Thuis >> 27 februari
27 februari
II. Regeringswetten.
Normaal gesproken zijn de belangrijkste wetten van een land de wetten die de basis leggen voor de regering.
Alle andere wetten zijn vervolgens afhankelijk van deze wetten. Maar in een theocratie bestaat er slechts een
minimaal aantal wetten die betrekking hebben op de regering en de wetgeving. God is de bestuurder; Hij stelt
de wetten van het land vast en Hij bepaalt de koers van het volk – politiek, militair en economisch.
Meer dan vier decennia lang was Mozes de leider van Israël. Onder leiding van God Zelf heeft Mozes als
profeet onderwezen, als priester bemiddeld en als wetgever wetten uitgevaardigd. De hogepriesters Aäron en
Eleazar hebben de verantwoordelijkheden voor de religieuze activiteiten met Mozes gedeeld. Deze religieuze
activiteiten vormen een cruciaal onderdeel van het dagelijkse leven van de Israëlieten. Bovendien is een raad
van zeventig oudsten aangesteld om te helpen bij het beheren van de nationale aangelegenheden. En het
voortdurende patriarchale leiderschap, dat binnen elke stam door de stamhoofden en leiders vervuld wordt,
mag natuurlijk niet vergeten worden.
In het licht van een dergelijke organisatie is het interessant dat God vooruitloopt op het toekomstige verlangen
van het volk om een koning te hebben en er nu al richtlijnen voor geeft.
A. Wat betreft een koning.
Deut. 17:14,15
SELECTIE VAN KONING. "Wanneer u aankomt in het land dat de HERE, uw God, u zal geven en u
het hebt veroverd en u bent van mening dat u een koning zou moeten hebben, net als de volken
rondom u, zorg er dan voor dat u diegene tot koning uitroept, die de HERE, uw God, zal
uitkiezen. Hij moet een Israëliet zijn, geen buitenlander."
Deut. 17:16,17
BEPERKINGEN VOOR KONING. "Let erop dat hij geen omvangrijke paardenstallen bouwt noch zijn
dienaren naar Egypte stuurt om daar paarden te halen, want de HERE heeft tegen u gezegd: 'Ga
nooit meer terug naar Egypte.' Ook mag hij niet teveel vrouwen hebben, anders zou zijn hart zich
van de HERE kunnen afkeren. Hij mag ook niet buitensporig rijk zijn."
Deut. 17:18-20
KONING MOET ONDER WET DIENEN. "Als hij gekroond is en als koning op de troon zit, moet hij uit
het boek dat de Levieten bewaren, een kopie maken van al deze wetten. Hij moet die kopie altijd
bij zich hebben en er elke dag in lezen, zijn leven lang. Dan zal hij leren de HERE, zijn God, te
respecteren door al Zijn geboden te gehoorzamen en alle daarin gegeven voorschriften uit te
voeren. Het regelmatig lezen in Gods wetten zal ervoor zorgen dat hij zich niet boven zijn
onderdanen gaat verheffen. Ook zal dat hem ervan weerhouden af te dwalen van Gods wetten,
zodat hij en zijn zonen een lange en goede regeringsperiode zullen hebben."
B. Respect voor Heersers.
Of het nu om een toekomstige koning gaat of om een tegenwoordige leider op een lager niveau, het volk moet
een gepast respect tonen voor Gods gekozen vertegenwoordigers.
Ex. 22:28b
HOUDING TEGENOVER HEERSERS. "[U mag] ...de leiders van het volk niet verwensen."
C. Het rechtssysteem.
Een land dat wetten heeft, moet ook rechtbanken, rechters en vastgestelde rechtsprocedures hebben. Mozes
had in zijn eentje als rechter gediend tot de last te zwaar was geworden voor een enkel mens. Op advies van
zijn schoonvader (Jethro) wees Mozes rechters aan. Dit waren mensen die voordien heersers over hun
stammen en families waren geweest. Mozes zelf hield alleen de verantwoordelijkheid voor moeilijke
rechtszaken. Nu de natie zich naar een stabielere regeringsvorm begeeft, geeft God hun een formelere
gerechtelijke organisatie.
1. Het instellen van rechtbanken
Deut. 16:18
AANSTELLING VAN RECHTERS. "Stel rechters en ambtenaren aan voor alle steden die de HERE,
uw God, u geeft. Zij zullen in alle delen van het land voor de rechtspraak zorgen."
Deut. 17:8,9
BEROEPSZAKEN. "Als u een zaak wordt voorgelegd, die te moeilijk voor u is (bijvoorbeeld als
iemand schuldig is aan moord wanneer niet genoeg bewijs tegen hem bestaat of als inbreuk is
gepleegd op iemands rechten) dan moet u met die zaak naar het heiligdom van de HERE, uw
God, gaan, naar de priesters en Levieten. De dienstdoende rechter zal over die zaak een
uitspraak doen."
Deut. 17:10-13
VERACHTING VAN HET HOF. "U moet handelen volgens de rechtspraak die vanuit het heiligdom
wordt beoefend. Het vonnis moet nauwkeurig worden uitgevoerd. En de straf die op deze wijze is
bepaald, moet volledig worden uitgevoerd. Als de beklaagde de beslissing van de priester of
rechter, die door God in dit ambt is aangesteld, niet wil aanvaarden, krijgt hij de doodstraf. Zulke
zondaars moeten uit Israël worden verbannen. Als iedereen hoort wat gebeurde met de man die
Gods uitspraak durfde tegen te spreken, zal men er wel voor oppassen nog eens een
gerechtelijke uitspraak te betwisten."
Deut. 1:9-18
(LEIDERS ALS RECHTERS)
2. Eerlijkheid en rechtvaardigheid
Ex. 23:8
SMEERGELD. "Neem nooit geschenken aan, want geschenken staan een eerlijk oordeel in de
weg en kunnen een onschuldige benadelen."
Ex. 23:3,6, Lev. 19:15
PARTIJDIGHEID. "Rechters moeten bij hun uitspraken altijd rechtvaardig blijven en zich niet laten
leiden door het feit of iemand rijk of arm is; zij moeten altijd strikt rechtvaardig zijn."
Deut. 24:17,18
RECHTVAARDIGHEID VOOR BENADEELDEN. "U moet rechtvaardig zijn tegenover vreemdelingen
en wezen. U mag nooit de mantel van een weduwe accepteren als onderpand voor haar schuld.
Onthoud altijd dat u slaven was in Egypte en dat de HERE, uw God, u redde; daarom heb ik u dit
gebod gegeven."
Deut. 16:19,20
BELANG VAN RECHTVAARDIGHEID. "Verdraai het recht nooit in het voordeel van een rijke en
neem geen geschenken aan. Want geschenken verblinden de ogen van de meest wijze mannen
en beïnvloeden hun beslissingen. U moet zich helemaal inzetten voor de rechtvaardigheid. Dat is
de enige manier waarop u in het land dat de HERE, uw God, u geeft, kunt blijven leven."
3. Getuigen
Het waarheidsgehalte van getuigenissen tegen anderen is zó'n centraal aspect van eerlijkheid en
rechtvaardigheid dat deze verwoord wordt in één van de tien voornaamste geboden.
Deut. 5:20
MEINEED VERBODEN. "U mag niet liegen."
Ex. 23:1-2
EERLIJKE GETUIGENIS. "U mag geen valse geruchten verspreiden. Help een schuldige niet door
als getuige iets te verklaren, waarvan u weet dat het niet waar is.
Als alle mensen op een verkeerde weg gaan, moet u zich niet bij hen voegen. Doe dat ook niet
als u in een rechtszaak moet getuigen, want dan doet u het recht geweld aan."
Ex. 23:7
VALSE BESCHULDIGINGEN. "Werk nooit mee aan een valse beschuldiging van iemand; laat nooit
een onschuldige ter dood veroordelen, want Ik weet precies wie wel en wie niet schuldig is."
Deut. 19:16-21
STRAF VOOR VALSE BESCHULDIGINGEN. "Als iemand een vals getuigenis aflegt en zegt dat hij
iemand anders iets strafbaars zag doen terwijl dat niet waar is, moeten beide mannen voor de
priesters en rechters worden gebracht, die op dat moment dienst doen voor de HERE. Zij moeten
zorgvuldig worden ondervraagd en als blijkt dat de getuige liegt, zal zijn straf dezelfde zijn als die
hij de andere man toewenste. Op die manier zult u het kwaad uit uw midden verwijderen.
Degenen die ervan horen, zullen er dan wel voor waken leugens te vertellen als zij moeten
getuigen. U mag geen medelijden hebben met een valse getuige. Hierbij geldt: Leven om leven,
oog om oog, tand om tand, hand om hand, voet om voet."
Deut. 19:15
AANTAL GETUIGEN. "Veroordeel niemand op grond van de uitspraak van slechts één getuige. Er
moeten minstens twee of drie getuigen zijn."
4. Bestraffing
Deut. 24:16
PERSOONLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID. "Vaders mogen niet ter dood worden gebracht voor
de zonden van hun zonen en zonen niet voor de zonden van hun vaders; iedere schuldige zal
voor zijn eigen zonde ter dood worden gebracht."
Deut. 25:1-3
MAXIMUM AANTAL SLAGEN. "Als twee mensen het oneens worden over iets en zij leggen hun
zaak aan de rechter voor en vragen hem om een uitspraak, moet de rechter eerlijk vaststellen
wie schuldig is en wie niet. Als een man schuldig is aan een misdaad en de straf is geseling, dan
zal de rechter hem bevelen te gaan liggen en in het bijzijn van de rechter zal hij maximaal veertig
slagen krijgen, afhankelijk van de ernst van zijn misdaad. Maar er mogen niet meer dan veertig
slagen worden gegeven, anders zou de straf onnodig wreed zijn en zou uw broeder voor uw
ogen worden vernederd."
Deut. 21:22,23
BEGRAVEN VAN OPGEHANGEN CRIMINEEL. "Als een man een misdaad heeft gepleegd, waarop
de doodstraf staat, ter dood is gebracht en opgehangen, mag zijn lichaam daar niet de hele
nacht blijven hangen. U moet hem nog diezelfde dag begraven, want iemand die aan een boom
is opgehangen, is door God vervloekt. U mag het land dat de HERE, uw God, u als erfdeel heeft
gegeven, niet verontreinigen."
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- februari
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen