24 juli
Zefanja profeteert over de dag van de Heer
Het volk van Juda heeft nu een kind als koning, maar nog geen regering met het leiderschap dat nodig is voor
een geestelijke opleving. Geestelijk leiderschap moet van oudere mannen komen; daarom wordt een ver
familielid van de jonge koning geroepen om God als profeet te dienen. Zefanja is net als de jonge koning Josia
een nakomeling in de vierde generatie van koning Hizkia. Zefanja's missie en boodschap zijn hetzelfde als de
boodschap en de missie van de profeten die hem voorgingen – een oordeel vellen over immoraliteit,
onrechtvaardigheid en heidense afgoderij; maar het centrale thema van zijn profetieën is “de dag van de Heer”.
In zekere zin zal de dag van de Heer voor Juda redelijk snel naderen, wanneer de natie vernietigd zal worden
vanwege haar zonden. De dag van de Heer nadert ook voor alle naties die Gods volk hebben onderdrukt. Op
een andere manier zal de grote dag van de Heer komen op het moment waarop God over alle goddeloze
mensen zal oordelen. In beide gevallen zal de dag van de Heer vergezeld gaan van een redding van Gods
restant trouwe volgelingen. Maar Zefanja wordt vooral tot zijn bediening geroepen door Gods vreselijke oordeel
over de goddelozen, ergens tussen 635 en 625 voor Christus.
Zef. 1:1
VOORWOORD. De HERE sprak tot Zefanja, de zoon van Kuschi, kleinzoon van Gedalja,
achterkleinzoon van Amarja en achterachterkleinzoon van Hizkia. Zefanja ontving deze
boodschap tijdens de regeringsperiode van koning Josia (de zoon van Amon) van Juda.
Zef. 1:2,3
HET GROTE OORDEEL.
"Ik zal alles
volkomen van de aardbodem wegvagen",
zegt de HERE.
"Mens en dier zullen verdwijnen,
vogels en vissen zullen sterven.
Ook de goddelozen en alle afgodsbeelden die zij aanbidden,
zal Ik uitroeien",
zegt de HERE.
Zef. 1:4-13
OORDEEL OVER JUDA.
"Ik zal Juda en Jeruzalem onder mijn vuist verbrijzelen
en de Baälvereerders tot de laatste man uitroeien.
Ik zal alle afgodendienaars en hun priesters om het leven brengen,
zodat zelfs de herinnering aan hen zal vergaan."
Ook zij, die op hun platte daken klimmen
en zich daar buigen voor de zon, de maan en de sterren.
Zij, die zogenaamd de HERE volgen,
maar tegelijkertijd Moloch vereren!
En zij, die vroeger de HERE vereerden,
maar er nu niet meer van willen weten,
en zij die Hem nooit hebben aanbeden en het ook niet wilden,
zullen allen hetzelfde lot ondergaan.
Zwijg in de aanwezigheid van de Oppermachtige HERE.
Want de dag van de HERE breekt al snel aan.
Hij heeft voorbereidingen getroffen voor de grote slachting van Zijn volk
en hen die dat zullen uitvoeren, al uitgekozen.
"Op die dag van de grote slachting",
zegt de HERE,
"zal Ik de leiders en de prinsen van Juda
en alle anderen, die buitenlandse kleding dragen, straffen.
Ja, Ik zal iedereen straffen, die heidense gewoonten volgt
en die door geweld en bedrog probeert de koning rijk te maken."
"In die tijd",
zegt de HERE,
"zal een luid geschreeuw opklinken uit de Vispoort in Jeruzalem
en een gehuil zal opstijgen uit de nieuwe wijk
en gekraak van de heuvels.
Ja, huil maar, inwoners van de Vijzelbuurt,
want al uw zakenlieden en geldschieters zullen omkomen.
Ik zal Jeruzalems donkerste hoeken met een lamp doorzoeken
om alle mannen op te sporen, die tevreden temidden van hun zonden leven
en bij zichzelf denken: 'De HERE doet geen goed,
maar ook geen kwaad'.
Hun rijkdommen zullen worden geplunderd
en hun huizen verwoest.
Zij zullen nooit de kans krijgen om te wonen
in de nieuwe huizen, die zij hebben gebouwd.
Zij zullen nooit drinken van de wijn
uit de wijngaarden, die zij zelf hebben geplant."
Zef. 1:14-18
DE GROTE DAG VAN DE HEER.
De grote dag van de HERE breekt spoedig aan!
Hij komt snel dichterbij;
dan zullen heldhaftige mannen bittere tranen huilen.
Die dag is een dag van Gods toorn,
een dag van wanhoop en angst, van
vernieling en vernietiging,
van donkerheid,
wolken en dikke duisternis.
Op die dag zullen bazuingeschal en krijgsgeschreeuw weerklinken
bij de aanval op de versterkte steden
en hun hoge hoektorens.
Ik zal de mensen angst aanjagen,
zodat zij als blinden ronddwalen,
want zij hebben gezondigd tegen de HERE.
Hun bloed zal rijkelijk vloeien
en hun lijken zullen op straat vergaan.
Op die dag van de toorn van de HERE
zullen zij niets hebben aan hun zilver en goud,
want daarmee kunnen zij hun leven niet redden.
God brandt van jaloezie
en zal daardoor de hele aarde verteren.
Hij treft voorbereidingen voor een algehele en verschrikkelijke vernietiging
van de hele wereldbevolking.
Zef. 2:1-3
JUDA'S DAG VAN DE HEER.
Kom tot inkeer, schaamteloos volk!
Nu kan het nog.
Straks is het te laat,
dan begint het oordeel.
Kom tot uzelf, voordat de toorn van de HERE over u losbarst.
Voordat de dag van Zijn oordeel aanbreekt.
Laten de nederigen die de HERE gehoorzamen,
Hem om redding smeken.
Wees nederig en rechtvaardig.
Misschien zal de HERE u op die dag
tegen Zijn toorn beschermen.
Zef. 2:4-7
OORDEEL OVER FILISTIA.
Gaza, Askelon, Asdod en Ekron;
al deze Filistijnse steden zullen door verwoesting getroffen worden
en veranderen in ruïnes.
Onheil komt over u, Filistijnen die aan de kust
en in het land Kanaän wonen!
Ook u wordt door het oordeel van de HERE getroffen.
Hij zal u tot de laatste man uitroeien.
De kuststreek zal veranderen in een weidegebied
met kampen voor herders en schaapskooien.
De weinige overlevenden van de stam Juda
zullen daar weidegrond vinden.
Zij zullen 's nachts slapen
in de verlaten huizen van Askelon.
Want de HERE, hun God, zal naar hen omzien
en een verandering ten goede bewerken.
Zef. 2:8-11
OORDEEL OVER MOAB EN AMMON.
"Ik heb gehoord hoe de Moabieten
en Ammonieten mijn volk uitlachten en bespotten
en dat zij het land van mijn volk verachtten.
Daarom, zo waar Ik leef",
zegt de HERE van de hemelse legers, de God van Israël,
"Ik zal Moab en Ammon verwoesten,
net zoals Ik met Sodom en Gomorra heb gedaan.
Zij zullen voor eeuwig veranderen in een veld vol distels,
in een zoutafgraving en in een woestenij.
Wie van mijn volk zijn overgebleven, zullen hen plunderen
en hun land in bezit nemen."
Dit zal het loon zijn voor hun overmoed,
want zij hebben gespot en zijn tekeer gegaan tegen het volk
van de HERE van de hemelse legers.
De HERE zal hun vreselijke dingen laten overkomen.
Hij zal alle afgoden ter wereld laten wegteren
en iedereen zal Hem aanbidden,
ieder volk in zijn eigen land.
Zef. 2:12
OORDEEL OVER KUSCH.
Ook u, Ethiopiërs, zult door Zijn zwaard worden geveld.
Zef. 2:13-15
OORDEEL OVER ASSYRIE.
En hetzelfde zal de landen in het noorden overkomen.
Hij zal Assur vernietigen
en zijn hoofdstad Ninevé veranderen in een wildernis,
in een dorre woestijn.
Deze stad zal weidegrond worden voor schapen
en allerlei wilde dieren zullen daar hun holen hebben.
Pelikanen en roerdompen zullen overnachten in de ruïnes.
Hoor eens hoe zij krijsen door de kapotte vensters!
Elk huis is een puinhoop
en de cederhouten betimmering is totaal vernield.
Dat is nu de stad,
die eens zo uitgelaten en onbezorgd was!
Dat zijn de restanten van de stad,
die bij zichzelf zei:
'Ik ben de allergrootste stad ter wereld!'
Kijk eens wat een woestenij zij is geworden!
Zij werd een plaats waar de wilde dieren wonen.
Ieder die haar passeert,
zal haar bespotten en het hoofd schudden.
Zef. 3:1-7
OPSOMMING VAN JUDA'S ZONDEN.
Wee Jeruzalem, die ongehoorzame, zondige stad
vol misdaad en geweld!
Zij wil naar niemand luisteren
en weigert te worden terechtgewezen.
Zij vertrouwt niet op de HERE
en zoekt haar God niet.
Haar leiders lijken op brullende leeuwen op zoek naar prooi.
Haar rechters zijn vraatzuchtig als wolven in de schemering,
die geen spoortje voedsel overlaten tot de morgen.
Haar profeten zijn praatjesmakers en bedriegers.
Haar priesters ontwijden wat heilig is
en zijn ongehoorzaam aan Gods wetten.
Maar de HERE, Die midden in die stad woont, is rechtvaardig.
Hij doet geen onrecht.
Dag aan dag is Zijn rechtvaardig oordeel zichtbaar.
Ondanks dat schaamt de goddeloze zich niet voor zijn daden.
"Ik heb vele volken uitgeroeid
en hun vestingen verwoest.
Hun straten liggen verlaten
en zijn onbegaanbaar geworden.
Hun steden liggen in puin,
de hele bevolking is weg.
Ik zei: 'Heb eerbied voor Mij,
laat u terechtwijzen.
Als u luistert naar mijn waarschuwingen
zal Ik uw stad niet vernietigen'.
Maar nee, zij waren er als de eersten bij
om kwaad te bedrijven.
Zef. 3:8-13
PLANNEN VOOR HERSTEL.
Heb geduld",
zegt de HERE.
"Het moment komt waarop Ik zal opstaan om te oordelen.
Want Ik heb besloten alle volken en koninkrijken te verzamelen
en over hen mijn toorn uit te storten.
Ja, met het vuur van mijn jaloezie
zal Ik de hele aarde verteren.
Maar dan zal Ik de volken andere, reine lippen geven,
zodat zij de naam van de HERE zullen aanroepen
en Hem eensgezind zullen vereren.
De mensen, die ver weg aan de andere kant van de rivieren van Ethiopië wonen,
zullen hier komen om Mij te aanbidden
en offers te brengen.
Dan zult u zich niet meer hoeven te schamen voor de zonden,
die tegen Mij zijn begaan.
Want Ik zal alle trotse, arrogante mensen
uit uw midden verwijderen.
Er zal geen hoogmoed meer voorkomen
op mijn heilige tempelberg.
Alleen de nederigen en armen zal Ik overlaten
en ook ieder, die op Mij vertrouwt.
De overgebleven Israëlieten zullen geen onrecht plegen of liegen.
Zij zullen daar rustig en in vrede en veiligheid wonen en slapen,
zonder dat iemand hen opschrikt."
Zef. 3:14-17
VREUGDE OVER REDDING.
Breek uit in gejubel, dochter van Sion!
Juich, Israël!
Verheug u, wees vrolijk met uw hele hart,
dochter van Jeruzalem!
Want de HERE heeft uw vonnis ongeldig verklaard
en uw vijand vernietigd.
De koning van Israël, de HERE, is bij u!
U hoeft nergens meer bang voor te zijn.
Op die dag zal men Jeruzalem opbeuren met de woorden:
'Wees niet bang, Sion,
houd moed.
De HERE, uw God, is bij u.
Hij is een held, Die u verlost.
Hij zal opgetogen van blijdschap over u zijn.
Hij zal u liefhebben en u niet beschuldigen.
Hij zal over u juichen met een lied van vreugde.
Zef. 3:18-20
EER VOOR VRIJGEKOCHTEN.
Wie verdriet hebben omdat zij niet bij dit feest kunnen zijn, zal Ik erbij halen.
Zij horen toch ook bij u.
Zij gaan gebukt onder de spot.
Ik zal voorgoed afrekenen
met al uw vijanden.
En Ik zal de zwakken en hulpbehoevenden verlossen
en bijeenbrengen wie uit elkaar waren gejaagd.
Ik zal mijn ballingen, die vroeger over de hele wereld werden veracht,
nu roem en eer bezorgen.
In die tijd zal Ik u bijeenhalen en weer thuis brengen.
Alle volken ter wereld zullen zien
dat Ik van u een groot en roemrucht volk heb gemaakt,
wanneer Ik uw situatie ten goede heb veranderd",
zegt de HERE.
Josia's hervormingen
Het is niet bekend in welke mate het volk van Juda door de prediking van Zefanja wordt overtuigd, maar
mogelijk heeft Zefanja het hart van de jonge koning al geraakt.. Al na enkele jaren, op de jeugdige leeftijd van
zestien jaar, voert Josia vergaande hervormingen door tegen afgoderij en andere heidense praktijken. Later zal
de ontdekking van een kopie van de Wetten van Mozes tot een grote geestelijke opleving en nog meer
religieuze hervormingen leiden.
2 Kron. 34:3-7 (627 v.C.)
JOSIA VALT HEIDENDOM AAN. Toen hij zestien was en dus nog jong, begon hij de God van zijn
voorvader David te zoeken en vier jaar later hield hij een grote schoonmaak in Juda en
Jeruzalem door de heidense tempels en Asjéra-beelden en andere gesneden en gegoten
afgodsbeelden te verwijderen. Onder zijn leiding werden de altaren van Baäl in stukken
geslagen, evenals de reukwerkaltaren daarboven. Ook alle afgodsbeelden werden verbrijzeld om
daarna te worden uitgestrooid over de graven van degenen die ervoor hadden geofferd. Hij liet
ook de beenderen van de heidense priesters op hun eigen altaren verbranden en reinigde zo
Juda en Jeruzalem. Hetzelfde deed hij in de steden van Manasse, Efraïm en Simeon en zelfs in
het afgelegen Naftali en in de nabijgelegen plaatsen in dat onherbergzame gebied. Hij
verwoestte de heidense altaren, sloeg de afgodsbeelden in stukken en haalde de
reukwerkaltaren omver. Die aktie voerde hij door het hele land Israël uit, waarna hij terugkeerde
naar Jeruzalem.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- juli
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen