22 maart
Het verhaal van Ruth
Te midden van alle oorlogen, geweld en bloedvergieten van deze tijd, gaat het leven voor vele Israëlieten
gewoon zijn gangetje. Net als alle andere mensen houden de Israëlieten zich vooral bezig met familierelaties
en het voorzien in de primaire levensbehoeften. In schril contrast met de Israëlitische nationale breuk in het
geloof in God staat het nu volgende verslag over persoonlijke trouw van een zekere vrouw aan haar
schoonmoeder, een weduwe. Het is bijzonder interessant dat de vrouw geen Joodse is – sterker nog: zij is een
van de gehate Moabieten. Na het overlijden van haar eigen echtgenoot kiest Ruth ervoor om bij haar
schoonmoeder Naomi te blijven, én bij de Israëlieten en hun God. Haar keuze brengt haar de zegen van zowel
een nieuwe echtgenoot als een zoon. Via die zoon wordt Ruth de overgrootmoeder van David, die de koning
over heel Israël zal zijn.
Dit prachtige verhaal zet de wet van het leviraatshuwelijk in een veel positiever licht dan het vergelijkbare
verhaal over Juda en Tamar, dat eeuwen eerder plaatsvond, en is een voorteken van de genade die ooit zal
worden geschonken aan zowel Joden als niet-Joden, via weer aan andere Nakomeling van deze vrome niet-
Joodse vrouw genaamd Ruth.
Ruth 1:1-5 (ca. 1100 v.C.)
NAOMI VERLIEST GEZIN. In de tijd dat Israël door de richters werd geleid, trof een hongersnood
het land. Elimélech, een man uit Bethlehem in Juda, week daarom met zijn vrouw Naomi en hun
twee zonen Machlon en Chiljon uit naar het land Moab.
Na verloop van tijd stierf Elimélech en Naomi bleef alleen achter met haar twee zonen. Deze
beide jongens, Machlon en Chiljon, trouwden met de Moabitische meisjes Orpa en Ruth. Toen zij
ongeveer tien jaar getrouwd waren, stierven beide mannen en bleef Naomi helemaal alleen
achter.
Ruth 1:6-14
VAARWEL TEGEN SCHOONDOCHTERS. Omdat zij in Moab had gehoord dat de HERE Zijn volk
had gezegend met een goede oogst, waardoor er weer voldoende brood was, besloot zij met
haar schoondochters terug te gaan naar Israël. De drie vrouwen verlieten hun woonplaats en
gingen op reis naar Juda. Eenmaal op weg veranderde Naomi echter van gedachten.
"Kunnen jullie niet beter naar je eigen moeder teruggaan?" vroeg zij haar schoondochters. "De
HERE zal jullie belonen voor de liefde die jullie mijn zonen en mij hebben gegeven. De HERE zal
jullie zegenen met een nieuw huwelijk, zodat jullie weer veilig en beschermd zijn."
Toen kuste zij hen en de twee meisjes barstten in tranen uit.
"Nee, nee", zeiden Orpa en Ruth, "wij willen met u mee naar uw volk!"
Maar Naomi wierp tegen: "Het is beter dat jullie teruggaan. Ik zal immers geen jongere zonen
meer krijgen met wie jullie kunnen trouwen. Nee, mijn dochters, ga terug naar je ouders. Ik ben
nu te oud om opnieuw te trouwen. En zelfs al werd ik zwanger en bracht zonen ter wereld,
zouden jullie dan wachten met hertrouwen tot die oud genoeg waren? Natuurlijk niet, kinderen.
Jullie hoeven je mijn verdriet niet aan te trekken, door wat de HERE mij tot nu toe heeft
aangedaan."
Opnieuw barstten de vrouwen in tranen uit. Uiteindelijk kuste Orpa haar schoonmoeder vaarwel.
Ruth besloot echter toch met Naomi mee te gaan.
Ruth 1:15-18
RUTH VERWOORDT HAAR BAND MET NAMOI. "Kijk", zei Naomi, "Orpa gaat terug naar haar volk
en haar goden. Ga toch met haar mee!"
Maar Ruth antwoordde: "Vraag mij alstublieft niet u te verlaten. Ik wil altijd bij u blijven. Uw volk
zal mijn volk zijn en uw God mijn God. Ik wil sterven waar u sterft en naast u worden begraven.
God mag mij straffen als ik u verlaat vóór de dood ons scheidt!"
Toen Naomi zag dat Ruth vastbesloten was, drong zij niet langer aan.
Ruth 1:19-22 - Bethlehem
TERUGKEER NAAR BETHLEHEM. Zo kwamen zij samen in Bethlehem, waar de hele stad in rep en
roer raakte. "Is dat werkelijk Naomi?" vroegen de inwoners.
Maar Naomi antwoordde: "Noem mij geen Naomi meer. Noem mij Mara. Want de Almachtige
God heeft mij veel bittere ervaringen laten doorstaan. Rijk ben ik weggegaan, maar de HERE
heeft mij arm laten terugkeren. Waarom zouden jullie mij Naomi noemen als de HERE tegen mij
is geweest en mij zoveel verdriet heeft aangedaan?"
Hun terugkeer uit Moab viel in de tijd dat de gerst werd geoogst.
Ruth 2:1-7
BOAZ ZIET RUTH. In Bethlehem woonde Boaz, een familielid van Naomi's man. Hij was schatrijk.
Op een dag zei Ruth tegen Naomi: "Zal ik naar één van de akkers gaan om aren te verzamelen,
die de maaiers laten vallen?"
"Dat is goed, kind, ga je gang", zei Naomi. De akker waar zij naar toe ging, bleek van Boaz te
zijn.
Diezelfde dag ging Boaz kijken bij het werk op zijn akker. Na de maaiers te hebben begroet,
vroeg hij de opzichter: "Wie is die jonge vrouw daar?"
"Dat is de vrouw die met Naomi is meegekomen uit Moab", antwoordde de opzichter.
"Zij heeft mij vanmorgen gevraagd of zij aren mocht rapen, die de maaiers laten vallen.
Sindsdien is zij voortdurend bezig geweest, afgezien van een korte pauze."
Ruth 2:8-16
BOAZ BARMHARTIG VOOR RUTH. Boaz liep naar haar toe en zei: "Luister eens, meisje, blijf maar
hier om aren te verzamelen. Je hoeft niet naar een andere akker te gaan. Loop maar vlak achter
mijn arbeidsters aan. Ik heb mijn knechten gewaarschuwd dat ze je niet mogen lastigvallen. En
als je dorst hebt, neem dan gerust wat water."
Daarop boog zij diep voor hem. "Waaraan heb ik deze vriendelijkheid te danken?" vroeg zij. "Ik
ben immers maar een vreemdelinge?"
"Ja, dat weet ik", antwoordde Boaz. "Ik heb gehoord wat je allemaal voor je schoonmoeder hebt
gedaan na de dood van je man. En ook dat je je ouders en je vaderland hebt verlaten om hier bij
een vreemd volk te komen wonen. Moge de HERE, de God van Israël, onder Wiens vleugels je
je toevlucht hebt gezocht, je hiervoor belonen."
"Dank u wel, meneer", antwoordde Ruth. "U bent zo vriendelijk voor mij, terwijl ik niet eens een
arbeidster van u ben!"
Tegen etenstijd riep Boaz haar: "Kom, eet met ons mee; er is brood genoeg."
Zij ging bij de maaiers zitten en at het geroosterde koren dat hij haar gaf. Zij kreeg meer dan ze
opkon! Toen Ruth weer aan het werk ging, zei Boaz tegen zijn knechten: "Zij mag ook tussen de
korenschoven aren verzamelen en denk eraan dat jullie haar niet lastigvallen. Trek ook zo nu en
dan wat aren uit de schoven en laat die vallen, zodat zij die kan oprapen. Laat haar ongestoord
haar gang gaan."
Ruth 2:17-23
RUTH VERTELT NAOMI OVER BOAZ. Zo werkte zij daar de hele dag. Toen zij 's avonds de aren
uitklopte, bleek zij 22 liter gerst te hebben! Zij nam het mee naar de stad en gaf het aan haar
schoonmoeder, samen met wat zij had overgehouden van het middageten.
"Wat heb je veel!" riep Naomi uit. "Waar heb je dat vandaan? Wie is zo goed voor jou geweest?"
Ruth vertelde wat die dag was gebeurd en dat de eigenaar van de akker Boaz heette.
"Prijs de HERE voor zo'n man", riep Naomi. "God is toch nog goed voor ons en voor jouw
overleden man. Deze Boaz is één van onze naaste familieleden!"
"Hij heeft ook gezegd dat ik mocht terugkomen. Ik moet vlak achter zijn maaiers blijven tot de
oogst voorbij is", vulde Ruth aan.
"Maar dat is prachtig", zei Naomi. "Je kunt beter bij hem werken dan bij een ander. Daar zouden
ze je misschien lastigvallen."
Daarom bleef Ruth bij Boaz werken tot de gerst en de tarwe waren geoogst.
Ruth 3:1-5
NAOMI STELT ONTMOETING VOOR. Enige tijd later zei Naomi tegen Ruth: "Kind, wordt het niet
eens tijd dat ik iemand zoek met wie je kunt hertrouwen? Wat vind je van Boaz? Hij is zo
vriendelijk geweest jou bij hem te laten werken en bovendien is hij naaste familie van ons.
Luister, ik weet dat hij vanavond gerst gaat wannen op de dorsvloer. Doe nu wat ik je zeg: neem
een bad, doe wat parfum op, trek je mooiste kleren aan en ga naar de dorsvloer. Maar laat je niet
zien voordat hij klaar is met eten. Let goed op waar hij gaat slapen. Ga er dan zachtjes naar toe,
sla de deken aan het voeteneinde op en ga daar liggen. Hij zal je dan zeggen hoe hij over een
huwelijk met jou denkt."
"Goed, ik zal doen wat u hebt gezegd", antwoordde Ruth.
Ruth 3:6-13
BOAZ STEMT IN. Die avond ging zij naar de dorsvloer en deed precies wat haar schoonmoeder
had gezegd.
Toen Boaz klaar was met eten, ging hij tevreden liggen slapen naast een korenhoop. Zachtjes
sloop Ruth naar hem toe, lichtte de deken van zijn voeten op en ging daar liggen. Rond
middernacht schrok Boaz plotseling wakker en tastte in het donker om zich heen. Er lag een
vrouw aan zijn voeten!
"Wie ben je?" vroeg hij.
"Ik ben het, meneer", antwoordde Ruth. "Wilt u met mij trouwen? U bent immers mijn naaste
bloedverwant."
"Prijs de HERE voor een vrouw als jij", riep hij uit. "Hiermee toon je nog meer liefde dan eerst.
Natuurlijk had je liever een jonge man gehad, ook al was die misschien armer geweest. Maar je
hebt je eigen verlangens opzij gezet, zodat je overleden man een erfgenaam zal hebben als je
met mij trouwt. Welnu Ruth, maak je geen zorgen. Ik zal doen wat je vraagt, want iedereen in de
stad weet wat een fijne vrouw jij bent. Er is echter één probleem. Het klopt dat ik een naaste
bloedverwant van je ben, maar er is iemand anders die nog nauwer aan je verwant is dan ik. Blijf
vannacht hier, dan ga ik morgenochtend met hem praten. Als h!j met je wil trouwen, moet je dat
doen. Wil hij dat niet, dan word je mijn vrouw. Dat zweer ik bij de naam van de HERE. Blijf hier
maar liggen tot de ochtend."
Ruth 3:14-18
NAOMI EN RUTH WACHTEN AF. Zo bleef zij tot het aanbreken van de morgen aan zijn voeteneinde
liggen en stond toen op, want hij had haar gezegd: "Niemand mag weten dat een vrouw op de
dorsvloer is geweest."
"Houd je omslagdoek eens op", zei hij. Toen zij dat deed, goot hij er zes maten gerst in die hij
haar meegaf. Daarna ging hij naar de stad.
"Hoe is het gegaan?" vroeg Naomi toen zij thuis kwam.
Ruth gaf haar de gerst die zij had meegekregen en vertelde: "Boaz zei dat ik niet met lege
handen thuis mocht komen."
Toen zei Naomi tegen haar: "Wacht nu maar rustig af tot we horen wat er gebeurt, want Boaz zal
niet rusten voordat dit is geregeld. Hij maakt het vandaag nog in orde."
Ruth 4:1-6
VERWANTE LAAT RECHT VAREN. Boaz ging bij de stadspoort zitten wachten op het andere
familielid. Toen hij hem voorbij zag gaan, riep hij: "Zeg, hebt u even tijd voor mij? Ik wil iets met u
bespreken!" De man kwam naar hem toe en ging naast hem zitten.
Daarna riep Boaz tien leiders van de stad en vroeg hun erbij te komen zitten als getuigen. Boaz
zei tegen zijn familielid: "U kent Naomi, die uit Moab is teruggekeerd, nietwaar? Zij wil het stuk
land van Elimélech verkopen. Ik meende dat het goed was er eerst met u over te spreken, zodat
u het kunt kopen als u wilt, in het bijzijn van deze respectabele getuigen. Als u het wilt kopen, zeg
het mij dan, want als u het niet neemt, doe ik het. U hebt het eerste recht van koop, daarna ik."
De man antwoordde: "Goed, ik zal het kopen."
Maar Boaz voegde eraan toe: "Als u het land van Naomi koopt, moet u wel ook met haar
Moabitische schoondochter Ruth trouwen. Dan kan zij kinderen krijgen, die Machlons naam
zullen dragen en zijn land zullen erven."
"In dat geval kan ik het niet doen", antwoordde de man. "Daardoor zou mijn eigen bezit minder
waard worden. Koopt u het maar."
Ruth 4:7-12
OVEREENKOMST WETTELIJK GEMAAKT. In die tijd was het in Israël gewoonte dat als iemand het
recht van koop aan een ander gaf, hij zijn sandaal uittrok en die aan de ander overhandigde.
Deze handeling gaf openbare geldigheid aan de transaktie.
Toen de man tegen Boaz zei: "Koopt u het zelf maar", trok hij dus zijn sandaal uit.
Boaz keerde zich naar de getuigen en de mensen die er omheen stonden en zei: "U bent er
allemaal getuige van dat ik nu alle vroegere bezittingen van Elimélech en zijn zonen Machlon en
Chiljon heb gekocht van Naomi. Ik zal ook trouwen met Ruth, de Moabitische weduwe van
Machlon. Haar kinderen zullen Elimélechs naam dragen en zijn land erven."
Alle toehoorders en de getuigen stemden ermee in en zeiden: "Ja, wij zijn er getuige van. Moge
de HERE deze vrouw die bij u komt wonen, veel kinderen geven. Net zoveel kinderen als Rachel
en Lea, van wie het hele volk Israël afstamt! En wat uzelf betreft, neem een eervolle plaats in
onder de mannen van Bethlehem. Mogen de kinderen die de HERE u zal geven door deze jonge
vrouw, even talrijk zijn als die van Perez, de zoon van Tamar en Juda."
Ruth 4:13
BOAZ TROUWT MET RUTH. Zo trouwde Boaz met Ruth. Nadat zij gemeenschap hadden gehad,
raakte zij in verwachting en de HERE schonk hun een zoon.
Ruth 4:14-17
ZOON OBED GENOEMD. De vrouwen van de stad zeiden tegen Naomi: "Prijs de HERE, want Hij
heeft u een kleinzoon gegeven. Wij hopen dat zijn naam beroemd wordt in Israël. Hij zal ervoor
zorgen dat u zich weer jong voelt en u verzorgen als u dat zelf niet meer kunt. Dit jongetje is
immers de zoon van uw schoondochter, de vrouw die zoveel van u houdt en u meer waard is dan
zeven zonen!"
En Naomi nam het kind op schoot en zorgde er goed voor. Haar buurvrouwen zeiden: "Eindelijk
heeft Naomi weer een zoon!" Zij noemden het jongetje Obed. Hij werd de vader van Isaï en de
grootvader van koning David.
Ruth 4:18-22
GENEALOGIE VAN OBED. Dit is de stamboom van David, te beginnen bij zijn voorvader Perez:
Perez was de vader van Hezron,
Hezron was de vader van Ram,
Ram was de vader van Amminadab,
Amminadab was de vader van Nahesson,
Nahesson was de vader van Salmon,
Salmon was de vader van Boaz,
Boaz was de vader van Obed,
Obed was de vader van Isaï
en Isaï was de vader van David.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- maart
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen