmaal klaar."
Ze gingen naar de stad en alles was precies zoals Jezus had gezegd. Daar maakten ze het eten
klaar.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- november
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen