29 mei
De zinloosheid van de menselijke inspanningen
Pred. 1:12-18
LEDIGHEID VAN MENSELIJKE WIJSHEID.
Ik, Prediker, was koning van Israël en regeerde vanuit Jeruzalem. Ik nam mij voor de zin van
alles wat onder de hemel gebeurde, te willen begrijpen. Ik ontdekte dat het bestaan dat God de
mens heeft toegedacht, geen vrolijke zaak is. Alle arbeid is een opeenvolging van zinloosheid,
het bouwen van luchtkastelen.
Wat verkeerd is, kan niet worden goedgepraat
en wat niet bestaat, kan niet worden onderzocht;
het heeft geen enkel nut na te denken over wat had kunnen gebeuren.
Ik zei tegen mijzelf: "Kijk, ik heb meer nagevorst dan welke andere koning ook, die voor mij in
Jeruzalem regeerde. Ik ben wijzer en heb meer inzicht." Daarom deed ik mijn uiterste best wijs te
zijn in plaats van dwaas, maar nu realiseer ik mij dat zelfs dát een luchtkasteel was.
Want hoe wijzer ik werd, des te verdrietiger werd ik;
hoe meer iemand weet, hoe meer hij teleurgesteld wordt.
Pred. 2:1-3
LEDIGHEID VAN GENOT.
Ik zei tegen mijzelf: "Vooruit, schep vreugde in het leven en vermaak je zo goed mogelijk." Maar
ik merkte dat ook dat niets te betekenen had. Want het is dwaas om de hele tijd te lachen.
Plezier maken heeft immers geen enkel nut? Daarom besloot ik (na lang nadenken) voldoening
te zoeken in het drinken van veel wijn. Ondertussen bleef ik mijn doel (het zoeken naar wijsheid)
scherp voor ogen houden. Ik probeerde het met die dwaasheid om er zo achter te komen wat
voor de meeste mensen het enige geluk in hun leven betekent.
Pred. 2:4-11
LEDIGHEID VAN PRESTATIES.
Daarna trachtte ik bevrediging te vinden in het uitvoeren van grootse dingen, zoals het bouwen
van huizen en aanleggen van wijngaarden, tuinen, parken en boomgaarden voor mijzelf en de
waterreservoirs, die nodig waren om alle aangeplante gewassen van water te voorzien. Daarna
kocht ik slaven en slavinnen en andere slaven werden in mijn huishouding geboren. Ik fokte
grote kuddes vee, meer dan een koning vóór mij ooit had bezeten. Ik verzamelde zilver en goud
door belastingen te heffen van vele koningen en gebieden. Ik liet zangers en zangeressen
optreden en genoot van alles wat mooi en goed was. Ik werd machtiger en rijker dan enige
andere koning vóór mij in Jeruzalem, maar bij dat alles hield ik mijn ogen open, zodat ik overal
goed over kon nadenken.
Ik nam alles wat ik wilde
en ontzegde mijzelf geen enkel plezier.
Ik merkte zelfs dat hard werken mij goed deed.
Het plezier dat ik daarin had, was dan ook de enige beloning
die ik voor al mijn inspanningen kreeg.
Toen ik terugkeek op alles wat ik had geprobeerd,
leek het mij echter allemaal nutteloos.
Het was weer een najagen van dromen
en nergens was iets werkelijk waardevols te vinden.
Pred. 2:17-26
LEDIGHEID VAN ARBEID.
Daarom heb ik een hekel gekregen aan het leven: Al het werk op aarde stond mij tegen. Alles
schijnt nutteloos, dwaas en het najagen van dromen te zijn. Ik kreeg een gevoel van afkeer toen
ik bedacht dat ik alle vruchten van mijn harde werken aan anderen moest nalaten. Want wie kan
mij vertellen of mijn zoon een wijs man of een dwaas zal zijn? En toch zal alles aan hem worden
gegeven; het lijkt zinloos. Daarom liet ik mijn harde werken (als mogelijke oplossing voor mijn
behoefte aan bevrediging) in de steek. Want ook al zou ik mijn hele leven besteden aan het
zoeken naar wijsheid, kennis en vaardigheden, ik moet het toch allemaal nalaten aan iemand die
nog nooit een vinger heeft uitgestoken; hij ontvangt alle vruchten van mijn inspanningen, zonder
er ook maar iets voor te hoeven doen. Dat is niet alleen dwaas, maar ook nogal onrechtvaardig.
Wat krijgt een mens dus als beloning voor al zijn werk? Dagen, gevuld met zorgen en verdriet en
rusteloze, doorwaakte nachten. Een ontmoedigend idee.
Daarom besloot ik dat een mens niets beters kan doen dan genieten van eten en drinken, bij al
het werk dat hij doet. Toen realiseerde ik mij dat ook dat genoegen afkomstig is uit de hand van
God. Wie kan zonder Hem eten of vrolijk zijn? Want God geeft een mens die Hem bevalt
wijsheid, kennis en vreugde; maar van iemand die Hem niet bevalt, neemt God zijn rijkdom af en
geeft het aan hen, die Hij graag mag. En ook dit is weer een voorbeeld van de zinloosheid van
luchtkastelen bouwen.
Pred. 4:1-3
LEDIGHEID VAN MENSELIJKE TOESTAND.
Daarna keek ik naar alle verdrukking en verdriet op aarde;
de tranen van de onderdrukten,
die niemand hebben om hen te helpen,
terwijl hun onderdrukkers machtige bondgenoten hebben.
Ik kwam tot de slotsom dat de doden
beter af zijn dan de levenden.
En het beste af zijn zij,
die nooit werden geboren
en al het kwaad en onrecht op aarde niet zullen zien.
Pred. 4:4-6
LEDIGHEID VAN SUCCES.
Vervolgens ontdekte ik dat succes meestal voortkomt uit afgunst en jaloezie. Maar ook dat is
dwaasheid.
De dwaas weigert te werken
en verhongert daardoor bijna.
Beter nu en dan een weinig rust,
dan steeds maar hard werken en zinloos gejaag.
Pred. 4:7-12
LEDIGHEID VAN GEISOLEERDE LEVENS.
Ik constateerde nog een zinloze zaak op aarde.
Daarbij gaat het om de mens die helemaal alleen is,
zonder zoon of broer,
maar die toch keihard werkt
om meer rijkdom te krijgen.
Maar aan wie moet hij dat alles nalaten?
En waarom ontzegt hij zich nu zoveel?
Het is allemaal nutteloos en ontmoedigend.
Twee mensen kunnen door samenwerking meer bereiken dan één.
Als er één valt, helpt de ander hem overeind.
Maar als er één valt en hij is alleen, zit hij in moeilijkheden.
In een koude nacht kunnen twee mensen onder één deken elkaar verwarmen,
maar hoe zou iemand in zijn eentje warm moeten worden?
Iemand die alleen staat, kan worden aangevallen en verslagen,
maar twee mensen kunnen elkaar te hulp komen en zo de overwinning behalen;
drie is zelfs nog beter, want een drievoudig koord is niet gemakkelijk te breken.
Pred. 4:13-16
LEDIGHEID VAN POLITIEK.
Het is beter een arme, maar wijze jongere te zijn dan een oude en dwaze koning, die alle goede
raad van de hand wijst. Want zo'n jongere zou uit de gevangenis kunnen komen om koning te
worden, ook al werd hij arm geboren. Iedereen wil zo'n jongere graag helpen, al is het maar om
een greep naar de macht te doen. Hij kan de leider van miljoenen mensen worden en een goede
heerser voor zijn onderdanen zijn. Maar dan groeit rond hem een nieuwe generatie op, die hem
weer aan de kant wil zetten. Dus ook hiervan blijkt weer de dwaasheid en zinloosheid.
Pred. 4:17-5:6
LEDIGHEID VAN VALSE AANBIDDING.
Neem uzelf in acht als u naar de tempel, Gods huis, gaat. Het is beter om rustig te luisteren dan
ondoordacht te offeren, zoals een dwaas wel doet, die zich niet bewust is dat dat verkeerd is.
Denk eerst na voor u iets zegt
en doe God geen overhaaste beloften.
Want Hij is in de hemel
en wij slechts hier op aarde.
Zeg daarom alleen het hoognodige.
Net zoals teveel drukte u nachtmerries bezorgt,
zo gaat u door teveel gepraat verkeerde dingen zeggen.
Als u met God spreekt en Hem zweert dat u iets voor Hem zult doen, stel dat dan niet uit; want
God heeft een hekel aan ondoordachte beloften. Kom uw belofte aan Hem na. Het is veel beter
niet te zeggen dat u iets zult doen, dan het wel te zeggen en het daarna toch niet te doen. In dat
geval zondigt u met uw mond. Probeer u niet te verdedigen door de boodschapper van God te
vertellen dat het allemaal een misverstand was. Dat zou God boos maken; Hij zou dan wel eens
een eind kunnen maken aan uw voorspoed in het leven. Dromen in plaats van doen, is dwaas en
een veelheid van woorden levert niets op; heb liever ontzag voor God.
Pred. 5:7-19
LEDIGHEID VAN RIJKDOM.
Als u ziet dat een arme door rijken wordt onderdrukt en dat overal in het land het recht geweld
wordt aangedaan, wees dan niet verbaasd. Want iedere beambte houdt rekening met zijn chef
en de hogere beambten luisteren ook weer naar hun superieuren. En boven al die mensen staat
de koning. En als die koning nu maar toegewijd is aan zijn land!
Iemand die van geld houdt, heeft nooit genoeg.
Wat een dwaasheid om te denken dat geld gelukkig maakt.
Hoe meer u hebt, des te meer moet u uitgeven aan personeel en anderen,
net zoveel als uw inkomen toelaat.
Dus wat is het voordeel van rijkdom,
behalve dan toekijken hoe het geld u door de vingers glipt?
Een man die hard werkt, slaapt goed,
of hij nu veel of weinig eet;
maar de rijken maken zich zorgen
en lijden aan slapeloosheid.
Er is nog een groot kwaad, dat ik gezien heb en dat veel leed met zich meebrengt;
als een rijke verandert in een vrek.
Als die rijkdom door een ongeluk verloren gaat,
is er niets om aan de zoon na te laten.
Zo iemand sterft net zo arm als hij op de wereld gekomen is.
Hij heeft alles voor niets gedaan en laat niets na.
Die gebeurtenis overschaduwt de rest van zijn leven
en hij blijft ontmoedigd en ontgoocheld achter.
Zelfs zijn eten smaakt hem niet meer.
Maar er is tenminste nog één goed ding voor een mens; hij mag genieten van lekker eten en
drinken en andere prettige dingen bij al het harde werken, dat hij doet in de korte tijd die God
hem laat leven. En natuurlijk is het ook goed als een mens rijkdom heeft gekregen van God en
bovendien de gezondheid bezit om ervan te kunnen genieten. Houden van je werk en je plaats in
het leven te aanvaarden, dat is werkelijk een geschenk van God. Iemand die dat doet, denkt er
niet vaak aan dat hij maar kort leeft, want God geeft hem vreugde.
Pred. 6:1-9
LEDIGHEID VAN MATERIALISME.
Er is nog een groot kwaad dat ik op vele plaatsen heb gezien. God heeft sommige mensen grote
rijkdom en veel aanzien gegeven, zodat zij alles kunnen krijgen wat zij wensen, maar zij kunnen
er niet (in goede gezondheid) van genieten en alles komt bij andere mensen terecht. Dat is
zinloos en betekent een bitter lijden.
Als een man honderd kinderen heeft en heel oud wordt, maar bij zijn dood zo weinig nalaat dat
zijn kinderen hem niet eens een fatsoenlijke begrafenis kunnen bezorgen, dan vind ik dat hij
beter af was geweest als hij dood was geboren. Want al was zijn geboorte dan zinloos geweest
en was hij naamloos in duisternis geëindigd, zonder ooit de zon te hebben gezien of van haar
bestaan te hebben geweten, dan was dat toch beter dan een heel oude, maar ongelukkige man
te zijn. Al leeft een man 2000 jaar, maar zonder van het goede in dit leven te genieten, wat heeft
hij daar dan aan?
Zowel wijzen als dwazen besteden hun leven
aan het bijeenschrapen van voedsel,
zonder dat zij ooit genoeg schijnen te krijgen.
Beiden hebben dezelfde moeite,
maar de arme man die wijs is,
heeft een veel beter leven.
Eén vogel in de hand is beter dan tien in de lucht;
dromen over heerlijke dingen is dwaas
en heeft geen enkel nut.
Pred. 7:13,14
LEDIGHEID VAN WELVAART.
Kijk eens hoe God te werk gaat
en hoe de gebeurtenissen dan precies in elkaar grijpen.
Probeer daarom Zijn werk niet te veranderen.
Geniet van de voorspoed zoveel u kunt
en als er moeilijker tijden aanbreken,
bedenk dan dat God zowel het een als het ander geeft.
Wij weten niet hoe de toekomst zal zijn.
Pred. 8:2-6
LEDIGHEID VAN TROTS.
Gehoorzaam de koning zoals u hebt gezworen te doen. Probeer niet onder uw plichten uit te
komen en verzet u niet tegen hem. Want de koning straft degenen die ongehoorzaam zijn. Achter
het bevel van de koning staat een grote macht, waaraan niemand kan twijfelen en waartegen
niemand is opgewassen.
Zij die hem gehoorzamen, zullen niet worden gestraft.
De wijze man zal een tijd en een manier kunnen vinden om te doen wat hij zegt.
Ja, voor alles is een tijd en een manier,
ook al drukken de problemen van een mens zwaar op hem;
Pred. 8:7-13
LEDIGHEID VAN BOOSAARDIGHEID.
want hoe kan hij dát voorkomen,
waarvan hij niet weet of het in aantocht is?
Niemand kan zijn geest ervan weerhouden hem te verlaten;
geen enkel mens heeft de mogelijkheid zijn sterfdag te verzetten,
want aan die duistere strijd ontkomt niemand.
Het zal duidelijk zijn dat de goddeloosheid van een mens
hem bij die gelegenheid niet te hulp komt.
Ik heb diep nagedacht over alles wat plaatsvindt op deze aarde, waar de mensen de
mogelijkheid hebben elkaar pijn te doen. Ik heb gezien hoe goddeloze mensen eervol werden
begraven en zij, die keurig leefden, de heilige stad Jeruzalem moesten verlaten en in de stad
vergeten werden. Een onmogelijke zaak!
Omdat God zondaars niet onmiddellijk straft, denken vele mensen dat zij rustig kwaad kunnen
doen. Maar ook al blijft een mens, na honderd keer te hebben gezondigd, gewoon leven, toch
weet ik heel goed dat zij die God vrezen beter af zijn; in tegenstelling tot de goddelozen, die geen
lang en gelukkig leven zullen leiden; hun levensdagen zullen als schaduwen voorbijschieten,
omdat zij geen ontzag voor God hebben.
Pred. 8:14,15
LEDIGHEID VAN ONRECHTVAARDIGHEID.
Er gebeurt iets vreemds hier op aarde; het schijnt dat sommige goede mensen behandeld
worden alsof zij goddeloos zijn en sommige goddeloze mensen alsof zij goed zijn. Een
verwarrende zaak, die mij niet juist lijkt. Ik besloot toen mijn tijd op een plezierige manier te gaan
besteden, want ik voelde dat op aarde niets beter was dan dat een man genoot van eten en
drinken. Dat hij gelukkig was, met daarbij de hoop dat zijn geluk bij hem bleef in al het harde
werk, dat God de mens overal geeft.
Pred. 9:13-18
LEDIGHEID VAN KRACHT.
Bij het observeren van het menselijke doen en laten, maakte ook het volgende een diepe indruk
op mij: Een klein stadje met slechts enkele inwoners werd belegerd door een koning met zijn
leger. In dat stadje woonde een wijze, arme man, die wist wat er moest gebeuren om de stad te
redden en op die manier kon de stad de dans ontspringen. Maar niemand dacht eraan hem om
raad te vragen. Toen besefte ik dat (ook al is wijsheid beter dan kracht) de wijze man als hij arm
is, veracht wordt en de mensen zijn woorden niet op prijs zullen stellen.
Maar toch zijn de rustige woorden van een wijze man
beter dan de kreten van een koning van dwazen.
Wijsheid is beter dan oorlogstuig,
maar één dwaas bederft veel goeds.
Download (Het Boek)
Download (Statenvertaling)
De chronologische Bijbel -- mei
Voor meer details, lees alsjeblieft onze copyrightvoorwaarden
Wat is jouw antwoord?
Ja, vandaag heb ik besloten om Jezus te volgen
Ja, ik ben al een volgeling van Jezus
Ik heb nog steeds vragen