Thuis >> 27 januari
27 januari
De reis naar Sinaï
De vreugde over de overwinning en het prijzen van God voor deze bevrijding is nog maar net achter de rug
wanneer angst, twijfel en gemopper de kop opsteken onder de Israëlieten. Nu zij zich zonder water en
voedsel in de woestijn bevinden, vergeten zij al snel de wonderen die hen uit Egypte hebben geleid. Ze
beginnen te klagen, omdat Mozes hen schijnbaar uit Egypte heeft geleid om een wisse dood in de woestijn
te sterven. Maar zij hebben de mogelijkheid over het hoofd gezien dat God in staat is om op
wonderbaarlijke wijze in hun behoeften te voorzien, wat Hij natuurlijk ook doet.
In de volgende drie maanden bewegen de Israëlieten zich vanaf de Rode Zee oostwaarts. In deze
tijdsperiode zullen zij zich verdedigen tegen de Amalekieten, een nomadisch volk in de streek van de Sinaï
en de Negev. Deze Amalekieten staan natuurlijk vijandig tegenover de Israëlitische schending van hun
territorium. Hier zal Mozes herenigd worden met zijn vrouw en kinderen, die eerder naar Mozes'
schoonvader Jethro waren teruggekeerd toen Mozes in zijn worsteling met de Farao verwikkeld was. In de
tijd die zij samen hebben geeft Jethro uitstekend advies aan Mozes, wat leidt tot de instelling van een
systeem van rechters om geschillen tussen de Israëlieten op te lossen.
Het verslag begint met het vertrek van de Israëlieten van de oevers van de Rode Zee, waarin het leger van
de Farao zojuist is verdronken.
Ex. 15:22-25a
BITTER WATER ZOET GEMAAKT. Toen liet Mozes de Israëlieten bij de Schelfzee opbreken en
zij trokken verder naar de woestijn Sur. Drie dagen lang trokken zij door die woestijn zonder
water te vinden. Zij kwamen aan in Mara, maar konden het water daar niet drinken omdat het
bitter was. Daarom noemden zij die plaats ook Mara (d.i. Bitter). Het volk keerde zich als één
man tegen Mozes en zei: "Waar halen wij nu water vandaan?"
Mozes vroeg hulp aan de HERE en de HERE wees hem een stuk hout aan; Mozes wierp het
in het water en het werd zoet.
Ex. 15:25b,26
BESCHERMING TEGEN ZIEKTEN. Daar bij Mara legde de HERE een aantal regels aan het volk
op om te zien hoever hun toewijding ging. Hij zei: "Als u naar de stem van de HERE, uw God,
luistert, Hem gehoorzaamt en doet wat recht is in Zijn ogen, zal Ik u niet laten lijden onder de
straffen die Ik de Egyptenaren heb gegeven. Want Ik, de HERE, ben uw Heelmeester."
Ex. 15:27-16:3
MOPPEREN OVER VOEDSEL. Daarna kwamen zij in Elim, een plaats met twaalf waterbronnen
en 70 palmbomen. Daar sloegen zij hun kamp op bij het water. Na het vertrek uit Elim
kwamen de Israëlieten in de woestijn Zin tussen Elim en de Sinaï. Dat was zes weken na hun
vertrek uit Egypte. In die woestijn beklaagden de Israëlieten zich tegenover Mozes en Aäron
en zeiden: "Waarom heeft de HERE ons niet gewoon in Egypte laten sterven! Daar hadden
we in elk geval genoeg te eten, maar in deze woestijn zullen we allemaal verhongeren."
Ex. 16:4-12
VLEES EN BROOD BELOOFD. Toen zei de HERE tegen Mozes: "Luister, Ik zal voor hen brood
uit de hemel laten regenen. Iedereen mag elke dag net zoveel eten verzamelen als hij die dag
nodig heeft. Ik zal hen daarmee op de proef stellen om te zien of zij mijn opdrachten
uitvoeren. Zeg hun dat zij de zesde dag van de week tweemaal zoveel eten verzamelen als
op de andere dagen."
Mozes en Aäron riepen de Israëlieten bijeen en zeiden: "Vanavond zullen jullie merken dat het
de HERE was, Die ons uit Egypte heeft bevrijd. En morgenochtend zullen jullie nog meer van
Zijn glorie zien. Hij heeft jullie klachten tegen Hem gehoord. Hij weet dat jullie niet tegen ons
klagen, want wie zijn wij tenslotte? De HERE zal jullie 's avonds vlees en 's morgens brood te
eten geven. Kom nu voor de HERE staan en luister naar Zijn antwoord op jullie klachten."
Aäron riep iedereen samen en terwijl hij nog sprak, werd aller blik getrokken naar de woestijn,
want daar verscheen de heerlijkheid van de HERE vanuit de wolk die hen leidde.
Toen sprak de HERE met Mozes en zei: "Ik heb de klachten van de Israëlieten gehoord. Zeg
tegen hen: 's Avonds zult u vlees eten en 's morgens kunt u worden verzadigd met brood.
Dan zult u erkennen dat Ik, de HERE, uw God ben."
Ex. 16:13-21
KWARTELS EN MANNA GEZONDEN. Die avond kwam een grote zwerm kwartels uit de lucht en
bedekte het kamp en 's morgens lag er een laag dauw rond het kamp. Toen de dauw was
opgetrokken, bleef er een dunne, schilferachtige laag op de woestijnbodem achter. De
Israëlieten vroegen zich verwonderd af wat dat kon zijn.
Mozes verklaarde het raadsel: "Dit is het brood dat de HERE u als voedsel geeft. De HERE
heeft gezegd dat iedereen het naar behoefte mag verzamelen; neem voor iedere tentgenoot
2,2 liter mee."
De Israëlieten verlieten het kamp en verzamelden het brood. Toen zij het afmaten, bleek dat
er precies genoeg was voor iedereen! Zij die veel hadden verzameld, hadden niet teveel en
zij die minder hadden verzameld, hadden niet te weinig.
Mozes zei tegen hen: "U mag het niet tot de volgende dag bewaren."
Maar sommigen geloofden hem niet en bewaarden toch een deel tot de volgende dag, maar
toen kropen de wormen eruit en het stonk. Mozes werd boos omdat zij niet hadden geluisterd.
Iedereen verzamelde elke morgen zoveel als hij nodig had. En wanneer de zon meer kracht
kreeg, smolt het weg.
Ex. 16:22-30
SABBATSRUST INGESTELD. Op de zesde dag verzamelden zij tweemaal zoveel brood als
gewoonlijk: 4,4 liter per persoon. De leiders van het volk kwamen Mozes echter vragen
waarom zij tweemaal zoveel moesten verzamelen. Hij legde het hun uit. "Dit heeft de HERE
mij gezegd: 'Morgen is het een rustdag, een heilige sabbat voor de HERE; kook of bak zoveel
als nodig is en bewaar dat voor de volgende dag'."
Zij lieten het eten tot de volgende morgen liggen, zoals Mozes had gezegd; er zaten geen
wormen in en het stonk ook niet. Mozes zei verder: "Dit is uw eten voor vandaag, want het is
de sabbat van de HERE en vandaag zal er geen brood op de grond te vinden zijn. Zes dagen
kunt u het verzamelen, maar op de zevende dag niet, dan is het een rustdag."
Toen enkele mensen op de ochtend van de zevende dag toch gingen zoeken, vonden zij
niets. Daarom zei de HERE tegen Mozes: "Hoelang zullen deze mensen blijven weigeren Mij
te gehoorzamen? De HERE heeft de sabbat ingesteld en daarom geeft Hij op de zesde dag
brood voor twee dagen. Iedereen moet in zijn tent blijven en niet naar brood gaan zoeken."
Toen rustte het volk op de zevende dag.
Ex. 16:31-35
MANNA BEWAARD TER NAGEDACHTENIS. Zij noemden het brood 'manna' (dat betekent: "Wat
is het?"). Het was wit als korianderzaad en smaakte naar honingkoek. Toen gaf Mozes het
volk nog een opdracht van de HERE: zij moesten 2,2 liter van het manna bewaren, zodat
latere generaties het brood konden zien, waarmee de HERE Zijn volk in de woestijn voedde
toen zij uit Egypte waren weggetrokken.
Mozes zei tegen Aäron: "Haal een kruik, doe daar 2,2 liter manna in en bewaar het op een
heilige plaats voor de komende geslachten."
Aäron deed wat de HERE Mozes had opgedragen en bewaarde het manna naast de ark in de
tabernakel. 40 Jaar lang aten de Israëlieten het manna, totdat zij in het land Kanaän
aankwamen.
Ex. 17:1-7
WATER UIT ROTS. Volgens de opdracht van de HERE verliet het volk Israël de woestijn Zin en
trok langs diverse pleisterplaatsen naar Rafidim, waar zij hun kamp opsloegen. Daar was
echter geen water te vinden! Opnieuw mopperde het volk en eiste van Mozes: "Geef ons
water, zodat we kunnen drinken!"
"Waarom moppert u op mij?" vroeg Mozes. "Wilt u soms de HERE op de proef stellen om te
zien hoe lang Hij geduld met u heeft?"
Maar gekweld door de dorst, riepen zij: "Waarom hebt u ons uit Egypte gehaald? Waarom
moeten wij, onze kinderen en ons vee hier sterven?"
Toen bad Mozes tot de HERE en smeekte Hem: "Wat moet ik doen? Nog even en zij
vermoorden mij!"
De HERE antwoordde: "Roep de leiders van Israël bij u en breng het volk naar de berg
Horeb. Daar zal Ik u ontmoeten. Sla daar met uw staf op de rots (dezelfde staf waarmee u op
het water van de Nijl hebt geslagen) en er zal water tevoorschijn komen, zodat zij kunnen
drinken!" Mozes deed wat de HERE had gezegd en het water golfde tevoorschijn! Mozes
noemde die plaats Massa (Verzoeking) en Mériba (Ruzie), omdat de Israëlieten tegen de
HERE waren opgestaan en Hem hadden uitgedaagd met de woorden: "Is de HERE bij ons of
niet?"
Ex. 17:8-13
AMALEKIETEN VERSLAGEN. Toen verschenen de Amalekieten op het toneel en vochten bij
Rafidim tegen de Israëlieten. Mozes zei tegen Jozua: "Roep de mannen te wapen en vecht
tegen het leger van Amalek. Morgen zal ik op de heuveltop staan met de staf van God in mijn
hand!"
Jozua verzamelde zijn mannen en trok ten strijde. Ondertussen beklommen Mozes, Aäron en
Hur de heuvel. Telkens wanneer Mozes zijn hand omhoog deed, had Israël de overhand,
maar wanneer zijn hand niet meer omhoog was, was Amelek de winnende partij. Toen hij last
kreeg van vermoeidheid, rolden zij een steen naar hem toe, waarop hij kon zitten. Aäron en
Hur stonden naast hem en hielden zijn armen omhoog tot zonsondergang. Zo overwon Jozua
de Amalekieten en hij vernietigde hen.
Ex. 17:14-16
AMALEK MOET VERNIETIGD WORDEN. En de HERE beval Mozes: "Leg deze gebeurtenissen
vast zodat ze niet worden vergeten. En prent Jozua in dat Ik de herinnering aan Amalek voor
altijd zal laten verdwijnen."
Toen bouwde Mozes een altaar en noemde het Jehova Nissi (De HERE is mijn banier). Hij
riep uit: "De hand van de HERE beschermt ons vanuit de hemel en Hij voert onze strijd tegen
Amalek van generatie op generatie."
Ex. 18:1-9
HERENIGING VAN MOZES EN JETHRO. Het nieuws over de wonderlijke dingen, die de HERE
voor Zijn volk en voor Mozes deed en hoe Hij het volk uit Egypte had bevrijd, bereikte ook
Jethro, de priester van Midian en schoonvader van Mozes.
Jethro ging op weg met Mozes' vrouw Zippora (Mozes had haar naar huis gestuurd) en
Mozes' twee zonen, Gersom (Vreemdeling, want Mozes zei bij zijn geboorte: "Ik heb
rondgedwaald in een vreemd land") en Eliëzer (God is mijn hulp, want Mozes zei bij zijn
geboorte: "De God van mijn vader heeft mij geholpen en mij van het zwaard van Farao
gered").
Zij ontmoetten Mozes toen hij met het volk bij de berg Sinaï verbleef. "Uw schoonvader Jethro
is hier om u te bezoeken", werd Mozes meegedeeld. "Hij heeft uw vrouw en uw twee zonen
bij zich."
Mozes verliet zijn tent om hen te begroeten en verwelkomde zijn schoonvader uitbundig. Zij
informeerden naar elkaars gezondheid en liepen toen naar Mozes' tent om daar verder te
praten. Mozes vertelde zijn schoonvader alles wat er was gebeurd; wat de HERE met Farao
en de Egyptenaren had gedaan om Israël te bevrijden, hoeveel problemen er onderweg
waren geweest en hoe de HERE Zijn volk uit die moeilijkheden had geholpen.
Jethro was blij over alles wat de HERE voor Israël had gedaan en dat Hij het volk uit Egypte
had bevrijd.
Ex. 18:10-12
JETHRO AANBIDT GOD. "Geprezen zij de HERE", zei Jethro, "want Hij heeft u bevrijd uit de
handen van de Egyptenaren en Farao en Israël in veiligheid gebracht." Nu weet ik zeker dat
de HERE de Allerhoogste is. Hij heeft immers het volk verlost uit de onderdrukking van
Egypte!" Jethro bracht offers aan de HERE en daarna kwamen Aäron en de leiders van Israël
om met Jethro de maaltijd te gebruiken.
Ex. 18:13-23
JETHRO STELT RECHTSSYSTEEM VOOR. De volgende dag hield Mozes net als altijd zitting om
recht te spreken tussen de Israëlieten. Een zitting die van 's morgens tot 's avonds duurde.
Toen Mozes' schoonvader zag hoeveel tijd dit kostte, zei hij: "Waarom doe je dit allemaal
alleen, terwijl al die mensen daar de hele dag op hun beurt moeten wachten?"
"Omdat de mensen bij mij komen met hun meningsverschillen en van mij verwachten dat ik
Gods beslissing daarover geef", legde Mozes uit. "Ik ben hun rechter en beslis wie gelijk en
wie ongelijk heeft. Bovendien onderwijs ik zo Gods wetten aan hen. Ik pas die wetten toe op
hun onderlinge meningsverschillen."
"Maar dat kan toch zo niet!" riep zijn schoonvader. "Op deze wijze raak je overbelast en ook
voor het volk is het zo veel te vermoeiend. Wat moet er van het volk terecht komen als jij het
werk niet meer aankunt? Laat mij je raad geven en God zal je zegenen: Jij moet de
vertegenwoordiger bij God zijn van het volk, die hun problemen aan Hem voorlegt om een
uitspraak te krijgen. Gods beslissingen geef jij aan het volk door. Jij onderwijst hen in Gods
wetten en laat hun de beginselen van een godvrezend leven zien. Zoek onder het volk
capabele, godvrezende en onomkoopbare mannen en benoem hen tot rechter, één rechter
per 1000 mensen. Hij moet tien andere rechters onder zich hebben die ieder de zorg hebben
voor 100 mensen. Onder die rechters vallen weer twee anderen, die ieder verantwoordelijk
zijn voor 50 mensen. Deze laatsten moeten ieder weer vijf mannen onder zich hebben, die
verantwoordelijk zijn voor tien mensen. Geef deze mensen de zorg voor de gerechtigheid
onder het volk en zorg dat zij altijd bereikbaar zijn. Alle zaken die te belangrijk of te moeilijk
zijn, kunnen alsnog voor jou worden gebracht. Maar de kleine zaken kunnen zij zelf
afhandelen. Op die manier wordt jouw last lichter omdat je die met hen kunt delen. Als je deze
raad opvolgt en het is naar de wil van God, zul je niet meer zo zwaar worden belast en zullen
vrede en een goede verstandhouding onder het volk heersen."
Ex. 18:24-27
RECHTERS AANGESTELD. Mozes nam de raad van zijn schoonvader ter harte. Hij koos een
aantal flinke mannen uit en stelde hen aan als rechters over het volk; over 1000, 100, 50 en
10 personen. Zij waren altijd bereikbaar voor het spreken van recht. De moeilijke gevallen
brachten zij voor Mozes, maar de eenvoudige zaken behandelden zij zelf.
Kort daarna liet Mozes zijn schoonvader terugkeren naar zijn eigen land.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- januari
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen