17 juni
De profetieën van Hosea
De voorgaande passage mag slechts een korte verwijzing in het historische verslag zijn, maar het is toch een
krachtige herinnering dat het volk van Israël anderhalve eeuw na de opsplitsing van het koninkrijk nog niet
bereid is om haar idolen aan de kant te zetten of de heidense Baäl te vergeten. Als er iets is dat God in het
bijzonder krenkt, dan moet het toch wel zijn dat mannen en vrouwen (die Hij heeft geschapen) zich neerbuigen
voor stokken en stenen (die Hij ook heeft geschapen en die daarom zelf geen enkele macht hebben). Dit is
vooral waar omdat God herhaaldelijk en geduldig Zijn zorg, liefde en bescherming heeft getoond voor elke
generatie van dit volk, dat Hij heeft uitgekozen als het bijzondere volk om Zichzelf aan te openbaren.
Voor God is het volk van Israël als een echtgenote in een verbondsrelatie met Hem. Toch is Israëls
onophoudelijke afgoderij een constant bewijs van ontrouw aan dat verbond. Elke generatie is overspelig
geweest door boosaardigheid en afgoderij, en nu nadert het tijdstip waarop God Israël als een overspelige
echtgenote aan de kant zal schuiven.
In een poging om Israël te ontrukken aan haar geestelijke minnaars en haar de gevaren van haar ontrouw te
tonen, roept God de profeet Hosea op om Zijn boodschap en waarschuwingen over te brengen – door middel
van strenge prediking en profetie, maar ook op een andere (en hoogst ongebruikelijke) manier.
God roept Hosea op om met een vrouw te trouwen waarvan Hij weet dat zij Hosea ontrouw zal zijn en uit haar
ontrouw kinderen zal voortbrengen. Zelfs de namen van de kinderen verkondigen Gods profetie. De naam van
Jizreël, de eerstgeborene, voorspelt dat het volk van Israël “door God verspreid” zal worden, een duidelijke
verwijzing naar de uiteindelijke verovering van Israël door buitenlandse bezetters, die hen uit het land Kanaän
zullen wegvoeren. De naam van het tweede kind, Lo-Ruchama, is een waarschuwing dat God in deze tijd
“geen medelijden meer” zal hebben. En alsof dat nog niet genoeg is, betekent de naam van het derde kind Lo-
Ammi “niet mijn volk”; een uitdrukking van Gods volledige afwijzing van Israël.
Wanneer Hosea's vrouw Gomer met andere minnaars verkeert, is zij niets meer dan een metafoor van Israëls
ontrouw wanneer zij flirt met andere goden. En toch spreekt God via Hosea, zoals altijd, een boodschap van
hoop. Net zoals Hosea Gomer vrijkoopt uit een letterlijke slavernij, zo is ook God bereid om Zijn volk uit de
zonde vrij te kopen. Maar dit keer zal Israël een reëel lijden en een echte tuchtiging ervaren, voordat zij terug
zal keren naar Gods liefde en gunst.
De profeet Hosea begint zijn bediening tijdens de heerschappij van Jerobeam en zal zijn werk gedurende de
volgende 60 tot 65 jaar voortzetten. Zijn bediening zal niet alleen plaatsvinden tijdens de heerschappij van
Jerobeam, maar ook tijdens de heerschappij van de volgende twee of drie koningen van Israël. Het is niet
precies bekend wanneer Hosea zijn verschillende berispingen, aanmaningen en waarschuwingen brengt, maar
zij worden allemaal op dit moment weergegeven om de centrale kracht van de boodschap te tonen.
Hosea's profetieën tegen Israël, dat soms Efraïm wordt genoemd, beginnen met een verwijzing naar zijn eigen
desastreuze huwelijk en de woede en kwelling die hij zelf voelt. Geen enkele boodschap heeft een grotere
invloed dan een boodschap die voortkomt uit de persoonlijke ervaring van de boodschapper. Wellicht is dit de
reden voor de kracht van Hosea's profetieën.
Hosea 1:1
VOORWOORD. Hosea, de zoon van Beëri, ontving verscheidene boodschappen van de HERE.
Dat was in de tijd van de koningen Uzzia, Jotham, Achaz en Jehiskia (vier koningen van Juda) en
van één van de koningen van Israël: Jerobeam, de zoon van Joas.
Hosea 1:2-9
HOSEA'S EIGEN GEZIN. Dit is de eerste boodschap van de HERE. De HERE zei tegen Hosea:
"Trouw met een vrouw die prostituée is en kinderen heeft, die door andere mannen verwekt zijn.
Dit zal een voorbeeld zijn van de manier waarop mijn volk Mij ontrouw is geweest. Want het heeft
openlijk overspel gepleegd door afgoden te vereren." Toen trouwde Hosea met Gomer, de
dochter van Diblaïm. Zij raakte in verwachting en schonk het leven aan een zoon.
De HERE zei: "Noem het kind Jizreël, want het duurt niet lang meer of Ik zal in het dal van Jizreël
wraaknemen op Jehu's koningshuis voor de moorden die Jehu heeft begaan. Ja, Ik zal zelfs een
einde maken aan de positie van Israël als onafhankelijk koninkrijk. In het dal van Jizreël zal Israël
een verpletterende nederlaag lijden."
Gomer raakte opnieuw in verwachting en deze keer was het een dochter. God zei tegen Hosea:
"Noem haar Lo-Ruchama (Geen medelijden meer), want Ik zal geen medelijden meer hebben
met Israël of haar weer vergeven. Maar Ik zal Mij wél het lot aantrekken van de stam Juda. Ik,
Die haar God ben, zal haar verlossen van haar vijanden, zonder hulp van haar troepen of
wapens."
Toen Gomer Lo-Ruchama niet meer zelf voedde, werd zij voor de derde keer zwanger en bracht
een zoon ter wereld. God zei: "Geef hem de naam Lo-Ammi (Niet mijn volk), want Israël is niet
van Mij en Ik ben niet haar God.
Hosea 1:10-2:1
HOOP VOOR DE TOEKOMST. Toch zal eens de tijd komen waarin Israël zal uitgroeien tot een
groot volk. Er zullen meer mensen zijn dan iemand ooit kan tellen, zoveel als het zand aan het
strand! In plaats van tegen hen te zeggen: 'U bent niet mijn volk', zal Ik dan zeggen: 'U bent mijn
kinderen, kinderen van de levende God.' Dan zullen het volk van Juda en dat van Israël zich
verenigen en één leider over zich aanstellen. Samen zullen zij terugkeren uit ballingschap. Wat
zal dat een grandioze dag zijn, als God Zijn volk weer zal uitzaaien op de vruchtbare grond van
hun eigen land!" O Jizreël, geef uw broers en zusters een nieuwe naam. Noem uw broers nu
Ammi (Mijn volk) en uw zusters Ruchama (Medelijden). "Klaag uw moeder aan, want zij is de
vrouw van een ander geworden. Ik ben niet langer haar man. Laat haar ophouden zichzelf aan
anderen te geven. Smeek haar te stoppen met haar overspel.
Hosea 2:2-12
BOOSHEID OP VROUW.
Doet ze dat niet, dan zal Ik haar ontkleden,
zodat zij net zo naakt zal zijn als op haar geboortedag.
Ik zal haar laten wegkwijnen en sterven van dorst,
zoals een land sterft dat getroffen is door hongersnood en droogte.
Ik zal Mij niets aantrekken van het lot van haar kinderen, want zij zijn niet van Mij.
Het zijn kinderen van een onbekende vader.
Want hun moeder heeft overspel gepleegd.
Zij, die hen onder haar hart gedragen heeft, heeft zich schandelijk misdragen.
Want zij zei: 'Ik wil andere mannen achternalopen
en mijzelf verkopen voor voedsel, drank en kleren.''
Daarom maak Ik haar weg onbegaanbaar.
Ik ga haar opsluiten achter een muur.
Dan zal het voor haar onmogelijk zijn een pad te vinden
dat naar haar minnaars leidt.
Als zij hen toch achterna loopt, zal zij hen niet kunnen bereiken.
Zij zal zoeken, maar niet in staat zijn hen te vinden.
Dan zal zij bij zichzelf denken:
'Ik kan beter teruggaan naar mijn eerste man,
want toen had ik het beter dan nu'.
Zij beseft echter niet dat al wat zij bezit, van Mij kwam.
Ik was het die haar koren, jonge wijn en olijfolie gaf.
Van Mij kreeg zij al het zilver en goud dat zij nota bene gebruikte
voor de verering van haar afgod Baäl!
Daarom zal Ik het rijpe koren en de jonge wijn weer wegnemen
bij het aanbreken van de oogsttijd.
Ik zal haar haar kleren afnemen die Ik had gegeven
om haar naakte lichaam mee te bedekken.
Ik zal haar openlijk bloot tentoonstellen,
zodat al haar minnaars het zullen zien.
Niemand zal in staat zijn haar uit mijn hand te redden.
Ik zal een einde maken aan haar plezier,
haar partijtjes en godsdienstige feestdagen.
Haar wijnstokken en vijgebomen zal ik vernielen.
Dat waren de geschenken die zij, volgens haar zeggen,
van haar minnaars had gekregen.
Zij zullen volkomen verwilderen
en de wilde dieren zullen de vruchten ervan eten.
Zo zal Ik haar straffen voor alle keren
dat zij wierook brandde voor Baäl-beelden
en getooid met oorringen en juwelen op zoek ging naar haar minnaars.
Zij dacht geen moment meer aan Mij",
zegt de HERE.
Hosea 2:13-22
VERGEVING EN ACCEPTATIE.
"Maar Ik zal haar opnieuw het hof maken
en haar de woestijn in leiden
en tot haar hart spreken.
Dan zal Ik haar de wijngaarden teruggeven
en het dal Achor veranderen in een poort van hoop.
Daar zal zij op mijn toenaderingen ingaan en zingen van vreugde,
net als vroeger toen zij jong was en Ik haar verloste van de slavernij in Egypte."
"Die dag",
zegt de HERE,
"zal zij Mij 'mijn man' noemen
in plaats van 'mijn meester'.
Ik zal ervoor zorgen dat zij haar afgoden vergeet
en hun namen niet meer in de mond neemt.
In die tijd zal Ik een verbond sluiten tussen Israël
en de wilde dieren, de vogels en de kruipende dieren.
Zij zullen niet langer bang zijn voor elkaar.
Ik zal alle wapens vernietigen
en een einde maken aan de oorlogen,
zodat iedereen in veiligheid kan leven.
Israël, Ik zal u voorgoed aan Mij verbinden
door banden van gerechtigheid en recht,
van onwankelbare liefde en zorg.
Ik zal Mij met u verloven door trouw.
Dan zult u Mij, de HERE, wérkelijk kennen."
"In die tijd",
  zegt de HERE,
"zal Ik het gebed van de hemel om wolken verhoren
en regen laten stromen op de aarde
als antwoord op haar roep om water.
Dan kan de aarde voldoen aan de waterbehoefte
van het koren, de druiven en de olijfbomen.
En zij zullen in koor zingen: "God zaait!"
In die tijd zal Ik een oogst Israëlieten zaaien en opkweken voor Mijzelf.
Ik zal medelijden hebben met hen die 'geen medelijden meer' hebben.
Ik zal tegen hen die 'niet mijn volk' zijn zeggen: 'U bent nu mijn volk.'
En zij zullen antwoorden met: 'En U bent onze God!"
Hosea 3:1-3
HOSEA NEEMT GOMER TERUG. De HERE zei tegen mij: "Ga uw vrouw weer halen, breng haar bij
u terug en heb haar lief, ook al pleegt zij graag overspel met andere mannen. Want Ik, de HERE,
heb Israël nog steeds lief, ook al heeft zij zich gewend tot afgoden en hun mooie geschenken
geofferd."
Toen kocht ik haar vrij uit de slavernij voor vijftien zilverstukken en 330 liter gerst. Ik zei tegen
haar: "Je moet een hele tijd alleen blijven, niet met andere mannen uitgaan of prostitutie
bedrijven. Ook ik zal je niet aanraken."
Hosea 3:4,5
ISRAELS EIGEN VRIJKOPING. Dit laat zien hoe de Israëlieten lange tijd geen koning zullen
hebben en geen altaar, tempels, priesters of zelfs afgoden! Daarna zullen zij terugkeren naar de
HERE, hun God, en naar de Messias, hun koning. Bevend van angst en ontzag zullen zij
naderen tot de HERE en Zijn zegeningen ervaren. Dit alles zal plaatshebben in de eindtijd.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- juni
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen