24 juni
Jes. 5:24,25
TOORN VAN GOD.
Daarom zal God Zich met hen bemoeien en hen verbranden.
Zij zullen verdwijnen als stro dat op het vuur wordt gegooid.
Hun wortels zullen verrotten en hun bloesems verdorren,
want zij hebben de wetten van God verworpen
en het woord van de Heilige van Israël de rug toegekeerd.
Daarom is de toorn van de HERE tegen Zijn volk opgelaaid;
daarom heeft Hij Zijn hand uitgestoken om het te slaan.
De bergen zullen huiveren
en de rottende lijken van Zijn volk zullen als vuilnis in de straten liggen.
Maar desondanks zal Zijn toorn niet bekoelen.
Zijn hand blijft uitgestrekt om hen te slaan.
Jes. 5:26-30
VERNIETIGENDE MACHTEN OPGEROEPEN.
Hij zal de volken die ver weg wonen, een teken geven.
Van de uiteinden van de aarde fluit Hij hen naar Zich toe
en zij zullen haastig naar Jeruzalem komen.
Zij worden niet vermoeid
en struikelen of stoppen niet;
hun heupgordels blijven gesloten
en de riemen van hun schoenen zijn sterk;
zij trekken voorwaarts zonder te rusten of te slapen.
Hun pijlen zijn scherp;
hun bogen staan gespannen;
er spatten vonken van de hoeven van hun paarden
en de wielen van hun strijdwagens draaien met een geluid als van een wervelwind.
Zij brullen als leeuwen en storten zich op hun prooi.
Zij overvallen mijn volk en voeren het gevankelijk weg,
zonder dat er iemand is die het redt.
Zij storten zich als een onheilspellende golf over hun slachtoffers.
Er ligt een sluier van duisternis en angst over heel Israël.
Het licht is verduisterd door donkere wolken.
Jes. 1:27-31
STRAF VOOR MENSEN DIE NIET TOT INKEER KOMEN.
Zij die naar de HERE terugkeren,
zullen door recht worden verlost.
Maar overtreders en zondaars zullen worden verpletterd
en zij die de HERE verlaten, zullen sterven.
U zult zich diep schamen en blozen
als u denkt aan al die keren dat u in uw tuinen
met de 'heilige' eiken offers bracht aan de afgoden.
U zult zich voelen als een boom die zijn bladeren verliest
en als een tuin zonder water.
De sterksten onder u zullen verdwijnen
als stro dat verbrand wordt;
uw slechte daden zijn de vonk die het stro aansteekt
en er zal niemand zijn die het vuur blust.
Jes. 2:19-21
AFGODEN KUNNEN NIET REDDEN.
Als de HERE van Zijn troon opstaat om de aarde te bestraffen,
zullen Zijn vijanden een goed heenkomen zoeken
in rotsspleten en grotten,
uit angst voor de verschrikking
van Zijn glorie en majesteit.
Dan zullen de mensen eindelijk
hun gouden en zilveren afgoden afdanken
en voor de mollen en de vleermuizen gooien
in een overhaaste vlucht naar de rotsholen en bergspleten
om te ontkomen aan de verschrikking van de HERE
en de glorie van Zijn majesteit,
wanneer Hij opstaat om de aarde te bestraffen.
Jes. 2:22-3:7
MENSEN KUNNEN NIET REDDEN.
Stel toch geen vertrouwen op de mens,
klein als hij is en afhankelijk van zijn ademhaling.
Hij stelt niets voor!
God, de HERE van de hemelse legers
zal de voedsel- en watervoorraden van Jeruzalem en Juda uitputten
en hun leiders doden;
Hij zal hun legers, rechters,
profeten, oudsten,
legeraanvoerders, zakenlieden,
advocaten, magiërs
en waarzeggers vernietigen.
De koningen van Israël zullen kinderen lijken
en met willekeur regeren.
Er zal totale anarchie heersen.
Men zal elkaar vertrappen,
buren zullen buren bestrijden,
de jongeren zullen tegen de ouderen opstaan
en misdadigers zullen op fatsoenlijke mensen afgeven.
In die dagen zal een man tegen zijn broer zeggen:
"Jij hebt een mantel, wees daarom onze leider
en neem deze puinhoop onder je hoede."
"Nee!" zal hij antwoorden.
"Ik kan jullie niet uit het slop halen!
Ik heb geen eten of kleding.
Je moet mij niet tot leider maken!"
Jes. 1:18-20
OPROEP TOT GEBRUIK VAN GEZOND VERSTAND.
Kom nu en laten wij de zaak rechtzetten,
zegt de HERE;
al waren uw zonden rood als scharlaken,
Ik maak ze wit als sneeuw.
Uw vuurrode zonden zullen worden als witte wol.
Laat Mij u helpen en gehoorzaam Mij,
dan zal Ik u rijk maken!
Maar als u Mij de rug blijft toekeren en weigert naar Mij te luisteren,
zullen uw vijanden u doden.
Ik, de HERE, heb gesproken.
Jes. 4:2-6
GEESTELIJK HERSTEL. Er komt een dag dat de HERE een loot zal laten uitspruiten tot sieraad en
glorie. De weelderige vrucht van het land zal tot eer zijn voor allen in Israël, die aan het onheil
zijn ontkomen. Allen die de verwoesting van Jeruzalem zullen overleven, zullen bij Gods volk
horen. Hun namen staan geschreven bij de levenden. Dan zal de Here het vuil van de dochters
van Sion hebben afgewassen en het bloed van Jeruzalem zal vanuit haar midden zijn
weggespoeld door een geest van oordeel en van vuur. Dan zal de HERE een beschutting geven
over de berg Sion en alle bijeenkomsten van het volk dat daar samenkomt. Een wolk overdag en
een vuurgloed in de nacht. Het zal voor hen een schaduw zijn tegen de hitte van de dag en een
schuilplaats tegen storm en regen.
Jes. 2:1-5
DE LAATSTE DAGEN. Dit is een andere boodschap van de HERE aan Jesaja over Juda en
Jeruzalem:
In de laatste dagen zullen Jeruzalem en de tempel van de HERE
een grote aantrekkingskracht op de wereld uitoefenen
en mensen uit vele landen zullen daar naar toe trekken
om de HERE te aanbidden.
"Kom op", zal iedereen zeggen, "laten wij de berg van de HERE beklimmen,
op weg naar de tempel van de Heilige, de God van Israël;
daar zal Hij ons Zijn wetten leren en wij zullen ze naleven."
Want in die dagen zal de wereld vanuit Jeruzalem worden geregeerd.
De HERE zal internationale geschillen beslechten;
alle volken van de aarde zullen hun wapens
veranderen in vreedzame gereedschappen;
hun zwaarden zullen zij omsmeden tot ploegscharen
en hun speren tot snoeimessen.
Nergens zal meer oorlog worden gevoerd
en niemand zal meer worden opgeleid tot militair.
Och Israël, laten wij wandelen in het licht van de HERE
en Zijn wetten gehoorzamen!
We richten de aandacht weer even op Israël en de politieke onrust in deze tijd.
In Israël
2 Kon. 15:19,20
TIGLATH-PILESER EEN UITDAGING. Toen deed koning Pul van Assyrië een inval in het land;
koning Menahem kocht hem echter af met een geschenk van 30.000 kilo zilver, zodat zijn macht
nog groter zou worden. Menahem haalde dat geld bij de rijken vandaan. Hij liet hen een extra
belasting van 550 gram zilver per persoon betalen!
2 Kon. 15:21 (742 v.C.)
DOOD VAN MENAHEM. De verdere geschiedenis van koning Menahem staat beschreven in de
Kronieken van de koningen van Israël.
2 Kon. 15:22,23 (742 v.C.)
PEKAHIA KONING VAN ISRAEL. Na zijn dood werd zijn zoon Pekahia de nieuwe koning. Pekahia,
de zoon van koning Menahem, werd de nieuwe koning van Israël. Zijn bewind in Samaria duurde
twee jaar. Koning Azaria van Juda zat toen al vijftig jaar op de troon.
2 Kon. 15:24
PEKAHIA'S KARAKTER. Ook Pekahia was een goddeloze koning en zette de afgodenverering
voort, die was begonnen onder Jerobeam de Eerste. Jerobeam had de Israëlieten indertijd op
dat verkeerde spoor gebracht.
2 Kon. 15:25,26 (741 v.C.)
PEKAHIA VERMOORD. Pekah, de zoon van Remalia, de opperbevelhebber van zijn leger,
smeedde samen met vijftig mannen uit Gilead een complot en vermoordde hem in het paleis in
Samaria. Bij die gelegenheid werden ook Argob en Arje gedood. Zo werd Pekah de nieuwe
koning.
De verdere geschiedenis van koning Pekahia is te lezen in de Kronieken van de koningen van
Israël.
2 Kon. 15:27 (741 v.C.)
PEKAH REGEERT ALLEEN. Pekah, de zoon van Remalia, werd de nieuwe koning van Israël. Zijn
regering duurde twintig jaar. Ook hij was een tijdgenoot van koning Azaria van Juda, die daar al
52 jaar koning was.
2 Kon. 15:28
PEKAH'S KARAKTER. Pekah was ook een goddeloze koning en volgde het voorbeeld van
Jerobeam de Eerste, de zoon van Nebat, die heel Israël aanvoerde in de zonde van de
afgodendienst.
In Juda
2 Kon. 15:6,7a, 2 Kron. 26:22,23a (739 v.C)
DOOD VAN UZZIA. Alle regeringsdaden van Uzzia zijn van begin tot eind beschreven door de
profeet Jesaja, de zoon van Amoz. Na zijn dood werd koning Uzzia, ook al was hij melaats, toch
begraven op de koninklijke begraafplaats.
2 Kon. 15:7b, 2 Kon. 15:32,33, 2 Kron. 26:23b, 27:1,8 (739 v.C)
JOTHAM HEERST ALLEEN. De nieuwe koning van Juda was Jotham, de zoon van koning Uzzia.
Bij zijn troonsbestijging was hij 25 jaar. Zestien jaar duurde zijn bewind in Jeruzalem. Zijn moeder
was Jerusa, de dochter van Zadok. In Israël regeerde Pekah, de zoon van Remalia, die op dat
moment twee jaar aan de macht was.
2 Kon. 15:34, 2 Kron. 27:2a
JOTHAMS KARAKTER. Hij volgde het over het algemeen goede voorbeeld van zijn vader Uzzia,
maar paste ervoor op zomaar de tempel binnen te gaan.
2 Kon. 15:35a, 2 Kron. 27:2b
JUDA'S GEESTELIJKE TOESTAND. Desondanks gingen zijn onderdanen door met hun kwade
praktijken.
Jesaja's missie in een visioen medegedeeld
Wanneer Jotham de heerschappij volledig in handen neemt na de dood van Uzzia, ontvangt de profeet Jesaja een visioen waarin hij zichzelf in de hemelse aanwezigheid van God ziet. Jesaja wordt geboden om een boodschap naar het volk van Juda te brengen, maar God weet dat deze boodschap niet geaccepteerd zal worden. Desondanks wordt Jesaja opgedragen om niet te stoppen met prediken tot hun afwijzende houding hen volledig geruïneerd heeft.
Jes. 6:1-13
JESAJA'S VISIOEN. In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Here! Hij zat op een hoge troon
en de tempel was gevuld met Zijn glorie. Boven Hem zweefden machtige serafs met zes
vleugels. Met twee vleugels bedekten zij hun gezichten; met twee andere bedekten zij hun
voeten en met de andere twee vlogen zij. In een groot koor riepen zij elkaar toe:
"Heilig, heilig, heilig is de HERE van de hemelse legers;
de hele aarde is met Zijn glorie gevuld."
Een machtig koor was het! De tempel trilde op zijn grondvesten en het heiligdom vulde zich met
rook.
Toen zei ik: "Ik ben ten dode opgeschreven, want ik behoor tot hen die met de mond zondigen.
En nu heb ik de Koning gezien, de HERE van de hemelse legers."
Toen vloog één van de serafs naar het altaar en pakte er met een tang een gloeiende kool uit. Hij
raakte met de gloeiende kool mijn lippen aan en zei: "Nu deze kool uw lippen heeft aangeraakt,
is uw ongerechtigheid verdwenen. Al uw zonden zijn u vergeven."
Toen hoorde ik de HERE vragen: "Wie zal Ik als boodschapper naar mijn volk sturen? Wie zal
voor Ons gaan?"
En ik zei: "HERE, stuurt U mij! Ik zal gaan!"
En Hij zei: "Ja, ga maar. Zeg dit tegen mijn volk:
'Hoewel u mijn woorden herhaaldelijk hoort,
zult u ze niet begrijpen.
Ook al kijkt u oplettend toe als Ik mijn werk volbreng,
dan nog zult u niet weten wat het te betekenen heeft.'
Maak hen langzaam van begrip,
sluit hun oren en doe hun ogen dicht.
Ik wil niet dat zij zien, horen of begrijpen,
zodat zij zich tot Mij wenden om hen te genezen."'
Toen zei ik: "Hoelang moet dat duren, Here?"
En Hij antwoordde:
"Net zolang tot hun steden zijn verwoest
en er niemand meer woont.
Tot hun land een woestenij is geworden
en zij allemaal als slaven naar verre landen zijn weggevoerd
en het hele land Israël uitgestorven ligt!
Zelfs al blijft slechts een tiende deel over (een schamel restant)
dan zal ook dat worden aangevallen en verwoest.
Toch zal het zijn als een omgehakte boom,
waarvan de stronk blijft staan en voor nieuw leven zorgt."
Nu volgt een kort verslag over Jothams regering.
2 Kon. 15:35b, 2 Kron. 27:3,4
JOTHAMS GEBOUWEN. Hij herbouwde de Bovenpoort van de tempel en liet grootscheepse
herstelwerkzaamheden uitvoeren aan de muur van Ofel. Tevens bouwde hij enkele steden in het
heuvelland van Juda en forten en torens in de bosgebieden.
2 Kron. 27:5,6
AMMONIETEN ONDERWORPEN. Ook voerde hij oorlog tegen de Ammonieten. Deze verliep
gunstig en de drie volgende jaren ontving hij van hen een jaarlijkse belasting van 3000 kilo zilver,
220.000 liter tarwe en 220.000 liter gerst.
Koning Jotham werd machtig doordat hij zorgvuldig het pad volgde dat de HERE, zijn God, hem
wees.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- juni
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen