17 augustus


Enige tijd na Ezechiëls visionaire reis naar Jeruzalem, laat God hem twee tekenen voor zijn volk uitbeelden: het ene teken is een voorstelling van de ballingschap van de mensen die zich nog in Juda bevinden, het andere teken toont de onrust en de angst waarmee de val van Jeruzalem vergezeld zal gaan. Het moet voor de omstanders werkelijk een merkwaardig schouwspel zijn wanneer Ezechiël deze dingen uitbeeldt. Het lijkt erop dat sommigen Ezechiël als Gods profeet accepteren en oprecht proberen te zien welke boodschap hieruit kan worden afgeleid. Maar er bevinden zich onder deze verbitterde ballingen niet veel gelovigen en de ongelovigen moeten wel denken dat Ezechiël zijn verstand heeft verloren. Wanneer Ezechiël de betekenis van deze voorstelling uitlegt, geeft hij een profetie over koning Zedekia die vijf jaar later, tot in de kleinste details, zal worden vervuld.

Ezec. 12:1-16
VOORSTELLING VAN BALLINGSCHAP. Opnieuw kreeg ik een boodschap van de HERE: "Mensenzoon", zei Hij, "u leeft tussen opstandige mensen die de waarheid zouden kunnen kennen als zij dat wilden. Maar zij willen niet. Zij zouden Mij kunnen horen als zij wilden luisteren, maar ook dat willen zij niet. Want zij zijn opstandig. Laat hun daarom maar eens zien wat het is om te worden verbannen.
Neem alles wat u dragen kunt op uw rug en verlaat uw huis; ga maar ergens heen. Maar doe het wel bij daglicht, zodat zij het kunnen zien en misschien zal het dan tot hen doordringen wat dit betekent, ook al zijn zij nog zo opstandig. Breng overdag uw bagage naar buiten, zodat zij het goed kunnen zien. Diezelfde avond moet u dan uw huis verlaten, net als ballingen wanneer zij beginnen aan hun lange tocht naar verre landen. Maak een gat in de wand van uw huis en kruip daardoor naar buiten. Hijs uw bagage op uw rug, terwijl zij toekijken en loop in het donker de stad uit; bedek uw gezicht en kijk niet om u heen. Dit alles is een waarschuwing aan het adres van de Israëlieten voor het onheil dat over Jeruzalem zal komen."
Ik deed wat mij was opgedragen. Bij daglicht bracht ik mijn bagage (alles wat ik in ballingschap kon meenemen) naar buiten en die avond groef ik mij met mijn handen een weg door de muur. Daarna vertrok ik met mijn spullen terwijl de mensen toekeken.
De volgende morgen kreeg ik de tweede boodschap van de HERE: "Mensenzoon, hebben deze opstandigen, deze Israëlieten, u niet gevraagd wat dit alles te betekenen heeft?
Vertel hun dat de Oppermachtige HERE zegt dat het een boodschap is voor koning Zedekia in Jeruzalem en voor alle inwoners van Israël. Leg hun uit dat u voor hen als een symbool fungeerde; dat wat u deed een voorstelling was van wat hun te wachten staat, want zij zullen uit hun huizen worden verdreven en in ballingschap worden gestuurd.
Zelfs koning Zedekia zal in het donker door een gat in de muur naar buiten gaan en alleen dat meenemen wat hij kan dragen. Hij zal zijn gezicht bedekken om toch maar vooral niet herkend te worden en niet meer naar het land om zich heen te kijken. Ik zal hem in mijn net vangen en naar Babel, het land van de Chaldeeën, brengen. Maar zien zal hij het niet en daar zal hij sterven. Ik zal zijn dienaren en lijfwachten naar alle windstreken uiteenjagen, achtervolgd door het zwaard.
En Ik zal hen onder de volken in verre landen verspreiden; dan zullen zij beseffen dat Ik de HERE ben. Maar enkelen van hen zal Ik sparen voor het geweld, de honger en de ziekten. Ik zal hen redden om hen tegenover de volken te laten verklaren hoe goddeloos zij zijn geweest. Zij zullen weten dat Ik de HERE ben."

Ezec. 12:17-20
VOORSTELLING VAN ONRUST EN ANGST. Toen kreeg ik de volgende boodschap van de HERE: "Mensenzoon, beef wanneer u uw maaltijden eet, laat uw angst zien wanneer u water drinkt. Zeg tegen de mensen: 'De Oppermachtige HERE zegt dat de inwoners van Israël en Jeruzalem hun voedsel in onrust zullen eten en hun water in angst en beven zullen drinken. Om al uw zonden zullen uw steden worden verwoest en uw landbouwgrond zal verwilderen. U zult ontdekken dat Ik de HERE ben."

Om twee veel voorkomende misverstanden over de zekerheid en de timing van Gods profetieën recht te zetten, geeft God de volgende twee boodschappen aan Ezechiël.

Ezec. 12:21-25
ZEKERHEID VAN PROFETIEEN. En de HERE gaf mij opnieuw een boodschap: "Mensenzoon, wat is dat voor een spreekwoord als men in Israël zegt: 'De tijd vliegt voorbij en maakt iedere profeet tot leugenaar!' De Oppermachtige HERE zegt: Ik zal een eind maken aan dit gezegde en binnenkort zal niemand het meer gebruiken. Geef hun in plaats daarvan deze: 'De tijd is gekomen dat alle profetieën in vervulling gaan.' Dan zult u zien wat gebeurt met alle valse voorspellingen over veiligheid en zekerheid voor Jeruzalem. Want Ik ben de HERE! Mijn voorspellingen voer Ik uit. Er zal deze keer geen uitstel zijn, opstandelingen van Israël! Ik zal het tijdens uw leven doen!" zegt de Oppermachtige HERE.

Ezec. 12:26-28
ONMIDDELLIJKE VERVULLING. Toen volgde deze boodschap: "Mensenzoon, de Israëlieten zeggen: 'Zijn visioenen gaan over de verre toekomst. Zij zullen nog lang niet in vervulling gaan!'
Zeg daarom tegen hen: 'De Oppermachtige HERE zegt: Geen uitstel meer! Ik ga nu doen wat Ik heb gezegd!"

Een van de belangrijkste redenen dat mensen zo weinig vertrouwen in Gods verkondigingen hebben, is dat een groot aantal valse boodschappen wordt gepredikt door mensen die voorwenden door God gezonden te zijn. In de daarop volgende eeuwen zullen dergelijke mensen niet verdwijnen. Daarom roept God Ezechiël om zich uit te spreken tegen de valse profeten en profetessen die Juda bedriegen en het volk doen geloven dat hun gevangenschap spoedig zal eindigen dankzij een vlotte overwinning op Babylonië.

Ezec. 13:1-16
BEDROG VAN VALSE PROFETEN. Toen kreeg ik deze boodschap van de HERE: "Mensenzoon, profeteer tegen de valse profeten van Israël, die hun eigen visioenen bedenken en beweren dat zij boodschappen van Mij hebben ontvangen, terwijl Ik nooit iets tegen hen heb gezegd. Och Israël, deze 'profeten' van u zijn voor het herstellen van uw muren net zo waardeloos als vossen die in ruïnes wonen! Profeten, hebt u ooit iets gedaan voor het versterken van Israëls muren, die haar moeten beschermen tegen vijanden; hebt u ooit iets gedaan om Israël te sterken in de HERE? In plaats daarvan loog u toen u zei: 'Mijn boodschap komt van God!' God heeft u niet gezonden. En toch verwacht u van Hem dat Hij uw profetieën in vervulling doet gaan. Kunt u ontkennen dat u hebt beweerd 'visioenen' te hebben gezien die u nooit zag en dat u hebt gezegd: 'Deze boodschap is van de HERE', hoewel Ik nooit tegen u heb gesproken?
Daarom zegt de Oppermachtige HERE: Omdat u deze 'visioenen' en leugens hebt verteld, zult u Mij tegenover u vinden. Mijn hand zal zich tegen u keren en u zult uit het midden van het volk Israël worden verwijderd. Ik zal uw namen uitwissen en u zult uw eigen land nooit meer terugzien. Dan zult u moeten erkennen dat Ik de Oppermachtige HERE ben.
Want deze goddeloze mannen misleiden mijn volk door te zeggen: 'God zal vrede sturen', terwijl Ik dat helemaal niet van plan ben! Mijn volk bouwt een wankele muur en deze profeten prijzen hen daarvoor en schilderen hem met witkalk! Vertel hun daarom dat hun muur zal omvallen. Stromende regen zal hem ondermijnen; grote hagelstenen en rukwinden zullen hem omverwerpen. En wanneer de muur omverligt, zullen de mensen uitroepen: 'Waarom hebt u niet gezegd dat hij niet sterk genoeg was? Waarom hebt u zijn gebreken bedekt met witkalk?' Omvallen zal hij zeker.
De Oppermachtige HERE zegt: Ik zal hem wegvagen met een storm van verontwaardiging, met een vloed van toorn en met de vernietigende kracht van regen en hagelstenen. Ik zal deze witgekalkte muur helemaal afbreken en hij zal op u neerkomen en u verpletteren. Dan zult u erkennen dat Ik de HERE ben. Ik zal mijn toorn op die muur koelen en op hen die hem zo mooi hebben geschilderd. Ik zal tegen hen zeggen: De muur en de schilders zijn verdwenen. Want deze profeten logen, toen zij beweerden dat er in Jeruzalem vrede zou zijn, terwijl er geen vrede is, zegt de Oppermachtige HERE.

Ezec. 13:17-23
ZONDE VAN PROFETESSEN. Mensenzoon, spreek u ook uit tegen de vrouwelijke profeten die beweren dat de HERE hun boodschappen heeft gegeven. Vertel hun dat de Oppermachtige HERE zegt: Wee deze vrouwen die de zielen van mijn volk, van jong en oud, misleiden. Zij doen magische banden om hun polsen, hullen zich in sluiers en proberen zielen te winnen. De zielen van mijn volk vangt u om uw eigen ziel in leven te houden. In ruil voor enkele handenvol gerst of een stuk brood wilt u mijn volk van Mij weglokken? U hebt hen, die helemaal niet moesten sterven, de dood ingejaagd! En door tegen mijn volk te liegen, hebt u hen in leven gehouden, die niet zouden moeten leven. En mijn volk luistert er ook nog naar!
Daarom zegt de HERE: Ik zal u verpletteren omdat u op de zielen van mijn volk jaagt met al uw magische voorwerpen. Ik zal die magische banden van uw armen rukken en mijn volk de vrijheid geven, als vogels die in een kooi zitten opgesloten. Ik zal uw sluiers afrukken en mijn volk uit uw hand redden; het zal niet langer uw slachtoffer zijn en u zult moeten erkennen dat Ik de HERE ben. Uw leugens hebben de rechtvaardigen ontmoedigd, hoewel Ik dat niet wilde. En de goddelozen hebt u aangemoedigd zodat zij zich niet bekeerden en verlossing vonden. Maar het is nu afgelopen met uw bedrog! U zult niet langer spreken over het zien van 'visioenen' die u nooit zag en ook uw magische praktijken zult u niet meer uitoefenen, want Ik zal mijn volk uit uw handen bevrijden. U zult dan moeten erkennen dat Ik de HERE ben."

Het is ironisch dat het volk doorgaat met haar afgoderij, maar toch aan de profeten vraagt wat Gods wil is. Zij zijn gefascineerd en bekoord door de verschillende afgoden die zij in hun harten hebben opgezet, maar diep van binnen bevindt zich in diezelfde harten een duidelijk besef dat alleen een veel grotere God de echte antwoorden voor het leven heeft. God ziet hun tweeslachtige trouw als een belediging en gebiedt Ezechiël om hun nieuwsgierigheid niet te bevredigen.

Ezec. 14:1-11
PROFETIEEN NIET VOOR AFGODENAANBIDDERS. Enkele leiders van Israël kwamen mij bezoeken en zij gingen zitten. Toen kreeg ik een boodschap van de HERE, die ik aan hen moest doorgeven: "Mensenzoon, in hun hart aanbidden deze mensen afgoden die hen voortdurend voor ogen staan; moet Ik toestaan dat zij Mij iets vragen? Vertel hun dat de Oppermachtige HERE zegt: Ik, de HERE, zal een persoonlijk antwoord geven dat past bij deze grote zonde van de afgoderij. Want Ik zal hen die zich van Mij naar de afgoden keren, in hun hart treffen.
Waarschuw hen daarom, dat de Oppermachtige HERE zegt: Bekeer u van de verering van afgoden. Zondig niet meer door hen in uw hart te aanbidden.
Ik, de HERE, zal persoonlijk iedereen straffen (iedere Israëliet en buitenlander die bij u woont) die afgoden verkiest boven Mij en vervolgens naar een profeet gaat om mijn hulp en raad te vragen. Ik zal Mij tegen hem keren en hem tot een afschrikwekkend voorbeeld maken door hem uit het midden van het volk weg te vagen. Dan zult u weten dat Ik de HERE ben.
En als één van de valse profeten hem tóch een boodschap geeft, zal dat een leugen zijn. Zijn profetie zal niet uitkomen en Ik zal Mij tegen die 'profeet' keren en hem wegvagen uit het midden van mijn volk Israël. Valse profeten en huichelaars (goddeloze mensen die zeggen dat zij mijn woorden willen) zullen allemaal worden gestraft voor hun zonden, zodat het volk Israël leert Mij niet af te wijzen en niet door zonde te worden verontreinigd, maar dat het mijn volk is en Ik hun God ben. Dat zegt de Oppermachtige HERE."

Hoeveel rechtschapen mensen zijn er nodig om een volk te redden? Abraham stelde diezelfde vraag 1500 jaar eerder over Sodom en Gomorra. Er moeten nu onder de ballingen en onder hun landgenoten in Jeruzalem toch wel vrome gelovigen zijn die dezelfde vraag stellen. Gods antwoord voor Ezechiël is dat een volk het punt kan bereiken waarop een zó volledig oordeel over haar zonden wordt uitgesproken, dat zelfs de resterende rechtschapen burgers de vernietiging, die inherent is aan het kwaad, niet tegen kunnen houden. God gebruikt een drietal trouwe gelovigen ter illustratie van wat rechtschapenheid inhoudt: Noach, die zag hoe de hele mensheid (behalve zijn eigen gezin) door de grote vloed werd verzwolgen, Job de geduldige patriarch en Daniël. Dit is mogelijk de Daniël die werd uitgekozen om in Nebukadnezars paleis te dienen en zich onder Gods ballingen nog meer zal onderscheiden dan hij tot nu toe heeft gedaan.

Ezec. 14:12-23
OORDEEL ONAFWENDBAAR. Daarna kreeg ik deze boodschap van de HERE: "Mensenzoon, als de inwoners van dit land tegen Mij zondigen, zal Ik hen verbrijzelen met mijn vuist, hun voedselvoorraden laten verdwijnen en een hongersnood sturen, die mens en dier doodt. Als Noach, Daniël en Job hier nu waren, zouden alleen zij worden gered door hun rechtvaardigheid en de rest van Israël zou Ik doden, zegt de Oppermachtige HERE.
Als Ik gevaarlijke wilde dieren in dit land zou loslaten om het tot een verlaten en gevaarlijke wildernis te maken en deze drie mannen waren hier, zo zweert de Oppermachtige HERE, dan zou zelfs dat geen verschil maken; het zou de Israëlieten niet van hun ondergang redden. Alleen die drie zouden worden gespaard (zij zouden zelfs hun eigen kinderen niet kunnen redden) en het land zou beslist een woestenij worden.
Of als Ik oorlog naar dit land zou brengen en de legers van de vijand laat komen om alles te vernietigen, zelfs al waren deze drie mannen in het land, dan zouden zij de enigen zijn die werden gered, verklaart de HERE.
En als Ik mijn grimmige toorn zou laten uitbarsten door een epidemie naar dit land te sturen, een epidemie die mens en dier doodt, dan zouden alleen Noach, Daniël en Job worden gered als zij hier verbleven en wel om hun rechtvaardigheid, stelt de HERE.
Want de HERE zegt: Vier grote straffen, die alle leven zullen uitroeien, staan Jeruzalem te wachten: oorlog, hongersnood, verscheurende wilde dieren en epidemieën. Er zullen echter overlevenden zijn en zij zullen u gezelschap komen houden in de ballingschap. Dan zult u met eigen ogen kunnen zien hoe goddeloos zij zijn. Dan zult u weten dat Ik alle recht had Jeruzalem te vernietigen. U zult het met Mij eens zijn dat alles wat Ik Israël heb aangedaan, niet zonder reden was."

Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)

De chronologische Bijbel -- augustus



Met dank aan Biblica en Harvest House Publishers. Nadruk en reproductie verboden.
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden



WAT DENK JIJ? - Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is jouw antwoord?

Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen

Ja, ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen