Thuis >> 24 januari
24 januari
Ex. 9:1-7
PLAAG VAN DODE DIEREN. De HERE zei tegen Mozes: "Ga naar Farao en zeg tegen hem:
'De HERE, de God van de Hebreeërs, zegt: Laat mijn volk gaan om Mij te dienen. Als u dat
weigert en hen nog langer vasthoudt, zal de machtige hand van de HERE een dodelijke plaag
sturen die al uw vee, de paarden, de ezels, de kamelen, de runderen en het kleinvee zal
doden: de pest! Maar het vee van de Israëlieten zal niet door deze plaag worden getroffen."
De HERE kondigde ook het tijdstip van de plaag aan en zei: "Morgen zal de HERE deze
plaag sturen." En zo gebeurde het ook. Al het vee van de Egyptenaren stierf, maar niet één
dier van de Israëlieten werd het slachtoffer. Farao gaf opdracht te gaan kijken of er werkelijk
geen enkel dier van de Israëlieten was gedood. En ook al hoorde hij dat het inderdaad zo
was, toch liet hij zich niet vermurwen. Het volk bleef waar het was.
Ex. 9:8-12
ZWERENPLAAG. De HERE zei toen tegen Mozes en Aäron: "Neem een handvol roet uit een
smeltoven en laat Mozes dat in het bijzijn van Farao in de lucht gooien. Het stof zal zich over
het hele land verspreiden en bij mens en dier zweren veroorzaken."
Mozes en Aäron namen roet uit een smeltoven en gingen voor Farao staan. Mozes gooide
het roet in de lucht en plotseling verschenen bij alle mensen en dieren zweren, die later
puisten werden. De geleerden konden niet bij Mozes blijven staan vanwege de zweren, die
ook bij hen tevoorschijn kwamen. Maar de HERE verhardde het hart van Farao, zodat hij niet
naar hen luisterde, precies zoals de HERE Mozes had voorzegd.
Ex. 9:13-26
HAGELPLAAG. Toen zei de HERE tegen Mozes: "Sta morgen vroeg op en zoek Farao op. Zeg
tegen hem: 'Zo zegt de HERE, de God van de Hebreeërs: laat mijn volk gaan om Mij te
dienen. Want deze keer zal Ik mijn plagen op u persoonlijk, op uw dienaren en uw volk
richten. Dan zult u merken dat er niemand op aarde is zoals Ik. Ik had mijn hand al eerder
tegen u kunnen opheffen en uw hele volk met de pest kunnen vernietigen, maar Ik laat u in
leven, zodat Ik u mijn kracht kan laten zien en men mijn naam over de hele aarde leert
kennen. U weigert nog steeds mijn volk te laten gaan. Daarom zal het morgen om deze tijd
gaan hagelen. Niet zomaar een hagelbuitje, maar zo'n zware hagel als Egypte in zijn hele
geschiedenis nog niet heeft meegemaakt. Laat uw vee en alles wat buiten op het land staat,
in veiligheid brengen. Alle mensen en ook al het vee, die zich tijdens die hagelbui buiten
bevinden, zullen worden gedood."
Sommige Egyptenaren geloofden de woorden van de HERE en brachten hun mensen en vee
in veiligheid, maar anderen sloegen Zijn woorden in de wind en lieten hun knechten en vee
buiten op het land.
De HERE zei daarop tegen Mozes: "Strek uw hand uit naar de hemel, zodat in heel Egypte
hagel valt; over alle mensen, dieren en veldgewassen in heel Egypte." Toen stak Mozes zijn
staf omhoog naar de hemel en de HERE liet het donderen en hagelen zoals het nog nooit had
gehageld in Egypte! Bliksemschichten schoten door de lucht en doorkliefden de zwaarste
hagelbuien die Egypte ooit had meegemaakt. Alles en iedereen zonder dak boven het hoofd
werd neergeslagen, zelfs bomen knapten af. Alleen in het land Gosen waar de Israëlieten
woonden, hagelde het niet.
Ex. 9:27-35
FARAO KRABBELT WEER TERUG. Toen liet Farao Mozes en Aäron komen en hij riep: "Ik weet
dat ik deze keer heb gezondigd. Jullie God is rechtvaardig; ik en mijn volk zijn schuldig. Bid
tot de HERE. Want de donder en hagel die Hij heeft gestuurd, zijn niet te dragen. Ik zal het
volk nu echt laten gaan; het hoeft hier niet langer te blijven."
Mozes antwoordde: "Zodra ik buiten de stad ben, zal ik mijn armen naar de hemel opheffen
en tot God bidden. Dan zullen de donder en de hagel ophouden, want de aarde is het
eigendom van de HERE. Maar ik weet heel goed dat u en uw dienaren nog steeds geen
ontzag voor de HERE hebben."
Het vlas en de gerst waren door de zware hagel vernield, want de gerst droeg al aren en het
vlas stond in bloei. Maar de tarwe en de spelt waren gespaard gebleven, omdat het nog te
vroeg in het seizoen was voor deze gewassen.
Mozes verliet Farao en ging de stad uit. Hij spreidde zijn handen uit naar de HERE en toen
hielden de donderslagen en de hagel op. Er viel geen regen meer. Toen Farao echter zag dat
de regen, de hagel en de donderslagen waren opgehouden, ging hij gewoon door met
zondigen; hij en zijn dienaren bleven koppig. Het hart van Farao bleef hard en hij liet het volk
niet vertrekken. Weer was het precies zoals de HERE Mozes had voorzegd.
Ex. 10:1,2
DOEL VAN PLAGEN. De HERE zei tegen Mozes: "Ga weer naar Farao, want Ik heb zijn hart en
dat van zijn dienaren verhard. Op die manier zal Ik mijn tekenen aan hen laten zien. De
verhalen daarover zult u aan uw kinderen en kleinkinderen vertellen. Uit wat Ik de
Egyptenaren heb aangedaan, zal blijken dat Ik de HERE ben."
Ex. 10:3-6
MOZES WAARSCHUWT FARAO. Mozes en Aäron kwamen bij Farao en zeiden: "De HERE, de
God van de Hebreeërs zegt: 'Hoe lang zult u nog weigeren u aan Mij te onderwerpen? Laat
mijn volk gaan om Mij te dienen. Als u weigert, zal Ik morgen uw hele land bedekken met een
dikke laag sprinkhanen, zodat geen stukje grond meer te zien is. Zij zullen alles opvreten wat
de hagelbuien nog hebben laten staan. Ze zullen uw paleis, de huizen van uw dienaren en
alle andere Egyptische huizen vullen. Het zal een ongekend grote sprinkhanenplaag worden,
zoals nog niemand ooit heeft meegemaakt!" Na die woorden draaide Mozes zich om en liep
het paleis uit.
Ex. 10:7-11
FARAO STEMT IN MET VERTREK MANNEN. Enkele hooggeplaatsten aan het hof kwamen bij
Farao en zeiden: "Op deze manier gaan wij onze ondergang tegemoet! Het land is al een
puinhoop! Laat die mensen toch gaan om de HERE, hun God, te dienen."
Toen werden Mozes en Aäron bij Farao teruggeroepen en deze zei: "Goed, u kunt gaan om
de HERE, uw God, te dienen. Maar wie gaan er allemaal mee?"
Mozes antwoordde: "Jong en oud, zonen en dochters, het kleinvee en de runderen, alles gaat
mee. Het wordt een feest ter ere van onze HERE waarop wij ook dieren zullen offeren!"
Farao reageerde fel: "Ja, ja, de HERE zal jullie zeker helpen als ik jullie kinderen ook laat
meegaan. Jullie zijn iets van plan! Nee, alleen de mannen mogen vertrekken, want dat was
wat jullie vroegen." Na die woorden werden Mozes en Aäron het paleis uitgejaagd.
Ex. 10:12-20
SPRINKHANENPLAAG. Toen zei de HERE tegen Mozes: "Strek uw hand uit over Egypte en
roep zo de sprinkhanen op. Zij zullen het land bedekken en alles opvreten wat de hagel heeft
laten staan."
Toen strekte Mozes zijn staf uit over het land Egypte. De HERE liet de wind naar het oosten
draaien en deze woei een volle dag en nacht uit die richting. 's Morgens voerde die wind grote
hoeveelheden sprinkhanen mee over het hele land en zij streken neer. Nooit tevoren had
Egypte zo'n enorme sprinkhanenzwerm gezien en zo één zou er ook nooit meer komen. De
sprinkhanen bedekten elke centimeter grond en vraten alle gewassen en vruchten op die de
hagel had laten staan. Nergens was nog een groen blaadje te vinden.
Haastig ontbood Farao Mozes en Aäron en hij zei: "Ik heb gezondigd tegen de HERE, uw
God, en tegen u. Vergeef mij nog één keer en bid de HERE, uw God, of Hij deze vreselijke
plaag wil doen ophouden."
Mozes verliet Farao en bad tot de HERE. Als antwoord op Mozes' gebed liet de HERE de
wind naar het westen draaien zodat de sprinkhanen werden meegenomen naar de Schelfzee,
waar ze allemaal verdronken. In heel Egypte was geen sprinkhaan meer te vinden! Maar de
HERE zorgde ervoor dat Farao koppig bleef en deze liet het volk nog steeds niet gaan.
Ex. 10:21-23
PLAAG VAN DUISTERNIS. Daarna zei de HERE tegen Mozes: "Steek uw hand omhoog naar
de hemel en er zal een volledige duisternis over Egypte komen." Mozes stak zijn hand uit
naar de hemel en het werd aardedonker in het land, drie dagen lang! Gedurende die tijd kon
niemand een hand voor ogen zien en zelfs niet opstaan om iets te doen. Maar bij de
Israëlieten was het volop licht.
Ex. 10:24-29
FARAO STEMT GEDEELTELIJK IN. Tenslotte riep Farao Mozes bij zich en zei: "Ga maar en
aanbid de HERE. Maar laat wel de runderen en het kleinvee achter; de kinderen mogen
meegaan."
Dat weigerde Mozes: "Wij moeten al ons vee meenemen als offers voor onze HERE. Er mag
geen hoef ontbreken, want wij weten pas wat wij aan de HERE moeten offeren wanneer wij
op de plaats van bestemming zijn."
Maar opnieuw verhardde de HERE Farao's hart, zodat hij het volk niet wilde laten gaan.
Farao snauwde Mozes toe: "Verdwijn! Ik wil je niet meer zien! Als je het waagt hier nog eens
te komen, zal ik je doden."
"Inderdaad, wij zullen elkaar nooit meer zien", was Mozes' antwoord.
Ex. 11:1-3
GOUD EN ZILVER GEGEVEN. "Ik zal nog één plaag over Farao en Egypte laten gaan", had de
HERE Mozes toevertrouwd. "Na die laatste plaag zal Farao het hele volk laten gaan. Hij zal
het volk zelfs het land uitjagen. Zeg tegen de Israëlieten dat zij hun Egyptische buren om
zilveren en gouden voorwerpen vragen." De HERE zorgde ervoor dat de Egyptenaren
welwillend gestemd waren tegenover de Israëlieten. Mozes was een populair man in Egypte
en werd hoog geacht door Farao's dienaren en het Egyptische volk.
Ex. 11:4-10
MOZES WAARSCHUWT VOOR DOOD. Mozes bracht Farao de volgende boodschap: "Dit zegt
de HERE tegen u: 'Om middernacht ga Ik dwars door Egypte. De oudste zoon van elk
Egyptisch gezin zal sterven. Uw oudste zoon, de troonopvolger, net zo goed als de oudste
zoon van de minste slaaf. Ook het eerstgeborene van het vee zal sterven. Heel Egypte zal vol
zijn van rouw en gejammer, zoals er nog nooit is geweest en ook nooit meer zal zijn. Maar
zelfs geen hond zal durven aanslaan tegen de Israëlieten en geen van hun dieren zal sterven.
Want de HERE maakt onderscheid tussen Egyptenaren en Israëlieten!' Al uw dienaren zullen
naar mij toekomen, zich voor mij buigen en smeken: 'Verlaat ons alstublieft en neem uw volk
mee'! Dan zal ik ook echt gaan!" Woedend liep Mozes het paleis uit.
De HERE zei daarop tegen Mozes: "Farao zal niet naar u luisteren en dat geeft Mij de
mogelijkheid door wonderen mijn kracht te laten zien." Mozes en Aäron deden al deze
wonderen in het bijzijn van Farao, maar de HERE liet Farao koppig blijven, zodat hij de
Israëlieten niet toestond het land te verlaten.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- januari
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen