23 februari


5. Schuldoffers

Steeds wanneer er een zonde of overtreding begaan wordt, moet een schuldoffer worden gebracht om boete te doen voor de zonde. Wanneer schade in een geldbedrag kan worden uitgedrukt, bestaat er ook het concept van schadeloosstelling, waarbij de teruggegeven waarde groter is dan de schade die oorspronkelijk werd toegebracht. Feitelijk is het een geldoffer (of een offer dat een vergelijkbare monetaire waarde zou hebben).

Lev. 5:14-16
ZONDE VAN NALATIGHEID. De HERE zei verder tegen Mozes: "Als iemand zondigt door onopzettelijk iets te ontheiligen wat de HERE als heilig beschouwt, moet hij een ram zonder gebreken, met een waarde uitgedrukt in zilveren sikkels , aan de HERE als schuldoffer brengen. Het heilige dat hij heeft ontheiligd, moet hij vergoeden en bovendien een vijfde daarvan als boete erbij betalen. Hij moet dit bij de priester brengen en die zal zijn zonde verzoenen met de ram van het schuldoffer. Zo zal zijn zonde hem worden vergeven."

Lev. 5:17-19
ZONDE VAN ONGEHOORZAAMHEID. "Ieder die ongehoorzaam is aan de wet van God zonder het zich bewust te zijn, is toch schuldig en moet een offer brengen, waarvan de waarde is geschat. Dit moet een ram zonder gebreken zijn, dat als een schuldoffer naar de priester moet worden gebracht. Met die ram zal de priester de zonde verzoenen, zodat hem wordt vergeven wat hij, zonder het te beseffen, heeft misdaan. De ram moet worden geofferd als een schuldoffer, want de overtreder is zonder meer schuldig in de ogen van de HERE."

Lev. 6:1-7
FRAUDE OF DIEFSTAL. Vervolgens zei de HERE tegen Mozes: "Als iemand tegen Mij zondigt door te weigeren iets dat hij heeft geleend of gehuurd, terug te geven of door te weigeren iets terug te geven dat hem is toevertrouwd of door roof of door zijn volksgenoot af te persen, of door een verloren voorwerp te vinden en daarover te liegen en te zweren dat hij het niet heeft; dan zal zo iemand op de dag dat hij schuldig is bevonden aan zo'n zonde, moeten vergoeden wat hij zich heeft toegeëigend, met een extra boete van een vijfde deel en het teruggeven aan degene die hij heeft benadeeld. Op diezelfde dag zal hij zijn schuldoffer naar de tabernakel brengen. Zijn schuldoffer moet een ram zonder gebreken zijn; naar een vastgestelde waarde. Hij zal het naar de priester brengen en die zal de zonde waaraan hij schuldig is, verzoenen voor de HERE en het zal hem worden vergeven."

Lev. 7:1-10
AANWIJZINGEN VOOR PRIESTERS. "Dit zijn de voorschriften betreffende het allerheiligste schuldoffer: Het dier dat als schuldoffer wordt gebracht, moet worden geslacht op dezelfde plaats waar de brandoffers worden geslacht en het bloed zal over het altaar worden gesprenkeld. De priester zal al het vet, de staart, het vet dat de ingewanden bedekt, de beide nieren en het vet dat aan de lendenen zit en het aanhangsel van de lever offeren. De priester zal dit alles op het altaar verbranden als een schuldoffer aan de HERE. Alleen de mannelijke priesters mogen ervan eten op een heilige plaats, want het is allerheiligst.
Voor het zondoffer geldt hetzelfde als voor het schuldoffer. Het overblijfsel van het offerdier is voor de priester die daarmee verzoening heeft gedaan. De priester die voor iemand een brandoffer brengt, krijgt de huid van het offerdier. Elk spijsoffer dat in de oven gebakken, op de bakplaat of in de pan wordt klaargemaakt, is voor de priester die de offerande uitvoert. Alle spijsoffers, hetzij aangemaakt met olie, hetzij droog, zijn voor de zonen van Aäron."

Lev. 7:37,38
AFSLUITENDE WOORDEN OVER BELANGRIJKSTE OFFERS. Dit waren de voorschriften betreffende het brandoffer, het spijsoffer, het zondoffer, het schuldoffer, het inwijdingsoffer en het vredeoffer, die de HERE Mozes op de berg Sinaï gaf. Hij moest deze aan de Israëlieten doorgeven, zodat zij wisten hoe zij aan de HERE dienden te offeren in de woestijn Sinaï.

6. Bijzondere offers

Naast de vijf belangrijkste offers, die zojuist zijn beschreven, bestaan nog andere bijzondere offers.

Num. 28:9-10
OFFER OP DE SABBAT. "Op de sabbat moeten (naast de normale offers) twee eenjarige lammeren worden geofferd. Zij moeten vergezeld gaan van een spijsoffer van 4,4 liter fijn meel vermengd met olie en het gewone drankoffer."

Num. 28:11-15
MAANDELIJKS OFFER. "Op de eerste dag van een nieuwe maand zal een extra brandoffer aan de HERE worden gebracht. Dat offer moet bestaan uit twee jonge stieren, een ram en zeven eenjarige lammeren, allemaal zonder gebreken. Bij elke stier moet een spijsoffer worden gebracht van 6,6 liter meelbloem, gemengd met olie. Het spijsoffer voor de ram moet bestaan uit 4,4 liter meelbloem, vermengd met olie. Het spijsoffer voor elk lam zal bestaan uit 2,2 liter meelbloem, gemengd met olie. Dit brandoffer zal met vuur worden geofferd en erg aangenaam zijn voor de HERE. Samen met elk offer zal een drankoffer worden gebracht: 1,8 liter wijn voor elke jonge stier, 1,2 liter voor de ram en 0,9 liter voor elk lam. Dit offer zal elke maand van het jaar worden gebracht. Op de eerste dag van een nieuwe maand zult u ook een bok als zondoffer aan de HERE offeren. Dit offer staat apart van het dagelijkse brandoffer en het begeleidende drankoffer."

Deut. 21:1-9
OFFER VOOR ONBEKENDE MOORD. "Als (eenmaal aangekomen in het beloofde land) ergens in het veld een vermoorde man wordt gevonden en niemand heeft de moordenaar gezien, moeten de leiders en rechters bepalen welke stad het dichtst bij de plek van de misdaad ligt. Daarna zullen de leiders van die stad een jonge koe nemen, die nog nooit een juk heeft gedragen en haar naar een dal brengen waar stromend water is. Een dal dat niet is geploegd of ingezaaid. In dat dal moeten zij de koe de nek breken. Daarna zullen de priesters erbij komen, want de HERE, uw God, heeft hen gekozen om Hem te dienen, Zijn zegeningen uit te spreken en te oordelen over rechtzaken en straffen. De leiders van de stad zullen vervolgens hun handen wassen boven de jonge koe en zeggen: 'Onze handen hebben dit bloed niet vergoten, noch hebben wij met onze ogen de misdaad zien gebeuren. Och HERE, vergeef Uw volk Israël dat U hebt verlost. Beschuldig het niet van de moord op een onschuldige man.' Zo zult u de schuld uit uw midden verwijderen door deze aanwijzingen van de HERE uit te voeren."

7. Regels met betrekking tot offers

Lev. 22:17-25, Deut. 17:1
AANVAARDBARE OFFERS. En de HERE zei tegen Mozes: "Vertel Aäron en zijn zonen en het hele volk Israël dat wanneer een Israëliet of iemand die onder u woont een brandoffer aan de HERE brengt (hetzij als inlossing van een belofte of als vrijwillig offer) het alleen dan aanvaardbaar is voor de HERE als het een mannelijk dier zonder gebreken is; het moet een jonge stier, een ram of een bok zijn. Alles wat een gebrek heeft, mag niet worden geofferd, want het zal niet worden aanvaard. Ieder die een vredeoffer uit zijn kudde aan de HERE brengt, hetzij als inlossing van een belofte, hetzij als een vrijwillig offer, moet een dier zonder gebreken offeren, anders wordt het niet aanvaard. Een dier dat blind, kreupel of gewond is, een buil, uitslag of huidziekte heeft, mag niet aan de HERE worden geofferd; het is niet geschikt als brandoffer op het altaar van de HERE. Als de jonge stier of de ram die de HERE wordt aangeboden, te lange of te korte ledematen heeft, mag het wel als vrijwillig offer worden gebracht, maar niet als de inlossing van een belofte. Een dier dat door kneuzen, stoten, uitrukken of snijden verminkt is, mag in geen geval aan de HERE worden geofferd. Deze voorschriften gelden ook voor offers van buitenlanders, want geen enkel gebrekkig dier is geschikt als offergave."

Lev. 22:26-28
ZORG VOOR DIEREN. De HERE zei tegen Mozes: "Wanneer een rund, een schaap of een geit wordt geboren, moet hij zeven dagen bij zijn moeder blijven, maar vanaf de achtste dag mag hij als brandoffer aan de HERE worden gegeven. Een moederdier en haar jong mag u niet op dezelfde dag slachten of het nu een koe of een ooi is."

Lev. 22:29,30
WANNEER TE ETEN. "Wanneer u de HERE een lofoffer brengt, moet u dat op de juiste manier doen en tevens zo dat het uzelf ook goed doet; het offerdier moet op dezelfde dag waarop het geslacht wordt, worden gegeten. Laat niets overblijven tot de volgende dag. Ik ben de HERE."

Ex. 23:18, 34:25
GEEN GEZUURD BROOD. "Het bloed van een offerdier mag niet samen met iets gezuurds worden geofferd; het vet van mijn feestoffer mag niet blijven liggen tot de volgende morgen."

J. Overige rituelen.

Lev. 24:1-4
ONOPHOUDELIJK OLIE VOOR LAMPEN. Opnieuw gaf de HERE Mozes de opdracht: "Zeg het volk Israël dat het zuivere geperste olijfolie bij u brengt, zodat één lamp van de gouden kandelaar voortdurend kan blijven branden. Elke ochtend en avond zal Aäron de gouden kandelaar, die in de tabernakel staat voor het gordijn van het Heilige der Heiligen, van olie voorzien. Het zal een eeuwige vlam zijn voor de HERE, van generatie op generatie."

Lev. 24:5-9
TOONBRODEN OP SABBAT. "Elke sabbat zal de hogepriester twaalf toonbroden in twee rijen op de gouden tafel leggen, die daar voor de HERE staat. Die broden zullen worden gebakken van fijn meel, 4,4 liter per brood. Op elke rij broden zal pure wierook worden gestrooid. Dit zal een gedenkoffer zijn, gebracht met vuur, als herdenking van het eeuwige verbond met het volk Israël. Het brood zal door Aäron en zijn zonen worden gegeten op een heilige plaats. Want dit zijn brandoffers voor de HERE volgens een eeuwige wet van God; zij zijn allerheiligst."

Num. 6:22-27
INZEGENING DOOR AARON. Toen zei de HERE tegen Mozes: "Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat zij de Israëlieten op de volgende wijze moeten zegenen:

  De HERE geve u Zijn zegen en bescherming;
  de HERE geve u Zijn nabijheid en inzicht;
  de HERE geve u Zijn genade;
  laat de HERE Zijn oog op u gericht houden
  en u vrede geven.

Zo zullen zij mijn naam op de Israëlieten leggen en Ik Zelf zal hen zegenen."

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- februari



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen