Thuis >> 2 februari
2 februari
Ex. 39:2-7
EFOD GEMAAKT. De efod werd gemaakt van dezelfde stof, geweven met getweernd fijn linnen.
Bezaleël bewerkte het goud tot dunne platen en sneed die daarna tot dunne draden, die werden
verwerkt tussen het blauwpurper, roodpurper, scharlaken en fijn linnen. Toen het klaar was,
hadden zij een prachtige efod, een echt kunstwerk. De efod werd van boven bij elkaar gehouden
door schouderstukken en onderaan vastgemaakt met een riem, die één geheel vormde met de
rest van de efod en uit dezelfde stof was vervaardigd, precies zoals de HERE Mozes had
opgedragen.
De onyxstenen, die op de schouderstukken moesten komen, werden in goud gezet en op de
stenen werden de namen van de stammen van Israël gegraveerd, op dezelfde manier als
initialen op een zegelring worden aangebracht. Deze stenen moesten de HERE voortdurend
herinneren aan het volk Israel. Ook dit werk werd precies zo uitgevoerd als de HERE Mozes had
opgedragen.
Ex. 39:8-21
BORSTSTUK GEMAAKT. Het borststuk was een waar kunstwerk, net als de efod gemaakt van
goud, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen. Deze was 23 cm in het
vierkant en dubbel, zodat een buidel ontstond. Daarin kwamen vier rijen stenen: op de eerste rij
sardis, topaas en smaragd; op de tweede rij haematiet, saffier en diamant; op de derde rij opaal,
agaat en amethist en op de vierde rij chrysoliet, onyx en jaspis. Alle stenen waren in een gouden
zetting gevat. De stenen waren gegraveerd als een zegel, met op elke steen de naam van één
van de twaalf stammen van Israël.
Om het borststuk aan de efod te bevestigen, werd aan elk schouderstuk van de efod een gouden
ring gemaakt. Twee gevlochten gouden kettinkjes liepen van die ringen naar twee ringen aan de
bovenste rand van het borststuk. Twee andere gouden ringen werden vastgemaakt aan de
onderste rand van het borststuk, bij de efod. Laag op de schouderstukken van de efod werden
ook twee gouden ringen bevestigd, vlak boven de geweven riem. De ringen werden verbonden
met behulp van een blauwpurperen koord, zodat het borststuk vastzat op de riem van de efod en
niet kon wegschuiven. Dit ging precies in zijn werk zoals de HERE het Mozes had bevolen.
Ex. 39:22-26
MANTEL GEWEVEN. De mantel die onder de efod werd gedragen, werd geweven van
blauwpurper, met een halsopening in het midden. Rond de halsopening zat een stevige rand,
zodat hij niet kon inscheuren. De zomen van de mantel werden versierd met granaatappelen in
blauwpurper, roodpurper en scharlaken, alles getweernd. Ze maakten gouden belletjes en zetten
die tussen de granaatappelen, om en om, op de zoom van de mantel die Aäron bij zijn dienst
droeg. Precies zoals de HERE Mozes had bevolen.
Ex. 39:27-31
ANDERE KLEDING GEMAAKT. De onderkleden voor Aäron en zijn zonen werden geweven van fijn
linnen. Van hetzelfde fijne linnen werden de tulband, de hoofddoeken en de broeken gemaakt.
De gordel werd geweven van blauwpurper, roodpurper en scharlaken, zoals de HERE Mozes
had opgedragen.
Als laatste maakten zij de gouden plaat die op de voorkant van de tulband moest worden
gedragen en graveerden daarin de woorden: 'De heiligheid van de HERE'. Met een
blauwpurperen koord werd de plaat aan de tulband bevestigd, zoals de HERE Mozes had
opgedragen.
Ex. 39:32-43
MOZES ZEGENT VOLTOOIING. Zo werd dan de bouw van de tabernakel, de tent van ontmoeting,
voltooid, precies volgens de instructies die de HERE Mozes had gegeven. Toen brachten zij de
tabernakel bij Mozes: al het toebehoren, de haken, panelen en dwarsbalken, de pilaren, de
voetstukken, het dekkleed van het dak (een kleed van roodgeverfde ramsvellen en een kleed van
dassevellen), het gordijn dat voor de ark moest komen te hangen, de ark met de Tien Geboden
erin, de draagstokken, het verzoendeksel, de tafel en alle toebehoren, de toonbroden, de gouden
kandelaar met de lampen, toebehoren en olie, het gouden altaar, de zalfolie, het reukwerk, het
gordijn voor de ingang van de tabernakel, het koperen altaar, het koperen rooster, de
draagstokken en het toebehoren, het wasvat en zijn voetstuk, de gordijnen van de voorhof en de
pilaren die hen steunden, de voetstukken en de gordijnen bij de ingang van de voorhof, de
scheerlijnen en grondpennen en al het andere toebehoren voor de dienst in de tabernakel. Ook
de ambtskleding van de priesters voor de dienst in het heiligdom en de heilige kleding van Aäron
de priester en de kleding voor zijn zonen werden bij Mozes gebracht.
Zo voerde het volk Israël alle opdrachten uit die de HERE Mozes had gegeven. Mozes
inspecteerde hun werk en zegende hen, omdat alles precies volgens de opdrachten van de
HERE was uitgevoerd.
Ex. 40:1-11
MONTAGE VAN TABERNAKEL OPGEDRAGEN. Daarna zei de HERE tegen Mozes: "Op de eerste
dag van de eerste maand moet u de tabernakel opzetten. Plaats de ark met de Tien Geboden
erin en hang het gordijn ervoor, zodat de ark in het Heilige der Heiligen komt te staan. Breng
daarna de tafel met alle toebehoren naar binnen, zet de kandelaar erbij en steek de lampen aan.
Zet het gouden reukofferaltaar voor de ark en hang het gordijn voor de ingang van de tabernakel.
Zet daarna het brandofferaltaar voor de ingang. Zet het wasvat tussen de tabernakel en het
altaar en vul het met water. Zet de gordijnwanden van de voorhof op en breng het gordijn voor de
ingang van de voorhof aan.
Neem de zalfolie en sprenkel haar over de tabernakel en alles wat zich erin bevindt: alle
toebehoren en stukken die daar staan, zodat ze worden geheiligd. Zalf ook het brandofferaltaar
en zijn toebehoren, zodat het allerheiligst wordt. Doe hetzelfde met het wasvat en zijn voetstuk,
zodat ook dat heilig wordt.
Ex. 40:12-15
PRIESTERS MOETEN GEZALFD WORDEN. Breng Aäron en zijn zonen bij de ingang van de
tabernakel en was hen met water. Geef Aäron de heilige kleren aan, zalf en heilig hem, zodat hij
voor Mij het priesterambt kan uitoefenen. Zijn zonen moeten hun onderkleden aandoen en
daarna moeten zij worden gezalfd en geheiligd, zodat ook zij het priesterambt voor Mij kunnen
uitoefenen. Hun zalving zal van geslacht tot geslacht blijven gelden, het is een eeuwig
priesterschap."
Ex. 40:16-33 - 1e dag van 2e jaar (ca. 1445 v.C.)
TABERNAKEL OPGEZET. Mozes voerde al deze opdrachten van de HERE precies uit zoals de
HERE hem had opgedragen.
Op de eerste dag van de eerste maand in het tweede jaar na de bevrijding uit Egypte, zette
Mozes de tabernakel op. Hij plaatste de voetstukken, zette de wandpanelen overeind, bracht de
dwarsbalken aan en zette de pilaren op hun plaatsen. Hij legde het tentdoek over
het geraamte
en dekte het af met de twee dekkleden, precies zoals de HERE hem had opgedragen.
Hij legde de plaquettes met de Tien Geboden in de ark, schoof de draagstokken door de ringen
en plaatste het verzoendeksel op de ark. Daarna bracht hij de ark de tabernakel binnen, hing het
gordijn ervoor en onttrok de ark zo aan het gezicht, zoals de HERE hem had opgedragen.
Hij zette de tafel in de tent aan de noordkant, buiten het gordijn dat voor de ark hing. Daarop
legde hij de toonbroden, zoals de HERE hem had opgedragen.
Hij zette de kandelaar naast de tafel, aan de zuidkant van de tabernakel. Toen stak hij de lampen
aan voor de HERE, precies volgens de instructies.
Het gouden altaar zette hij in de tabernakel naast het gordijn en verbrandde er reukwerk van
zoete kruiden op, precies zoals de HERE had bevolen. Hij hing het gordijn voor de ingang van de
tabernakel op, zette het brandofferaltaar dichtbij de ingang en verbrandde er een brand- en een
spijsoffer op, precies zoals de HERE had bevolen.
Daarna plaatste hij het wasvat tussen de tent en het altaar en vulde het met water, zodat de
priesters het konden gebruiken om zich te wassen. Mozes, Aäron en diens zonen wasten daar
hun handen en voeten. Elke keer wanneer zij het altaar passeerden op weg naar de tabernakel,
stopten zij bij het wasvat om zich te wassen. Ook dat was volgens de opdrachten die de HERE
Mozes had gegeven.
Toen zette hij de voorhof op rondom de tabernakel en het altaar en hing het gordijn op voor de
ingang van de voorhof. Zo legde Mozes de laatste hand aan het werk.
Ex. 40:34,35
HEERLIJKHEID VULT TABERNAKEL. Toen bedekte de wolk de tent van de ontmoeting en de
heerlijkheid van de HERE vulde de tabernakel. Mozes kon niet naar binnen, want de wolk
versperde hem de weg en de tabernakel was vervuld van de heerlijkheid van de HERE.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- februari
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen