Thuis >> 22 oktober
22 oktober
De bediening van Johannes de Doper
Wanneer de tijd voor Jezus aanbreekt om Zijn Goddelijke roeping uit te voeren, is de weg al geplaveid door de
succesvolle bediening van Johannes de Doper, die verkondigt dat Jezus “het Lam van God” is. Johannes
maakt hiermee het toneel gereed voor Jezus' eigen bewering dat Hij de Messias is. Zoals we al vaak hebben
kunnen zien, wachten de Joden op de komst van die voorspelde Messias en geloven zij dat hij hen zal
bevrijden uit hun politieke afhankelijkheid en dat hij de ideale volksleider zal zijn. Wat zij niet verwacht hebben
is dat er een leider zou opstaan uit het gewone volk (maar toch Goddelijk van aard); een leider die een
geestelijk in plaats van een politiek koninkrijk zal stichten. Misschien is deze misvatting wel de reden voor de
bediening van Johannes de Doper, waarin hij baanbrekend werk verricht voor Jezus en over Hem getuigt. Met
deze aankondiging van de bijzondere bediening van Jezus begint de kernboodschap van het Evangelie, wat tot
uitdrukking komt in het feit dat de verslagen van Markus en Johannes pas op dit punt in de geschiedenis
beginnen.
De voorloper van Jezus, Johannes, is een profeet van priesterlijke afkomst, zoals verschillende profeten uit de
oudheid. Net als Elia is Johannes geen schrijver, maar een evangelist en een woordvoerder van God, wiens
uitgesproken prediking over berouw en over de doop hem hele menigten discipelen bezorgt. Sommige van
deze volgelingen zullen Johannes zó toegewijd zijn dat zij zelfs de Godheid van Jezus niet accepteren, terwijl
dit juist datgene is wat Johannes verkondigt. Net als zo vele van zijn medeprofeten gaat het onderricht van
Johannes over geestelijke reinheid hand in hand met een krachtige oproep tot praktijkgericht ethisch gedrag
ten opzichte van de medemens.
Johannes brengt een groot gedeelte van zijn tijd in de woestijn door en leeft daar op een dieet van sprinkhanen
en honing. Dit kan de indruk wekken dat hij een ascetische wildeman zou zijn. Maar zijn leefstijl wordt
waarschijnlijk meer opgelegd door noodzaak dan door excentriciteit en is op geen enkele manier
aanstootgevend voor de massa's die hem vanuit de steden komen opzoeken. Een intrigerender vraag is
waarom ontwikkelde stadsmensen hun eigen vertrouwde omgeving verlaten om onderwezen te worden door
een ruwe man in de woestijn, wiens prediking ongewoon streng en veeleisend is. Zou het zo kunnen zijn dat de
aantrekkingskracht van Johannes heel ironisch juist zit in de strengheid van zijn boodschap, in tegenstelling tot
de zwakke godsdienstigheid van de religieuze leiders die op zoek zijn naar populariteit onder het volk? Zou het
kunnen dat de oproep van Johannes tot persoonlijke reinheid en individuele rechtschapenheid gezien wordt als
een verfrissende koerswijziging, in vergelijking met de ritualistische en georganiseerde godsdienst die zich door
de eeuwen heen heeft ontwikkeld? Wat zijn aantrekkingskracht ook mag zijn, de bediening van Johannes wordt
de hoogst mogelijke eer bewezen wanneer Jezus hem bezoekt om Zelf gedoopt te worden. Al wordt Jezus niet
gedoopt vanwege Zijn zonden, toch is Zijn ceremoniële reiniging, die een voorbeeldfunctie vervult, een
dramatische bevestiging van Zijn Godheid.
Mat. 3:1-3, Mar. 1:2-4, Luk. 3:1-6 - Woestijn, Jordaanvallei (27 n.C.)
ZENDING VAN JOHANNES. Keizer Tiberius was al vijftien jaar aan het bewind. Pilatus was
gouverneur van Judea, Herodes gouverneur van Galilea, zijn broer Filippus gouverneur van
Iturea en Trachonitis, en Lysanias gouverneur van Abilene. Annas en Kajafas waren de
hogepriesters van de Joden. Toen Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn was, hoorde
hij de stem van God. Daarna trok hij de hele Jordaanvallei door en riep de mensen op zich tot
God te bekeren. Door zich te laten dopen, konden zij tonen dat zij dat echt wilden. Hun zonden
zouden dan ook worden vergeven. Johannes was, om met de woorden van de profeet Jesaja te
spreken,
de stem van iemand die roept in de woestijn:
"Maak een weg voor de Here!
Ruim baan voor Hem!
Maak alle bergen en heuvels met de grond gelijk!
Gooi alle ravijnen dicht!
Snijd de bochten af!
Haal de oneffenheden weg!
Dan zullen alle mensen de Redder zien, die door God gestuurd wordt."
Mat. 3:4-6, Mar. 1:5,6
JOHANNES DOOPT MENSEN. Johannes droeg kleren van kameelhaar en had een leren riem om.
Hij at sprinkhanen en honing van wilde bijen. De mensen kwamen van alle kanten naar hem toe;
uit Jeruzalem, het Jordaandal en zelfs uit heel Judea. Ieder die zijn zonden beleed, werd door
hem gedoopt in de rivier de Jordaan.
Mat. 3:7-10, Luk. 3:7-14
JOHANNES PREDIKT BEROUW. De mensen kwamen in drommen naar Johannes om zich te laten
dopen. Maar hij zei hun eerst duidelijk waar het op stond. "Adderengebroed! Ik weet wel waarom
u zich wilt laten dopen. U probeert aan het oordeel te ontsnappen, zonder het met God in orde te
maken. Maar dat gaat zomaar niet! Laat eerst maar eens zien dat u ernst maakt met God. Denk
niet dat het met u wel goed zal aflopen omdat u van Abraham afstamt. O, nee! God kan deze
stenen veranderen in kinderen van Abraham. De bijl van Gods oordeel ligt al klaar. Elke boom
die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur gegooid."
De mensen vroegen: "Maar wat moeten wij dan doen?"
"Als u twee jassen hebt", antwoordde hij, "geef dan één ervan aan iemand die er geen heeft. Als
u eten over hebt, geef het aan iemand die honger heeft."
Er kwamen zelfs tolontvangers (berucht om hun afzetterij) die zich wilden laten dopen. "Meester,
hoe moeten wij nu leven?" vroegen zij.
"Wees voortaan eerlijk", antwoordde Johannes, "en vraag niet meer tol dan voorgeschreven is."
"En wij?" vroegen een paar soldaten. "Hoe moeten wij leven?"
Johannes antwoordde: "Pers niemand iets af. Gebruik geen geweld of valse beschuldigingen om
meer geld te krijgen. Wees tevreden met uw soldij."
Mat. 3:11,12, Mar. 1:7,8, Luk. 3:15-18
JOHANNES KONDIGT DE CHRISTUS AAN. In die tijd verwachtte iedereen dat de Christus gauw zou
komen. Overal vroeg men zich af of Johannes het was. Om ieder misverstand uit de weg te
ruimen, zei Johannes: "U hebt gezien dat ik in water doop. Maar het duurt niet lang of er komt
Iemand die veel groter en machtiger is dan ik. Ik ben niet eens waard Zijn slaaf te zijn. Hij zal u
dopen met de Heilige Geest en met vuur. Hij zal het kaf van het koren scheiden. Het koren zal Hij
in Zijn schuur brengen, maar het kaf zal Hij verbranden in een vuur dat nooit uitgaat." Met vele
van dergelijke waarschuwingen sprak hij de mensen toe.
Mat. 3:13-17, Mar. 1:9-11, Luk. 3:21-23a - Van Galilea naar de Jordaan
JEZUS WORDT GEDOOPT. Mt Jezus verliet Galilea en ging naar Johannes om Zich ook door hem
in de Jordaan te laten dopen. Maar Johannes wilde dat niet doen. "Ik moet door U worden
gedoopt", protesteerde hij, "in plaats van U door mij."
"Toch wil Ik dat je Mij doopt", antwoordde Jezus. "Want we moeten precies doen wat God van
ons verlangt." Toen doopte Johannes Hem.
Na gedoopt te zijn, klom Jezus meteen op de oever. De hemel scheurde open en Johannes zag
dat de Geest van God in de vorm van een duif op Jezus neerdaalde. Een stem uit de hemel zei:
"Dit is mijn geliefde Zoon; Hij verheugt mijn hart." Lk Jezus begon in het openbaar op te treden
toen Hij ongeveer dertig jaar oud was.
Jezus op de proef gesteld
Een van de grote en op dit moment nog onbeantwoorde vragen over de identiteit van Jezus is of Hij, als God in
een menselijk lichaam, kwetsbaar is voor dezelfde verleidingen als alle andere mensen. Hoewel niet elke
verleiding waar Jezus mee te maken heeft in de Evangelies terug te vinden is, beschrijven zij wel een reeks
verleidingen die representatief zijn voor de meeste verleidingen waar de mens mee te maken heeft. In
verschillende ontmoetingen met Satan moet Jezus zien om te gaan met de noodzaak om in bepaalde fysieke
behoeften te voorzien, met de drang om dingen te vergaren die het oog strelen en met het verlangen om
uitdrukking te geven aan hoogmoed.
Dit is geen academische oefening. Net zoals hij dit met andere mensen doet, stapt Satan op Jezus af wanneer
Hij het kwetsbaarst is. Jezus heeft zojuist een geestelijke ervaring op een bergtop gehad: Hij is geëerd door de
stem uit de hemel. Hoe verleidelijk moet het zijn om Zijn Goddelijkheid op een heel dramatische manier ten
toon te spreiden! Hij is zojuist begonnen met Zijn zending voor een wereld die wanhopig op zoek is naar een
leider. Hoe verleidelijk moet het zijn om in één vlotte beweging de trouw van de hele wereld te verkrijgen! En
ten tijde van de eerste verleiding is Jezus lichamelijk verzwakt door een vastenperiode van veertig dagen. Hoe
verleidelijk moet het zijn om datgene voort te brengen wat Zijn normale menselijke honger zou stillen!
In elk van deze gevallen is de reactie van Jezus op de verleiding hetzelfde. Al is Hij alleen in de woestijn, toch
herkent Jezus – ook al is Hij Goddelijk – de waarde van bidden en vasten en bestrijdt Hij elke verleiding met de
woorden uit de Schrift: een herinnering aan waarheid en wijsheid in het aangezicht van Satan en zijn leugens.
Mat. 4:1-11, Mar. 1:12,13, Luk. 4:1-13, Luk. 3:21-23a - Berg in de woestijn
DUIVEL VERZOEKT JEZUS. Daarna werd Jezus door de Heilige Geest naar de woestijn geleid om
door de duivel op de proef te worden gesteld. Hij bleef daar veertig dagen en veertig nachten. Al
die tijd at Hij niet en tenslotte kreeg Hij honger. De duivel kwam naar Hem toe en zei: "Verander
deze stenen toch in brood. Dan is dat het bewijs dat U de Zoon van God bent."
"Nee", antwoordde Jezus, "want in de Boeken staat dat eten niet het belangrijkste is, maar dat
echt leven bestaat uit het gehoorzamen van elk gebod van God."
Toen nam de duivel Hem mee naar het dak van de tempel in Jeruzalem. "Laat nu eens zien dat
U de Zoon van God bent", zei hij. "Spring naar beneden! Er staat immers in de Boeken
dat God Zijn engelen zal sturen om U te beschermen.
Die zullen er wel voor zorgen dat U niet te pletter valt."
Jezus antwoordde: "Er staat ook dat wij de Here, onze God, niet mogen uitdagen."
De duivel gaf het niet op en nam Hem mee naar een heel hoge berg. Hij liet Hem alle landen van
de wereld zien, met al hun pracht en praal. "Dat zal ik U allemaal geven", zei hij, "als U voor mij
neerknielt en mij eert."
"Ga weg, satan", zei Jezus. "Er staat immers in de Boeken: 'Geef niemand anders eer dan de
Here, uw God. Doe alleen wat Hij zegt."
De duivel liet Jezus met rust en ging weg. Toen kwamen er engelen om voor Jezus te zorgen.
Gedurende Zijn hele leven zal Jezus steeds alle verleidingen weerstaan en zondeloos blijven. Zijn perfecte
zondeloosheid – die veel verder gaat dan de rechtschapenheid van zelfs grote profeten als Elia en nu
Johannes de Doper – toont dat Jezus de Messias is. Dankzij de hemelse verkondiging waarvan hij getuige is,
is Johannes ervan overtuigd dat Jezus niet alleen uitzonderlijk rechtschapen is, maar dat Hij werkelijk Gods
Gezalfde is: de Christus. Johannes weerlegt hiermee elke mogelijke bewering dat hij zelf de Messias zou zijn
en verkondigt op een krachtige manier dat Jezus het Messiaanse Lam van God is.
Joh. 1:19-28 - Bethanië
JOHANNES VERKLAART ZIJN BEDIENING. De Joodse leiders stuurden priesters en
tempeldienaars naar Johannes om te vragen wie hij was. "Ik ben de Christus niet", vertelde hij
hun.
"Wie dan wel?" vroegen zij. "Elia?"
"Nee", antwoordde hij.
"Bent u dan de profeet die komen zou?" was hun volgende vraag.
"Ook niet", zei Johannes.
"Maar wie bent u dan? Zeg het alstublieft, anders kunnen wij niet eens antwoord geven aan de
mensen die ons gestuurd hebben."
Hij zei: "Ik ben iemand die in de woestijn roept: 'Maak de weg vrij voor de Here!' De profeet
Jesaja heeft dit voorspeld."
Er stonden ook enkele Farizeeërs bij, die vroegen: "Als u de Christus niet bent en ook niet Elia of
de profeet, waarom doopt u dan?"
Hij antwoordde: "U weet dat ik mensen met water doop. Maar temidden van u staat Hij Die u nog
niet kent. Hij zal na mij prediken; Hij is zo belangrijk dat ik het zelfs niet waard ben om Zijn
schoenen vast te maken."
Dit gebeurde in Bethanië aan de overkant van de rivier de Jordaan, de plaats waar Johannes
mensen doopte.
Joh. 1:29-34
JOHANNES ZEGT DAT JEZUS DE CHRISTUS IS. De volgende morgen zag hij Jezus aankomen.
"Kijk", riep hij. "Het offerlam van God! Hij neemt de schuld van de wereld op Zich. Hem bedoelde
ik toen ik zei: 'Na mij komt Iemand Die er eerder was dan ik. Want Hij was er al voordat ik
geboren werd.' Ik kende Hem nog niet, maar ik ben gekomen om de mensen met water te dopen
om Hem aan Israël bekend te maken.
Ik heb de Heilige Geest als een duif uit de hemel zien komen en Hij bleef op Jezus. Toen wist ik
nog niet dat Hij het was. Maar God had tegen mij gezegd: 'Op wie u de Heilige Geest ziet
neerdalen en blijven, dat is Hem. Hij zal de mensen dopen met de Heilige Geest.' Nu ik dat
gezien heb, ben ik ervan overtuigd dat Hij de Zoon van God is."
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- oktober
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen