18 juni


Hosea 4:1-6a
AANKLACHT TEGEN ISRAEL.

  Israëlieten, luister naar de woorden van de HERE.
  Want de HERE heeft een proces aangespannen
  tegen u als bewoners van dit land. Zijn aanklacht luidt:
  "Er is geen trouw, liefde of kennis van God in uw land.
  Vloeken, liegen, moorden, stelen en echtbreken
  is aan de orde van de dag!
  Overal wordt geweld gepleegd.
  Het ene bloedbad volgt op het andere.
  Daarom ligt het land er treurig bij
  en kwijnen alle levende wezens erin weg.
  De wilde dieren, de vogels en zelfs de vissen
  beginnen te verdwijnen.

  Probeer uw schuld niet af te schuiven op een ander.
  Zeg niet dat het niet fout was.
  Want luister, priester,
  mijn aanklacht is tegen u gericht!
  Als straf voor uw misdaden zult u struikelen,
  zowel op klaarlichte dag als 's nachts.
  Hetzelfde zal die zogenaamde 'profeten' van u overkomen.
  En ik zal uw moeder, Israël, vernietigen.
  Mijn volk komt om van ellende, omdat het Mij niet meer kent
  en dat is uw schuld, priesters!

Hosea 4:6b-9
ZONDE VAN DE PRIESTERS.

  Want u wilt Mij niet kennen.
  Daarom weiger Ik u nog langer te erkennen als mijn priesters.
  Daar u mijn wetten hebt vergeten,
  zal Ik 'vergeten' uw kinderen te zegenen.
  Hoe meer mijn volk in omvang toenam,
  hoe meer het tegen Mij zondigde.
  Ik zal het zijn eervolle positie ontnemen
  en te schande maken.
  De priesters verheugen zich over de zonden van het volk.
  Dáár leven zij van
  en ze hebben een onverzadigbaar verlangen naar meer.
  Er zal gezegd worden: 'Zoals de priester is, zo is het volk.'
  Daarom zal Ik zowel de priester als het volk
  straffen voor hun slechte gedrag.

Hosea 4:10-19
AFGODERIJ IS OVERSPEL.

  Hoewel zij eten, zal het hongergevoel niet verdwijnen.
  Zij zullen grote zaken doen in de prostitutie,
  maar toch geen kinderen krijgen.
  Want zij hebben verzuimd om Mij, de HERE, te vereren.
  Wijn en vrouwen hebben mijn volk van het verstand beroofd.
  Het vraagt nu aan een stuk hout wat het moet doen.
  En het speurt naar 'goddelijke waarheid' met behulp van een houten staf.
  Hun verlangen naar afgoden heeft hen aan het dwalen gebracht.
  Want zij hebben overspel gepleegd door andere goden te dienen en Mij te verlaten.

  Zij brengen op de bergtoppen offers aan de afgoden.
  Zij beklimmen de heuvels om wierook te branden
  onder de aangename schaduw van eiken, populieren en terebinten.
  Daar vervallen uw dochters tot prostituées
  en plegen uw schoondochters overspel.

  Maar waarom zou Ik hen straffen?
  Want u, mannen, doet precies hetzelfde
  door naar de hoeren en de tempelprostituées te gaan!
  Zo komt dit volk, dat geen inzicht heeft, ten val.

  Maar al gedraagt Israël zich als een prostituée,
  laat Juda zich tenminste verre houden van een dergelijk leven.

  O Juda, doe niet mee met hen
  die Mij in Gilgal en Beth-Aven zo schijnheilig dienen.
  Als u zweert, zeg dan niet: 'Zo waarachtig als de HERE leeft'.
  Wees niet als Israël, koppig als een koe,
  die weigert in te gaan op mijn pogingen haar naar grazige weiden te leiden,
  of als een schaap dat ik de ruimte wil geven.
  Blijf bij haar uit de buurt,
  want zij is verknocht aan afgoderij.
  Nauwelijks hebben Israëls mannen hun roes uitgeslapen
  of zij gaan op zoek naar een stel hoeren.
  Zij verlangen meer naar schande dan naar eer.
  Daarom zal een sterke wind hen wegvagen.
  Zij zullen in beschamende omstandigheden sterven
  omdat zij aan de afgoden hebben geofferd.

Hosea 5:1-15
OORDEEL AANGEKONDIGD.

  Luister, priesters en leiders van Israël.
  Zet uw oren open, leden van het koninklijk huis.
  Uw vonnis is geveld,
  want u hebt het volk in een valstrik gelokt
  met uw afgoden in Mizpa en op de berg Tabor.
  U hebt een diepe valkuil voor de mensen gegraven.
  Maar vergeet niet dat Ik stuk voor stuk met u zal afrekenen
  voor wat u hebt gedaan.
  Ik ken uw misdaden, Israël:
  U hebt zich als een prostituée gedragen
  en uzelf verontreinigd.

  Uw daden laten niet toe dat u terugkeert naar uw God,
  want u wordt beheerst door een geest van overspel
  en kunt Mij, de HERE, niet kennen.
  Israëls hoogmoed getuigt persoonlijk tegen haar tijdens mijn proces.
  Zij zal struikelen onder haar zondenlast
  en ook Juda zal komen te vallen.
  Tenslotte zullen zij met hun schapen en runderen komen om de HERE te offeren,
  maar het zal te laat zijn; zij zullen Hem niet kunnen vinden.
  Hij heeft zich aan hen onttrokken en hen alleen gelaten.
  Want zij zijn de HERE ontrouw geworden
  en hebben kinderen gekregen die niet van Hem zijn.
  Onverwacht zullen zij en hun rijkdommen verdwijnen.

  Sla alarm! Blaas op de bazuin in Gibea
  en op de trompet in Rama.
  Waarschuw de mensen uit Beth-Aven en Benjamin.
  Luister, Israël! Ik deel u mijn besluit mee:
  Op de dag van uw veroordeling zult u volledig worden verwoest.
  De leiders van Juda zijn vervallen tot het laagste soort van dieven.
  Daarom zal Ik mijn woede over hen uitstorten als een waterval.
  Israël wordt verpletterd en gebroken door zijn vonnis,
  omdat zij vastbesloten was afgoden te volgen.
  Ik zal haar schade toebrengen als een mot bij de wol
  en Juda's kracht ondermijnen als door verrotting.

  Toen Israël en Juda zagen hoe ziek zij waren,
  ging Israël naar de grote koning van Assyrië,
  maar deze kon hen niet helpen
  of genezen van hun gezwel.
  Als een leeuw zal Ik Israël en Juda aan stukken scheuren.
  Ik zal hen wegslepen als een prooi
  en iedereen die hen te hulp komt, wegjagen.
  Ik zal hen in de steek laten en naar huis gaan
  tot zij hun schuld bekennen en Mij weer zoeken.
  Want zodra zij in de problemen raken,
  zullen zij weer verlangend naar Mij uitzien."

Hosea 6:1-3
ISRAELS UITING VAN BEROUW.

  "Zij zullen zeggen: 'Kom, laten we teruggaan naar de HERE.
  Hij heeft ons verscheurd;
  Hij zal ons ook genezen.
  Hij heeft ons geslagen;
  Hij zal ook onze wonden verbinden.
  Hij zal ons na twee dagen weer overeind helpen
  en op de derde dag zullen wij,
  weer helemaal opgeknapt, met Hem leven.
  Ja, wij verlangen naar de HERE.
  Hij zal reageren op ons zoeken,
  zo zeker als de komst van dauw of regen
  in het vroege voorjaar.

Hosea 6:4-11
BEROUW VAN KORTE DUUR.

  Wat zal Ik met u doen, Israël en Juda?
  Want uw liefde verdwijnt als wolken in de morgen
  en verdampt als dauw in de vroege ochtend.
  Ik stuurde mijn profeten om u te waarschuwen voor uw ondergang.
  Ik heb u harde klappen toegebracht met mijn woorden
  en met de dood bedreigd.
  Onverwacht werd u getroffen door mijn veroordeling,
  als door een plotseling doorbrekend licht.
  Ik wil uw slachtoffers niet; Ik wil uw liefde.
  Ik hoef uw brandoffers niet; Ik wil dat u Mij kent.
  Maar u bent net als Adam: U hebt mijn verbond verbroken
  en bent Mij zo ontrouw geworden.
  De bewoners van Gilead zijn misdadigers,
  de stad is vol bloedsporen.
  Zij zijn als een bende bandieten, die loert op slachtoffers.
  Troepen priesters plegen moorden op de weg naar Sichem
  en bedrijven schandelijke misdaden.
  Ik heb in Israël iets afschuwelijks gezien:
  Israël liep afgoden achterna
  en werd zo verontreinigd.

  Ook u, Juda, zult uw straf nog oogsten.
  En Ik wilde u zo graag bevrijden!"

Hosea 7:1-7
ISRAELS GODDELOOSHEID.

  "Ik wilde Israël vergeven,
  maar haar zonden bleken reusachtig groot te zijn.
  In Samaria kan zelfs niemand wonen
  zonder een leugenaar, dief of bandiet te zijn!
  Haar inwoners schijnen er nooit aan te denken
  dat Ik hun zonden in gedachten houd.
  Zij zijn omringd door hun misdaden;
  Ik zie ze voortdurend.

  De koning geniet van hun slechtheid
  en de vorsten stemmen in met hun leugens.
  Het zijn allemaal echtbrekers.
  Zoals een bakkersoven voortdurend heet is
  (vanaf het kneden van het deeg totdat het deeg gerezen is)
  zo branden zij ook voortdurend van verlangen naar wellust.
  Op de verjaardag van de koning bedrinken de vorsten zich
  tot zij er doodziek van zijn.
  En de koning drinkt mee met hen die hem belachelijk maken.
  Hun harten gloeien als een oven van hun listen.
  Hun complot smeult 's nachts als een niet in gebruik zijnde bakkersoven,
  maar laait 's ochtends hoog op.
  Zij vermoorden hun koningen, de een na de ander,
  en niemand van hen roept Mij te hulp.

Hosea 7:8-16
BUITENLANDSE RELATIES.

  Israël vermengt zich met de heidenen en neemt hun zondige levenswijze over.
  Zo wordt zij zo waardeloos als een halfgare cake!
  Het vereren van vreemde goden heeft Israël van haar kracht beroofd,
  maar zij is zich dat niet bewust.
  Israëls haar wordt grijs,
  maar zij ziet niet in hoe oud en zwak zij wordt.
  Israël wordt openlijk aangeklaagd door haar eigen hoogmoed
  en toch keert zij niet terug naar de HERE, haar God,
  en probeert zelfs niet Hem te vinden.

  Zij gedraagt zich als een onnozele duif,
  zonder verstand,
  want zij roept Egypte te hulp
  of trekt naar Assyrië.
  Maar terwijl zij vliegt, werp Ik mijn vangnet over haar
  en haal haar neer als een vogel uit de lucht.
  Ik zal haar straffen voor haar slechte gedrag.
  Mijn volk gaat ten onder,
  want het is van Mij weggevlogen!
  Laten de mensen maar omkomen,
  want zij hebben tegen Mij gezondigd.

  Ik wilde hen wel verlossen,
  maar zij vertelden leugens over Mij.
  Zij brengen slapeloze nachten door vanwege hun zorgen,
  maar willen mijn hulp niet inroepen.
  In plaats daarvan aanbidden zij heidense goden
  en vragen die om graan en jonge wijn,
  maar van Mij keren zij zich af.
  Ofschoon Ik het was die hen heb geoefend en sterk gemaakt,
  komen zij tegen Mij in opstand.
  Zij kijken overal om zich heen,
  behalve naar omhoog, naar Mij.
  Zij zijn als een kromme boog die altijd zijn doel mist.
  Hun leiders zullen sneuvelen door het zwaard van de vijand
  vanwege hun onbeschaamde gedrag tegen Mij.
  En heel Egypte zal hen hierom uitlachen."

Hosea 8:1-14
AFKEURING VAN AFGODEN.

  "Sla alarm!
  Als een arend stort de vijand zich op het volk van God,
  omdat het Zijn verbond heeft verbroken
  en tegen Zijn wetten in opstand is gekomen.
  Nu bidden en smeken de Israëlieten:
  'Mijn God, help ons. U bent immers onze God!'
  Maar het is te laat! Israël heeft haar kans moedwillig voorbij laten gaan
  en wordt nu door haar vijanden achtervolgd.
  Zij hebben koningen en vorsten aangesteld
  zonder Mij erin te kennen.
  Van zilver en goud hebben zij afgodsbeelden gesmeed
  en zo hun eigen ondergang bewerkt.
  Samaria, dat afgodsbeeld van een kalf dat u hebt vervaardigd,
  is door en door verwerpelijk!
  U maakte Mij laaiend van woede.
  Wanneer zal er eindelijk eens iemand onder u worden gevonden, die rein is?
  Wanneer zult u inzien dat dit kalf van u door mensenhanden is gemaakt?
  Het is God niet!
  Daarom moet het aan stukken worden geslagen.

  Zij hebben wind gezaaid
  en zullen storm oogsten.
  Hun korenhalmen dragen geen aren
  en het gewas levert dus geen meel op.
  Als er al iets wordt geoogst,
  eten vreemdelingen het op.
  Israël is verwoest.
  Zij ligt tussen de volken als een gebroken pot.
  Zij is als een eenzaam rondzwervende, wilde ezel.
  Zij heeft geen andere vrienden dan die zij heeft gehuurd.
  Assyrië is één van hen.
  Maar ook al huurt zij 'vrienden' uit vele volken,
  Ik zal haar in ballingschap sturen.
  Dan zal zij eindelijk een tijdje verlost zijn van de last
  van die mooie koning van haar.

  Israël heeft talrijke altaren gebouwd, maar niet om Mij te aanbidden!
  Zij gebruikte die altaren om te zondigen.
  Zelfs al gaf Ik haar 10.000 wetten,
  dan zou zij nog zeggen dat zij niet voor haar waren bedoeld.
  Zij zouden van toepassing zijn op mensen ver weg.
  Haar volk is dol op het offerritueel,
  maar Míj zegt het niets.
  Ik zal hen ter verantwoording roepen voor hun zonden
  en hen straffen.
  Ik ga hen terugsturen naar Egypte.
  Israël heeft grote paleizen gebouwd
  en Juda heeft talloze versterkte steden gesticht,
  maar zij hebben hun maker vergeten.
  Daarom zal Ik hun paleizen en vestingen
  in vlammen laten opgaan."

Hosea 9:1-17
STRAF IN HET VERSCHIET.

  Israël, verheug u niet meer uitbundig
  zoals de andere volken,
  want u bent uw God ontrouw geworden
  en hebt aan vreemde goden geofferd
  op elke dorsvloer.
  Daarom zullen uw oogsten tegenvallen
  en uw druiven aan de wijnstok verdorren.
  U zult niet langer hier in dit land van de HERE mogen blijven,
  maar worden weggevoerd naar Egypte en Assyrië
  en daar leven van voedsel dat volgens de wet van Mozes verboden is.
  Daar, ver van huis, zult u geen wijn mogen sprenkelen als offer aan God.
  Want Hij zal geen genoegen vinden in de offers die daar worden gebracht:
  Zij zijn verontreinigd, net als het voedsel van hen die in de rouw zijn.
  Wie zulke offers eet, wordt onrein.
  Zij mogen dit voedsel wel voor zichzelf gebruiken,
  maar niet aan de HERE offeren.

  Wat zult u doen op hoogtijdagen
  en op feestdagen voor de HERE,
  wanneer u als slaven naar Assyrië wordt weggeleid?
  Wie zal uw achtergelaten bezittingen erven? Egypte!
  Zij zal uw doden verzamelen
  en Memphis zal hen begraven.
  Doornen zullen uw kostbaarheden bederven
  en distels uw tenten overwoekeren.
  Het moment van Israëls bestraffing is aangebroken.
  Het is bijna tijd voor vergelding
  en Israël zal het goed merken!
  De profeet verliest zijn bezinning.
  De man die door de geest wordt geleid,
  wordt waanzinnig door de omvang
  van uw ongerechtigheid en uw vijandschap tegen God.
  Ik stelde profeten aan om te waken over Israël,
  maar de mensen sneden hen aan alle kanten de pas af
  en toonden openlijk hun haat jegens hen,
  zelfs in de tempel van God.
  Het volk is even diep gezonken
  als lang geleden in Gibea.
  Maar God vergeet hun zonden niet.
  Hij zal het volk ervoor straffen.

  O Israël, Ik herinner Mij nog goed die eerste dagen
  toen Ik u door de woestijn leidde!
  Wat was uw liefde verfrissend!
  Wat was het verrukkelijk;
  als de eerste vijgen aan het begin van het seizoen!
  Maar daarna verliet u Mij voor Baäl-Peor.
  U gaf zich aan afgoden
  en werd al gauw even weerzinwekkend als zij.
  Israëls luister zal wegvliegen als een vogel,
  want uw kinderen zullen sterven bij hun geboorte
  of nog in de moederschoot of zelfs niet worden verwekt.
  En mochten uw kinderen opgroeien,
  dan zal Ik ze van u afnemen tot er geen levende ziel meer over is.
  Ja, het zal een heel droeve dag zijn
  wanneer Ik wegga en u alleen achterlaat.
  Zoals Ik heb gezien, zijn Israëls kinderen tot ondergang gedoemd.
  De vaders worden gedwongen hun zonen naar de slachtbank te leiden.

  'O HERE, wat moet ik voor uw volk vragen?
  Ik vraag U dat de vrouwen geen kinderen zullen krijgen
  en dat hun borsten geen melk zullen hebben.'

  Hun zondigen begon in Gilgal.
  Daar heb Ik hen ook voor het eerst gehaat.
  Ik zal ze uit mijn land verdrijven vanwege hun afgoderij.
  Ik zal hen niet langer liefhebben,
  want al hun leiders zijn rebellen.
  Israël is tot ondergang gedoemd.
  Haar wortel is verdord
  en zij zal geen vrucht meer dragen.
  Mocht zij nog nakomelingen krijgen,
  dan zal Ik zelfs haar lievelingskinderen doden."
  Mijn God zal het volk Israël verwerpen,
  omdat het niet wilde luisteren.
  De Joden zullen rondzwerven onder andere volken,
  zonder eigen huis of haard.

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- juni



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen